direct naar inhoud van 4.2 Bedrijven en Milieuzonering
Plan: Woonzorggebouw Heuvelstraat Laren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0262.laWZCHeuvelstr-BP41

4.2 Bedrijven en Milieuzonering

Om er voor te zorgen dat het woonzorggebouw goed wordt ingepast in zijn omgeving is milieuzonering een hulpmiddel. Milieuzonering zorgt ervoor dat dat nieuwe bedrijven een passende locatie in de nabijheid van woningen krijgen en en dat nieuwe woningen op een verantwoorde afstand van bedrijven worden gesitueerd. De VNG-brochure “Bedrijven en milieuzonering” vormt een erkende handreiking voor milieuzonering.

Een woonzorggebouw, in het kader van milieuzonering kan er gezien de geboden 24-uurs zorg gesproken worden van een verpleeghuis, is een bijzondere functie. Een verpleeghuis is namelijk in het kader van de Wet geluidhinder een geluidsgevoelige bestemming en verdient dan ook bescherming tegen geluid ten gevolge van verkeer en bedrijvigheid. Uit de brochure Bedrijven en Milieuzonering blijkt echter ook een verpleeghuis wordt beschouwd als een bedrijf waarvoor ten gevolge van geluid een richtafstand geldt van 30 meter ten opzichte van woningen. Omdat het beoogde woonzorgebouw in Laren zowel omgeven is door bedrijven als door woningen verdienen bij uitgangspunten aandacht in de milieuzonering.

4.2.1 Milieuzonering en verpleeghuizen

Woonzorggebouw als geluidsgevoelige bestemming

Zoals gezegd is een verpleeghuis/woonzorggebouw op grond van de Wet geluidhinder een geluidsgevoelige bestemmingen. In dit geval is de Wet geluidhinder niet van toepassing omdat het plangebied is omgeven door 30 km/u wegen en niet is gelegen op een op grond van de Wet geluidhinder gezoneerd bedrijventerreinen. Dit betekent dat de bescherming tegen geluid via de invulling van een “goede ruimtelijk ordening” zal moeten plaatsvinden.

In de Handreiking Bedrijven en Milieuzonering (VNG, 2009) die bij de afweging van geluid van bedrijven in dit geval is gebruikt, wordt de term milieugevoelige functie gehanteerd. Als voorbeelden worden daar woningen, ziekenhuizen, scholen en verblijfrecreatie genoemd.

Direct aangrenzend aan het plangebied liggen aan de Holterweg, Deventerweg en Postelstraat gronden en gebouwen die op grond van het geldende bestemmingsplan “Kern Laren 2008” de bestemming ‘Centrum’ hebben. Binnen deze bestemming zijn bedrijven en voorzieningen toegestaan op grond van de VNG-brochure maximaal milieucategorie 2 kennen, en daarmee in verband met geluid een richtafstand van 30 meter kennen.

De richtafstand dient te worden gemeten tussen enerzijds de grens van de bestemming die bedrijven, en andere milieubelastende functies (in dit geval de bestemming ‘Centrum’), toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van het woonzorggebouw. Duidelijk is dat de gevels van het woonzorggebouw gesitueerd kunnen worden binnen 30 meter van de grens van de bestemming ‘Centrum’. De richtafstand van 30 meter is echter afgestemd op de omgevingskwaliteit zoals die wordt nagestreefd in een rustige woonwijk of een vergelijkbaar omgevingstype zoals een rustig buitengebied.

Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven en kantoren) voor. Langs de randen (in de overgang naar mogelijke bedrijfsfuncties) is weinig verstoring door verkeer.

Indien de aard van de omgeving dit rechtvaardigt, kunnen gemotiveerd kleinere richtafstanden worden aangehouden bij het omgevingstype gemengd gebied, dat gezien de aanwezige functiemenging al een hogere milieubelasting kent.

Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid e toepassing van kleinere richtafstanden rechtvaardigen. Geluid is voor de te hanteren afstand van milieubelastende activiteiten veelal bepalend.

De gemeente Lochem is van oordeel dat het plangebied in combinatie met de omliggende bedrijven en andere functies aan de Holterweg 3 (de voormalige melkfabriek), de Deventerweg (bestemming ‘Centrum’ en de Postelstraat 4-6 (kinderopvang) beschouwd mag worden als een gemengd gebied. Hoewel er ook woningen aan de Deventerweg zijn gelegen, kan worden gesteld dat er sprake is van een matige functiemenging. Bovendien hecht de gemeente er aan de brede gebruiksmogelijkheden van gronden en gebouwen in het centrum van Laren in stand te laten. Uitruil van functies moet dan ook in de toekomst mogelijk blijven.

In een gemengd gebied kunnen de richtafstanden, zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsstap worden verlaagd. Dit betekent dat de richtafstand tussen de grens van de bestemming ‘Centrum’ en de uiterste situering van de gevel van het woonzorggebouw minimaal 10 meter dient te bedragen. Aan dit uitgangspunt wordt voldaan. Er kan dan ook worden geconcludeerd dat de ontwikkeling van het woonzorggebouw voor wat betreft het aspect milieuzonering, en bezien vanuit de omliggende bedrijven niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.

