direct naar inhoud van Artikel 5 wonen
Plan: Malden, Droogsehof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0252.MAbpDroogsehof-VA02

Artikel 5 wonen

5.1 bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'aaneengebouwd' aaneengebouwde woningen;
    • 2. 'gestapeld' gestapelde woningen;
    • 3. 'twee-aaneen' twee-aaneen gebouwde woningen;
    • 4. 'vrijstaand' rijstaande woningen;
  • b. uitsluitend bergingen en autostallingen ten behoeve van de onder a bedoelde woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – berging en autostalling';
  • c. uitsluitend nutsvoorzieningen ten behoeve van de onder a bedoelde woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – techniekruimte';
  • d. aan huis gebonden beroepen;
  • e. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • f. tuinen, erven en verhardingen;
  • g. geluidwerende voorzieningen;
  • h. h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

5.2 bouwregels

5.2.1. Voor het bouwen van gebouwen binnen een bouwvlak gelden de volgende bepalingen:

  • a. er mogen hoofdgebouwen en bijgebouwen worden gebouwd;
  • b. het aantal hoofdgebouwen bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal;
  • c. de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' aangegeven goothoogte;
  • d. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte;
  • e. de dakhelling van een hoofdgebouw mag niet meer dan 20º bedragen;


5.2.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 1 meter;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 2 meter;
  • c. de hoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • d. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 meter.

5.3 ontheffing van de bouwregels

5.3.1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in artikel onder c en toestaan dat de goothoogte van een gebouw wordt vergroot met niet meer dan 1 meter;
  • b. het bepaalde in artikel onder d en toestaan dat de bouwhoogte van een gebouw wordt vergroot met niet meer dan 1 meter;


5.3.2. De in artikel genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, indien de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van aangrenzende percelen niet onevenredig worden geschaad.

5.4 specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 Wro, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen op een bouwperceel voor meer dan 1 woning;
  • b. het gebruik van vrijstaande gebouwen buiten het bouwvlak als zelfstandige woning;
  • c. het gebruik van gebouwen voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, indien het gedeelte dat voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep wordt gebruikt, groter is dan 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen op het bouwperceel tot een maximum van 50 m².
  • d. het gebruik van gebouwen ten behoeve van detailhandel;
  • e. het gebruik van gebouwen en het bijbehorende erf voor de uitoefening van een bedrijf;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • g. het gebruik van onbebouwde gronden als opslagplaats anders dan voor opslag ten behoeve van normaal tuinonderhoud;
  • h. het gebruik van onbebouwde gronden als stallingsplaats of standplaats van kampeermiddelen.