| Plan: | Buitengebied herziening 2010, Drielseweg 21 |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0263.BP1066-OH01 |
Om te komen tot een ruimtelijk relevante toetsing van bedrijfsvestigingen op milieuhygiënische aspecten wordt het begrip milieuzonering gehanteerd. Onder milieuzonering wordt verstaan het waar nodig zorgen voor een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds bedrijven of overige milieubelastende functies en anderzijds milieugevoelige functies zoals woningen. Bij de planontwikkeling dient rekening gehouden te worden met milieuzoneringen om zodoende de kwaliteit van het woon- en leefmilieu te handhaven en te bevorderen en daarnaast bedrijven voldoende zekerheid te bieden dat zij hun activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitvoeren. Bij de milieuzonering wordt gebruik gemaakt van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) opgestelde publicatie 'Bedrijven en milieuzonering'.'' ('Bedrijven en Milieuzonering', Uitgave VNG, Den Haag, 2009).
Richtafstandenlijsten
De twee belangrijkste bouwstenen voor milieuzonering zijn de twee richtafstandenlijsten in bijlage 1 van de VNG-publicatie. Voor een scala aan milieubelastende activiteiten (lijst 1) en opslagen en installaties (lijst 2) zijn richtafstanden aangegeven ten opzichte van een rustige woonwijk. In de lijsten wordt onderscheid gemaakt naar richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van deze vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een activiteit in een milieucategorie. Daarbij omvat categorie 1 de lichtste en categorie 6 de zwaarste vormen van bedrijvigheid. De richtafstanden gaan uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet worden beoogd of aanwezig zijn, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting (in plaats van de richtafstanden).
Twee omgevingstypen
De richtafstanden in bijlage 1 van de VNG-publicatie zijn afgestemd op de omgevingskwaliteit zoals die wordt nagestreefd in een rustige woonwijk of een vergelijkbaar omgevingstype (zoals een rustig buitengebied, een stiltegebied of een natuurgebied). Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven of kantoren) voor.
Indien de aard van de omgeving dit rechtvaardigt, kunnen gemotiveerd kleinere richtafstanden worden aangehouden bij het omgevingstype gemengd gebied, dat gezien de aanwezige functiemenging of ligging nabij drukke wegen al een hogere milieubelasting kent. Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. De richtafstanden uit bijlage 1 van de VNG-publicatie gelden ten opzichte van een rustige woonwijk. De afstanden kunnen, zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsstap worden verlaagd indien sprake is van omgevingstype gemengd gebied.
| Milieucategorie | Richtafstand tot omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied | Richtafstand tot omgevingstype gemengd gebied | |||||
| 1 | 10 | 0 | |||||
| 2 | 30 | 10 | |||||
| 3.1 | 50 | 30 | |||||
| 3.2 | 100 | 50 | |||||
| 4.1 | 200 | 100 | |||||
| 4.2 | 300 | 200 | |||||
| 5.1 | 500 | 300 | |||||
| 5.2 | 700 | 500 | |||||
| 5.3 | 1.000 | 700 | |||||
| 6 | 1.500 | 1.000 | |||||
Tabel 2: richtafstanden
De richtafstanden ten opzichte van de omgevingstypen rustige woonwijk, rustig buitengebied en gemengd gebied gaan uit van het principe van functiescheiding.
Conclusie plangebied
Het plangebied en de directe omgeving daarvan zijn grotendeels aan te wijzen als een gemengd gebied. In onderhavig bestemmingsplan worden parkeerplaatsen, bedrijven in milieucategorie 2 en 3.1 en kantoren mogelijk gemaakt.
Bedrijven in milieucatogorie 2 en 3.1
In onderhavig bestemmingsplan wordt uitgegaan van het toestaan van bedrijven met aan de westzijde van het perceel maximaal milieucategorie 2 en aan de oostzijde maximaal milieucategorie 3.1. Bij een gemengd gebied is de aan te houden richtafstand voor categorie 2 bedrijven 10 meter en voor categorie 3.1 bedrijven 30 meter. De nabijgelegen woningen Drielseweg 19 en St. Annaweg 1 zijn buiten deze richtafstanden gelegen. Zie verder paragraaf 6.5 van het akoestisch onderzoek dat als bijlage 2 bij de regels van dit bestemmingsplan is gevoegd. .
Kantoren
Kantoren behoren tot milieucategorie 1. In een gemengd gebied bedraagt de aan te houden afstand 0 meter. Hieraan wordt voldaan.
Parkeerterrein
Een parkeerterrein behoort tot milieucategorie 3.2 conform de brochure 'Bedrijven en milieuzonering' van VNG. In een gemengd gebied bedraagt de aan te houden afstand 50 meter voor geluid. Aangezien niet aan deze afstand tot de omliggende bebouwing wordt voldaan is er een akoestisch onderzoek uitgevoerd5. Dit onderzoek is als bijlage 2 bij de regels van dit bestemmingsplan gevoegd.
Op het perceel Drielseweg 21 wordt een parkeerterrein gerealiseerd voor De Groot International. Omdat de realisatie van een parkeerterrein niet los gezien mag worden van de gehele inrichting is in het akoestisch onderzoek een berekening uitgevoerd voor alleen de activiteiten op de Drielseweg 21 en voor de activiteiten op de Drielseweg 21 en 23 samen. In het onderzoek is uitgegaan van het gebiedstype "gemengd gebied".
Uit het onderzoek volgt dat aan de richtwaarden betreffende het maximale geluidniveau en het geluid afkomstig van de indirecte hinder wordt voldaan. Aan de richtwaarden betreffende het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau kan zowel op een weekdag als weekenddag niet bij alle woningen worden voldaan. Maatregelen of aanpassingen in de bedrijfsvoering zijn noodzakelijk om de ruimtelijke ontwikkeling mogelijk te maken. Het uiteindelijk toe te passen pakket van maatregelen bij het bedrijf moet (nog) worden vastgesteld.
Het is ook mogelijk om geen maatregelen bij het bedrijf te treffen, maar alleen ruimtelijke maatregelen te nemen. Indien op het terrein Drielseweg 21 vijf geluidsschermen worden geplaatst van tussen de 3,5 en 5 meter hoog wordt ter plaatse van alle woningen voldaan aan het langtijdgemiddelde beeordelingsniveau. Op de verbeelding staan deze opgegeven met de daarbij behorende minimale hoogte. Door het plaatsen van deze geluidsschermen is een goed en woon- en leefklimaat gegarandeerd bij de nabijgelegen woningen.