Woonzorggebouw als bedrijf

Op grond van de VNG-brochure kan een verpleeghuis/woonzorggebouw ook beschouwd worden als een milieubelastende activiteit. In de VNG-brochure uit 2009 wordt het volgende aangegeven ten aanzien van verpleeghuizen:

afbeelding "i_NL.IMRO.0262.laWZCHeuvelstr-BP41_0006.jpg"

Figuur 5 VNG brochure 2009 verpleeghuis

Vanuit een continue geluidsproductie geldt een richtafstand van 30 meter tussen het woonzorggebouw en de omliggende woningen. Hier is geredeneerd vanuit een rustige woonwijk. Dit wordt ook rechtvaardig geacht aangezien aan de Heuvelstraat en de Postelstraat uitsluitend woningen zijn gesitueerd. Bovendien is een aanzienlijk deel van deze woningen buiten de invloedssfeer (meer dan 30 meter) van bestaande bedrijven en andere functies gelegen.

In dit geval dient te worden gemeten vanuit de bestemmingsgrens van het woonzorggebouw tot de uiterste situering van de gevel van de woningen die volgens het bestemmingsplan of via vergunningvrij bouwen mogelijk is. Omdat in principe binnen de bestemming ‘Wonen’ tot op de achterste perceelsgrens mag worden gebouwd, is duidelijk dat niet kan worden voldaan aan de richtafstand van 30 meter. In dat geval dient door middel van akoestisch onderzoek inzichtelijk worden gemaakt of de ontwikkeling van het woonzorggebouw in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en het woon- en leefklimaat van de omliggende woningen niet wordt aangetast.

4.2.2 Resultaten onderzoek

Door Buijvoets Bouw- en Geluidsadvisering is een akoestisch onderzoek industrielawaai uitgevoerd, zie Bijlage 1. De conclusies van het onderzoek zijn hieronder weergegeven.

Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT

De streefwaarde van 45 dBA (etmaalwaarde) voor een rustige woonwijk voor de geluidbelasting LAr,LT voor de gevels van de woning wordt onder de genoemde uitgangspunten met maximaal 3 dBA overschreden.

Met een dichte schutting van 200 cm kan in alle punten ruimschoots aan de streefwaarde worden voldaan.

Omdat de normen van het Activiteitenbesluit 5 dBA hoger liggen dan de streefwaarde kan ook daar ruimschoots aan worden voldaan.

Maximale geluidniveaus LAmax

Dagperiode

De maximale grenswaarden uit de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening ’98 wordt overdag door het rijden van vrachtwagens overschreden. De norm uit het Activiteiten Besluit wordt overdag niet getoetst. Wanneer een gesloten tuinschutting van 200 cm hoog wordt geplaatst vindt in alle punten een grote reductie plaats op 1.5 m waarneemhoogte. De VNG streefwaarde van 65 dBA overdag wordt overschreden in punt 4 (potentiële uitbreiding op 2 m uit de erfgrens/schutting). Het VNG stappenplan geeft aan dat gemotiveerd mag worden afgeweken tot de maximale grenswaarde van 70 dBA in de dag. Omdat al rekening is gehouden met een schutting en normaal rijden/manoeuvreren is een verdere reductie niet haalbaar.

Avondperiode

Zonder schutting wordt de maximale grenswaarde van 65 dBA in de avond in punt 4 met 3 dBA overschreden. Met een 200 cm hoge schutting bedragen de piekgeluiden maximaal 59 dBA. De VNG streefwaarde van 60 dBA en maximale grenswaarde van 65 dBA worden daarmee niet overschreden.

Nachtperiode

Zonder schutting wordt de maximale grenswaarde van 60 dBA in de nacht in punt 4 met 8 dBA ruim overschreden. Met een 200 cm hoge schutting bedragen de piekgeluiden maximaal 59 dBA. De VNG streefwaarde van 55 dBA in de nacht voor een rustige woonwijk wordt nog wel overschreden. Het VNG stappenplan geeft aan dat gemotiveerd mag worden afgeweken tot de maximale grenswaarde van 60 dBA in de nacht. Omdat al rekening is gehouden met een schutting en normaal rijden/manoeuvreren is een verdere reductie niet haalbaar.

Indirect lawaai LAeq

Binnen de geluidcontour van de voorkeursgrenswaarde in de dag-, avond- en nachtperiode liggen geen woningen.

Maatregelen en het BBT-principe

Conform de Wet milieubeheer (artikel 5.3 Bor) mag van een inrichting worden verwacht dat de geluidemissie van akoestisch relevante geluidbronnen binnen redelijke grenzen en de stand der techniek zo veel mogelijk moet worden geminimaliseerd (het BBT-principe).

Voor de installaties (cv, afzuiging) is uitgegaan van moderne geluidarme machines.

De enige relevante bronnen zijn de voertuigen binnen de inrichting. Gerekend is met normaal rijden en gangbare bronvermogenniveaus. Om de geluidbelasting bij woningen te beperken is gerekend met 2 m hoge geluidschermen langs de erfscheiding.