direct naar inhoud van Artikel 12 Wonen
Plan: Bedrijven- en sportterreinen Heerde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.700BPBHDBDRIJVNTRN-VA03

Artikel 12 Wonen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Wonen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-gebonden beroep;
  • b. nutsvoorzieningen;
  • c. tuinen en erven;
  • d. groen en groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • g. hoofdgebouwen;
  • h. bijbehorende gebouwen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. per bouwvlak is maximaal 1 woning toegestaan;
  • c. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 m aan beide zijden;
  • d. de goot- en de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen;
  • e. de dakhelling bedraagt minimaal 30° en maximaal 60°.

12.2.2 Bijbehorende gebouwen

Voor het bouwen van bijbehorende gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m;
  • c. de minimale afstand tot de voorgevellijn van de woning bedraagt 1 m;
  • d. de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende gebouwen bedraagt 100 m2, mits de zone van het perceel buiten het bouwvlak gelegen niet meer dan 50% wordt bebouwd. In dat geval geldt voor het oppervlakte aan bijbehorende gebouwen maximaal 50% van het oppervlakte van de zone gelegen buiten het bouwvlak.

12.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen voor de voorgevellijn maximaal 1 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
12.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik (laten) nemen van gronden en bouwwerken voor:

  • a. het gebruik van gronden en opstallen voor een (aan huis gebonden) bedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor doeleinden van zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen.
12.5 Afwijken van de gebruiksregels
12.5.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.4 onder a ten behoeve van aan huis gebonden bedrijven als genoemd in de in Bijlage 2 opgenomen Lijst van aan huis gebonden bedrijven , dan wel activiteiten die naar aard en omvang gelijk zijn te stellen met de aangegeven categorie van activiteiten, niet zijnde detailhandel, met dien verstande dat:

  • a. ten hoogste 50 m², waarbij zowel de woning als de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt aangewend voor aan huis gebonden bedrijven;
  • b. geen sprake mag zijn van een onevenredig nadelige uitstraling op de woonomgeving, waaronder in elk geval begrepen een onevenredig zware belasting van de verkeersafwikkeling en de parkeercapaciteit;
  • c. parkeren plaats dient te vinden op eigen terrein;
  • d. activiteiten respectievelijk inrichtingen waarvoor op grond van de Wet milieubeheer een vergunning is vereist, niet zijn toegestaan;
  • e. uitsluitend eigenaar/ gebruiker van de woning de bedrijfsmatige activiteiten mag uitoefenen;
  • f. detailhandel uitsluitend in zelf geproduceerde producten is toegestaan.

12.5.2 Afwegingskader

Van het bepaalde in lid 12.5.1 kan uitsluitend worden afgeweken, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.