direct naar inhoud van Regels
Plan: Drielanden - Horloseweg 38
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.WP00214-0002

Regels

 

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het wijzigingsplan Drielanden - Horloseweg 38 met identificatienummer NL.IMRO.0243.WP00214-0002 van de gemeente Harderwijk;

1.2 wijzigingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 bestemmingsplan Drielanden - Groene Zoom

het bestemmingsplan Drielanden - Groene Zoom van de gemeente Harderwijk, zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 24 april 2014.

Hoofdstuk 2 Wijzigingsregels

Artikel 2 Wonen

  • A. In aanvulling op het bepaalde in artikel 12.2.a.2.d van het bestemmingsplan Drielanden - Groene Zoom geldt dat:
  • niet meer dan 30% van de totale gootlengte per woning mag een grotere goothoogte van 3,5 meter hebben.

  • B. In aanvulling op het bepaalde in artikel 12.5 van het bestemmingsplan Drielanden - Groene Zoom, geldt het volgende:

Voorwaardelijke verplichting sloop bebouwing

  • a. Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken overeenkomstig de in artikel 12 opgenomen bestemmingsomschrijving zonder de sloop van de bebouwing zoals aangegeven op de tekening zoals weergegeven in Bijlage 1 Te slopen panden.
  • b. Een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor het bouwen van gebouwen, wordt slechts verleend indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat de sloop van de bebouwing voor het verlenen van de omgevingsvergunning wordt uitgevoerd.

Voorwaardelijke verplichting landschappelijke inpassing

  • a. Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken overeenkomstig de in artikel 12 opgenomen bestemmingsomschrijving zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen zoals weergegeven in Bijlage 2 Beplantingsplan.
  • b. Een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor de oprichting van de eerste nieuw te bouwen woning, wordt slechts verleend indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat de nieuw aan te leggen beplanting zoals weergegeven in Bijlage 2 Beplantingsplan wordt gerealiseerd en in stand wordt gehouden.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 3 Algemene gebruiksregels

In aanvulling op het bepaalde in artikel 19 van het bestemmingsplan Drielanden - Groene Zoom, geldt het volgende:

3.1 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen
  • a. Bij nieuwbouw of uitbreiding waarbij het gebruiksoppervlak toeneemt dient de inrichting van de gronden zodanig plaats te vinden, dat wordt voldaan aan de gemeentelijk parkeernormen zoals weergegeven in de op het tijdstip van de aanvraag van de omgevingsvergunning geldende parkeernormennota.
  • b. Voor de berekening van het aantal benodigde parkeerplaatsen is de Parkeernormennota Harderwijk van toepassing. Daarbij dient overeenkomstig de aanbevelingen van het CROW tevens rekening te worden gehouden met parkeerplaatsen voor mindervaliden;
  • c. De onder a. bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben zoals die zijn voorgeschreven in de ASVV (Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom). Voor de onder a. bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's komen in ieder geval niet in aanmerking gronden die bedoeld en/of ingericht zijn als openbare groenvoorziening(en);
  • d. Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort;
  • e. Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde onder a. en c.:
    • 1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden, zoals bijvoorbeeld bij een inbreidingslocatie, op overwegende bezwaren stuit; of
    • 2. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien;
      • wanneer een bijdrage is geleverd aan het ingestelde parkeerfonds.

Artikel 4 Overige regels

De regels, deel uitmakende van het bestemmingsplan Drielanden - Groene Zoom, zijn van toepassing op dit plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10 %.
  • c. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan Drielanden - Horloseweg 38.