direct naar inhoud van 4.5 Besluit Externe veiligheid
Plan: Woonzorggebouw Heuvelstraat Laren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0262.laWZCHeuvelstr-BP41

4.5 Besluit Externe veiligheid

Beoordelingskader

Voor de beoordeling van het aspect externe veiligheid gelden de volgende kaders:

  • Besluit externe veiligheid inrichtingen (plus de daaronder vallende Regeling externe veiligheid inrichtingen);
  • Beleidsvisie externe veiligheid gemeente Lochem;
  • Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen;
  • Besluit externe veiligheid buisleidingen (plus de daaronder vallende Regeling externe veiligheidbuisleidingen).

Daarnaast kunnen het Activiteitenbesluit en Vuurwerkbesluit van belang zijn.

Besluit en Regeling externe veiligheid inrichtingen

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) regelt hoe een gemeente of provincie moet omgaan met risico's voor mensen buiten een bedrijf als gevolg van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in een bedrijf. In de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) staan regels over de veiligheidsafstanden en over de berekening van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen

Uitgangspunt voor deze circulaire is de Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Voor de uitwerking en toepassing van de risiconormen is zoveel mogelijk aangesloten bij Bevi en Revi. Informatie uit risicoatlassen en toepassing van vuistregels wijst uit dat in Laren sprake is van een laag risiconiveau. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg blijft dan beperkt tot bestemmingsverkeer en lokaal verkeer. Bij deze aantallen zijn de externe veiligheidsrisico's verwaarloosbaar klein.

Besluit en Regeling externe veiligheid buisleidingen

Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) geeft onder andere veiligheidsafstanden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen aan. De normstelling is in lijn met het Bevi. De risicoafstanden en de manier van risicoberekening staan net als bij het Bevi in een regeling (Revb). Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (voorheen VROM) adviseert om voor standaard buisleidingen met aardolieproducten de afstanden aan te houden uit het RIVM rapport Risicoafstanden voor buisleidingen met brandbare vloeistoffen K1K2K3 (augustus 2008). Voor afwijkende gevallen en andere brandbare chemische vloeistoffen zijn berekeningen nodig. Voor het berekenen van risico's van ondergrondse gasleidingen (“hogedruk aardgastransportleidingen”) is het computerprogramma CAROLA beschikbaar.

Overwegingen

In de omgeving van deze locatie bevinden zich geen Bevi-bedrijven. De locatie valt buiten de plaatsgebonden risicocontouren van 10-6 per jaar. De locatie valt bovendien buiten het invloedsgebied van het groepsrisico. Ook vanuit het Activiteitenbesluit en het Vuurwerkbesluit krijgt deze locatie niet te maken met veiligheidsafstanden.

Bij deze ontwikkeling is geen sprake van vervoersbewegingen die vallen onder het vervoer van gevaarlijke stoffen. Op wegen in de omgeving is het aantal transporten met gevaarlijke stoffen bovendien zodanig gering, dat de plaatsgebonden risicocontouren van 10-6 per jaar binnen de rijbaan liggen en het groepsrisico verwaarloosbaar klein is.

In de omgeving zijn geen ondergrondse buisleidingen voor het vervoer van aardgas onder hoge druk of vloeibare brandstoffen aanwezig.

Advies Veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland

De Veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland heeft het bestemmingsplan Woonzorggebouw Heuvelstraat Laren beoordeeld. Dat is gedaan op het gebied van de bereikbaarheid en de externe veiligheidsrisico's.

De conclusie over de bereikbaarheid is, na beoordeling door de medewerker brandveiligheid van de gemeente Lochem, dat de bereikbaarheid van het woonzorggebouw voldoende is.

Op het gebied van veiligheidsrisico's heeft de VNOG op te merken dat achterliggende literatuur en de professionele risicokaart van Gelderland zijn geraadpleegd. Hieruit trekt de VNOG de conclusie dat zowel in het plangebied als in de directe nabije omgeving van het plangebied geen stationaire en mobiele risicobronnen (zoals bedoeld in het Bevi) zijn gesitueerd. Dit is ook voldoende onderbouwd in de 'externe veiligheidsparagraaf' als onderdeel van de toelichting op het ontwerpbestemmingsplan.

Er zijn dan ook geen bezwarende redenen om dit bestemmingsplan vast te stellen.

Het VNOG vraagt aandacht voor de mate van zelfredzaamheid van de gebruikers van het woonzorggebouw. Bij de voorbereiding op de realisatie en de daadwerkelijke uitvoering van het bouwwerk dient daar aandacht aan te worden besteed.