10.1 Landschapstypen
Voor het aangeduide landschapstype geldt de volgende regel:
10.1.1 Beleid en kernkwaliteiten
-
a. Ter plaatse van de aanduiding 'landschapstype kleinschalig kampenlandschap', is het beleid gericht op de instandhouding en de ontwikkeling van het kleinschalig kampenlandschap met de volgende kernkwaliteiten: het kleinschalig kampenlandschap met kleinschalig landschap, microreliëf in de vorm van eenmansessen en steilranden, perceelrandbeplanting, houtwallen en houthakbosjes, grillige wegenstructuur met beplanting en open essen en enken;
-
b. Ter plaatse van de aanduiding 'landschapstype open broekgebied' is het beleid gericht op de instandhouding en de ontwikkeling van het open broekgebied met de volgende kernkwaliteiten: vlak en open landschap met een regelmatig verkavelingspatroon, sloten, rechte wegen en grote open ruimten met weinig beplanting in de vorm van kleine boselementen en houtwallen.
10.1.2 Toetsing
In de desbetreffende bestemmingen is aangegeven of er bij het verlenen van omgevingsvergunning en bij wijziging van het bestemmingsplan aan het beleid onder 10.1.1 moet worden getoetst en op welke wijze dit moet geschieden.