direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Groeneweg 10 Gorssel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0262.buGroenew10Gorssel-BP41

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. al dan niet in combinatie met een beroep of kleinschalige bedrijvigheid aan huis volgens 3.3.1;
  • c. al dan niet in combinatie met inwoning/mantelzorg volgens een algemene afwijking in Artikel 9;
  • d. met de bijbehorende tuinen en erven;
3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels.

3.2.1 Algemeen:
  • a. binnen het bestemmingsvlak is maximaal 1 woning toegestaan, tenzij een ander maximum aantal wooneenheden is aangeduid;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aangeduide aantal wooneenheden niet worden overschreden;

3.2.2 Woning en bijgebouwen:
  • a. de vergroting van de inhoud van een woning mag niet meer bedragen dan:

bestaande inhoud woning   Vergroting tot maximaal  
kleiner dan 550 m³   600 m³  
tussen 550 m³ en 600 m³   20%  
tussen 600 m³ en 750 m³   15% tot een maximum van 750 m³  
groter dan 750 m³   handhaven bestaande omvang  

  • b. de goothoogte van een woning mag niet meer dan 4,5 meter bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 10 meter;
  • c. de oppervlakte van de bij een woning behorende bijgebouwen en overkappingen mag tezamen niet meer dan 75 m² bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' de oppervlakte niet meer dan 150m² mag bedragen;
  • d. de goothoogte van een bijgebouw mag niet meer dan 3,5 meter bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 6,5 meter;
  • e. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer dan 3 meter bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overkapping' de bouwhoogte niet meer dan 5 meter mag bedragen;
  • f. wanneer de bestaande goot- en/of bouwhoogtes al hoger zijn, gelden deze bestaande hogere maten als maximum bij een uitbreiding of herbouw.

3.2.3 Situering woning en bijgebouwen:
  • a. herbouw van een woning is mogelijk ter plaatse van de bebouwingscontour van de huidige woning, of op een locatie die maximaal 10 meter van de huidige bebouwingscontour is gesitueerd (behoudens een afwijking volgens Artikel 9 van deze regels) en met inachtneming van het bepaalde onder b;
  • b. de afstand van een bijgebouw tot de woning mag niet meer dan 25 meter bedragen.

3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
  • a. De volgende bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan:

Bouwwerken geen gebouw zijnde   Maximale bouwhoogte  
Verlichting   2 meter  
Tuinmeubilair   3 meter  
Speeltoestellen   5 meter  
1 roedige hooiberg   5 meter  
Maximaal 1 vlaggenmast   8 meter  
Hekwerken en andere terreinafscheidingen   1 meter, voor de voorgevel van het hoofdgebouw;
2 meter, elders binnen het bestemmingsvlak  

  • b. per hoofdgebouw is maximaal 75 m² voor zwembaden toegestaan;
  • c. per hoofdgebouw is maximaal 600 m² voor tennisbanen toegestaan.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik van de gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

3.3.1 Beroep- en kleinschalige bedrijvigheid aan huis:

Een woning met bijgebouwen mag worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep of kleinschalige bedrijvigheid aan huis, mits:

  • a. niet meer dan 25% van de vloeroppervlakte van de gebouwen daarvoor wordt aangewend met een maximum van 100 m²;
  • b. het beroep- of kleinschalige bedrijvigheid aan huis door de bewoner zelf wordt uitgeoefend;
  • c. het gebruik geen invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
  • d. uitsluitend bedrijfsactiviteiten worden toegestaan in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis in Bijlage 1;
  • e. er geen detailhandel plaatsvindt;
  • f. per woning maximaal 1 reclame- en/of naambord aan de gevel is toegestaan van maximaal 0,50 m² of op de voor wonen aangewezen gronden in dezelfde omvang en met een hoogte van maximaal 1 meter;
  • g. er geen buitenopslag plaatsvindt.
3.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de splitsing van een woning wordt toegestaan, onder de volgende voorwaarden:

  • a. alleen het hoofdgebouw inclusief de (voormalige) deel mag worden gesplitst;
  • b. de te splitsen woning moet een inhoud hebben van ten minste 900 m³ en mag nog niet eerder zijn gesplitst;
  • c. de woningen moeten na splitsing elk een inhoud hebben van minimaal 450 m³;
  • d. de woning kan slechts één keer worden gesplitst;
  • e. de bestaande oppervlakte van de woning mag niet worden uitgebreid en de bestaande goot- en nokhoogte mag niet worden vergroot om geen afbreuk te doen aan de bestaande (karakteristieke) bebouwing;
  • f. het oprichten van nieuwe bijgebouwen is niet toegestaan;
  • g. de woning niet is gesitueerd in een 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied';
  • h. de landschappelijke kernkwaliteiten daardoor niet worden aangetast;
  • i. de bebouwing landschappelijk wordt ingepast met beplanting die eigen is aan het landschapstype ter plaatse.