direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal beleid
Plan: Buitengebied herziening 2010, Laarstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0263.BP1068-OH01

2.2 Provinciaal beleid

2.2.1 Ruimtelijke Verordening Gelderland

Op 15 december 2010 heeft Provinciale Staten van Gelderland de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld. Deze Verordening stelt regels aan de inhoud van ruimtelijke plannen (waaronder bestemmingsplannen) voor die aspecten waar provinciale of nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken.

Onderhavig plan omvat de ontwikkeling van nieuwe bebouwing voor werken op een locatie die niet onder 2.2 van de Verordening is genoemd. Tevens voldoet het plan niet aan de voorwaarden voor afwijking van het bepaalde onder 2.2. Onder 2.5 van de Verordening is voorts een ontheffingsbevoegdheid opgenomen, luidend:

"Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 2.2, indien sprake is van een ontwikkeling waarvan is aangetoond dat deze redelijkerwijs niet kan worden gerealiseerd binnen de in 2.2 genoemde gebieden [I] en indien deze ontwikkeling bijdraagt aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit [II] . Aan de ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden met betrekking tot de begrenzing van de in artikel 2.2 onder b, c, d en e genoemde gebieden. In dat geval wordt bij de ontheffing de begrenzing van het gebied opnieuw bepaald."

Met Romeinse cijfers zijn de randvoorwaarden genoemd die basis vormen voor het verlenen van de ontheffing. Hieronder is aangegeven op welke wijze het plan aan de randvoorwaarden voldoet.

ad I   In het kader van het in de APV opgenomen verbod op het stallen van varchtwagens in de bebouwde kom van Kerkdriel is naar een alternatieve locatie gezocht buiten de bestaande en geplande woongebieden van de kern Kerkdriel en tevens op een locatie van waar ook de vrachtwagenbewegingen niet van invloed zijn op de woongebieden.
Onderhavige locatie ligt aan de rand van de kern Kerkdriel in een gebied met meerdere bedrijven. Het plangebied was voorheen in gebruik als opslagterrein voor containers en bouwmaterialen. Het plangebied ligt thans braak.
De vorm van het perceel is langgerekt en de oppervlakte van het plangebied is dusdanig beperkt dat hergebruik van het perceel voor agrarische doeleinden niet voor de hand ligt.  
ad II   Het plan bevat een beperkte oppervlakte voor bebouwing. De nieuwe bebouwing sluit voorts aan op de bestaande bebouwing van Kerkdriel.
De randen van het plangebied worden groen ingericht met opgaande beplanting en infiltratievijvers. Hiermee is sprake van verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.  

Conclusie
Het plan voldoet aan de voorwaarden voor ontheffing van de Ruimtelijke Verordening Gelderland. De ontheffing moet zijn verleend voordat voorliggend bestemmingsplan wordt vastgesteld.

2.2.2 Streekplan Gelderland 2005

Op 29 juni 2005 is het Streekplan Gelderland 2005 vastgesteld. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan de status van structuurvisie gekregen. Het beleid is van kracht gebleven.

Ten aanzien van 'werken' wil de provincie "bijdragen aan het voldoen aan de ruimtelijke voorwaarden voor een succesvolle economische ontwikkeling".

Onderhavig plan betreft de nieuwvestiging van een niet-agrarisch bedrijf in het buitengebied. In dit kader gaat de voorkeur uit naar hergebruik van vrijgekomen gebouwen in het buitengebied. Nieuwvestiging van niet-agrarische bedrijven op nieuwe bouwlocaties is alleen mogelijk als uit onderzoek blijkt dat de vestiging niet kan worden geaccommodeerd in vrijgekomen agrarische bebouwing of op het lokale bedrijventerrein.

Hieronder is een uitsnede weergegeven van de Beleidskaart ruimtelijke ontwikkeling. De ligging van het plangebied is aangeduid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1068-OH01_0004.jpg"

uitsnede Beleidskaart ruimtelijke ontwikkeling

Het plangebied ligt binnen het 'multifunctioneel platteland' en grenst aan twee 'zoekzones stedelijke functies'.

Analyse
Zoals vermeld betreft het plan formeel een nieuwvestiging van een niet-agrarisch bedrijf op een nieuwe bouwlocatie in het buitengebied. Hieraan liggen onderstaande beweegredenen ten grondslag.

Huidig gebruik plangebied
Hoewel sprake is van een agrarische bestemming is het perceel lang in gebruik geweest voor opslag van bouwmaterialen en containers. Dit gaf een rommelig beeld, mede gezien er geen groene omkadering van het perceel aanwezig is. De bouwmaterialen en containers zijn inmiddels verwijderd. Thans is sprake van een braakliggend terrein.
Het plan omvat een transportbedrijf met relatief weinig bebouwing (bebouwingspercentage 12%), die middels opgaand groen ruimtelijk wordt ingepast.

Ligging van het perceel
Het plangebied ligt nabij het bestaande komgebied van Kerkdriel en nabij reeds bestaande (niet-)agrarische bedrijvigheid (zie ook paragraaf 3.2). Voorts grenst het plangebied aan twee zoekzones voor stedelijke functies. Het bedrijf ligt hiermee gunstig ten opzichte van bestaande en nieuwe bedrijfsterreinen en derhalve (potentiële) klanten.
De vestiging van het transportbedrijf op een vrijkomende agrarische bedrijfslocatie elders in het buitengebied is planologisch niet gewenst, omdat een transportbedrijf niet in het buitengebied thuishoort, er een belemmering zou kunnen zijn voor omliggende agrarische bedrijvigheid en landbouwwegen in het algemeen niet geschikt zijn voor vrachtwagens.

Het plangebied is thans bereikbaar via de route Provincialeweg N831 - Wordenseweg - Duitse Weistraat - Laarstraat en de route Provincialeweg N831 - Sellikstraat - Laarstraat. De eerstgenoemde route loopt deels via de bebouwde kom van Kerkdriel, maar mijdt het centrum van de kern. De tweede route is de kortste route naar de autosnelweg A2, maar loopt via smalle landbouwwegen.
Thans is de aanleg van een nieuwe ontsluitingsroute tussen de autosnelweg A2 en Kerkdriel-zuid in studie (Zuidelijke ontsluitingsroute Kerkdriel). Er wordt een keuze gemaakt tussen een aantal varianten, zie paragraaf 2.4.3. Alle varianten zijn geschikt voor de ontsluiting van het transportbedrijf.

N.B.
De vrijkomende locatie aan de Leijensteinstraat zal worden verworven door Woningstichting Maasdriel, ten behoeve van de bouw van een extra woning. Tussen de gemeente Maasdriel, Transportbedrijf Vos en Woningstichting Maasdriel zal hieromtrent een samenwerkingsovereenkomst worden gesloten. Hiermee is voortzetting van een transportbedrijf op de huidige locatie uitgesloten.

Conclusie
Het plan past niet één op één in het streekplanbeleid. Gezien de voorgaande planologische afweging mag worden geconcludeerd dat er daarentegen geen strijdigheid is met het streekplan.

2.2.3 Overig provinciaal beleid

Het overige provinciale beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.