direct naar inhoud van Artikel 7 Gemengd
Plan: Lochem-Oost 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0262.loKernLochemOost2-BP41

Artikel 7 Gemengd

7.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
  • b. kantoren, uitsluitend op de begane grond;
  • c. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;
  • d. in uitzondering op het bepaalde in art. 7.1 lid a, b en c geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dagopvangcentrum' deze functies ook op de verdieping zijn toegestaan;
  • e. in uitzondering op het bepaalde in art. 7.1 lid a en b geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd – dienstverlening en kantoor op verdieping', dienstverlening en kantoor ook op de verdieping zijn toegestaan;

alsmede voor:

  • f. horeca in categorie I zoals genoemd in de bij deze regels behorende 'Staat van Horeca-activiteiten' (bijlage 2) uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca' met dien verstande dat horeca uitsluitend op de begane grond is toegestaan;
  • g. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', met dien verstande dat:
    • 1. detailhandel uitsluitend op de begane grond is toegestaan;
    • 2. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt' een supermarkt is toegestaan;
  • h. een garagebedrijf uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – garagebedrijf';
  • i. wonen vanaf de eerste verdieping, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen' dit ook op de begane grond is toegestaan;
  • j. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat per aanduiding maximaal één bedrijfswoning is toegestaan;
  • k. bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
7.2 bouwregels

Op de voor 'Gemengd' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

7.2.1 Binnen het bouwvlak:
  • a. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd met gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en met inachtneming van de overige bouwregels;
  • b. binnen het bouwvlak mag de goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goot- en bouwhoogte;
  • c. binnen het bouwvlak mag de dakhelling van een kap niet meer dan 60 graden bedragen;
  • d. inhoud van de bedrijfswoning maximaal 600 m3;
  • e. binnen het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 2 meter bedragen.
7.2.2 Buiten het bouwvlak:
  • a. buiten het bouwvlak mag maximaal 30% van de oppervlakte van het bouwperceel worden bebouwd met gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en met inachtneming van de overige bouwregels;
  • b. buiten het bouwvlak zijn de gebouwen uitsluitend toegestaan achter de lijn ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn';
  • c. buiten het bouwvlak mag de goothoogte van de gebouwen niet meer dan 3 meter bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 5 meter, mits het gebouw op ten minste 2 meter van de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
  • d. op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel mag de bouwhoogte van gebouwen buiten het bouwvlak maximaal 3 meter bedragen (behoudens afwijking als bedoeld in artikel 7.3);
  • e. buiten het bouwvlak mag de dakhelling van een kap niet meer dan 60 graden bedragen;
  • f. buiten het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
    • 1. achter de lijn ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' niet meer dan 2 meter bedragen;
    • 2. vóór de lijn ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' niet meer dan 1 meter bedragen.
7.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.2.2 onder d, voor een gebouw met een kap op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel, mits:

  • a. de dakhelling vanaf de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel oploopt met een helling van maximaal 60 graden;
  • b. de nok van de kap ten minste 2 meter uit de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
  • c. de bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt.