direct naar inhoud van Artikel 7 Groen
Plan: Binnenstad Lochem
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0262.loBinnenstad2010-BP41

Artikel 7 Groen

7.1 Bestemmingsregels

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. plantsoenen;
  • b. groenvoorzieningen (waaronder begrepen fiets- en voetpaden, toegangswegen en -paden naar percelen, water en waterberging, taluds);
  • c. speelvoorzieningen en sportveldjes;
  • d. beplanting;

almede voor:

  • e. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', parkeren;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - stadsvolière', een openbare stadsvolière;

met dien verstande dat:

  • g. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 15 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie'.

7.2 Bouwregels

Op de gronden als bedoeld in lid 7.1 zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een hoogte van maximaal 3 meter, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - stadsvolière' een openbare stadsvolière is toegestaan met een maximale oppervlakte van 20 m2 en een maximale bouwhoogte van 3,5 meter;

7.3 Aanlegvergunning
7.3.1 Verbod:

Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke (aanleg)vergunning van burgemeester en wethouders, werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren die de herkenbaarheid van de aangeduide dwarsprofielen van de historische grachten en stadswallen (dwarsprofiel nr. 1 tot en met 4) danwel het bestaande hoogteverschil tussen de Oosterwal en de Oosterbleek kunnen aantasten.

7.3.2 Uitzonderingen:

Het in 7.3.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en gebouwen;
  • b. noodzakelijk zijn voor de realisering van een bouwwerk waarvoor een bouwvergunning is verleend;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

7.3.3 Criteria voor verlening:

De in lid 7.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien de mogelijkheden voor het behoud, de versterking of het herstel van de in lid 7.3.1 beschreven waarden, daardoor niet in onevenredige mate wordt aangetast of verkleind.