Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Aanpassing artikel 1 Begrippen
Artikel 1 van het bestemmingsplan Buitengebied - Park Ceintuurbaan wordt als volgt
aangepast:
- De vetgedrukte woorden worden aan het begrip Parktuin toegevoegd:
1.35 parktuin:
een veelal omvangrijke tuin, grotendeels bestaande uit parkachtige beplanting, of met een parkachtige uitstraling, waar het intensievere gebruik en de specifieke tuininrichting zoals niet
gebiedseigen beplanting, vijver, speeltoestellen, terrassen en andere verharding niet
zijnde één ontsluitende oprit, zich beperkt tot 20% van het perceel waarop het bouwvlak is gelegen.
- Het begrip houtopstand wordt als volgt opgenomen in artikel 1.
houtopstand:
hakhout, een houtwal of één of meer bomen, zowel in levende als in dode toestand, met dien verstande dat onder een boom een houtachtig, overblijvend gewas wordt verstaan met een omtrek van de stam van minimaal dertig centimeter op 1.30 meter hoogte boven het maaiveld gemeten en met een minimale lengte van 5 meter. In geval van meerstammigheid geldt de omtrek van de dikste stam;
Artikel 3 Aanpassing artikel 3 Groen - Parktuin
De onderstaande vetgedrukte woorden worden aan de planregels van het bestemmingsplan
Buitengebied - Partiële herziening Park Ceintuurbaan en het bestemmingsplan Buitengebied
- Park Ceintuurbaan toegevoegd:
3.2.1 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
-
a. op deze gronden mogen geen gebouwen en geen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd;
-
b. in afwijking van het bepaalde onder a:
-
1. mogen bestaande gebouwen in het gemeenschappelijk openbaar gebied worden gehandhaafd;
-
2. mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidscherm 1', een multifunctionele geluidwerende voorziening worden gebouwd met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 12 meter bedraagt.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen bijbehorende bouwwerken zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen bijbehorende bouwwerken zijnde geldt dat de bouwhoogte van:
-
a. een terreinafscheiding , grenzend aan het gemeenschappelijk openbaar gebied niet meer bedraagt dan 1 meter;
-
b. overige terreinafscheidingen niet meer bedraagt dan 2 meter;
-
c. speeltoestellen en tuinmeubilair niet meer bedraagt dan 2,5 meter;
-
d. geluidwerende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidscherm 2' niet meer bedraagt dan 3 meter;
-
e. geluidwerende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidscherm 3' niet meer bedraagt dan 2,5 meter;
-
f. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen bijbehorende bouwwerken zijnde niet meer bedraagt dan 3 meter.
Artikel 4 Aanpassing artikel 4 Wonen - 1 en artikel 5 Wonen - 2
In lid 4.1 onder a. en lid 5.1 onder a. van het bestemmingsplan Buitengebied - Park
Ceintuurbaan wordt het woord wonen vervangen door woningen:
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wonen woningen;
b. tuinen en erven;
c. gemeenschappelijke geluidwerende voorziengen.
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wonen woningen;
b. tuinen en erven.
Artikel 5 Aanpassing artikel 8 Waarde - Landschap
Lid 8.3 onder a sub 3. van het bestemmingsplan Buitengebied - Park Ceintuurbaan wordt het
woord bos vervangen door houtopstand:
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van
werkzaamheden
-
a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
1. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
-
2. het diepploegen, diepwoelen of het uitvoeren van andere ingrepen in de bodem, waaronder ook begrepen de aanleg van leidingen, allen dieper dan 0,60 meter onder maaiveld, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd, alsmede de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van bestaande drainage;
-
3. het vellen of rooien van
bos houtopstand, alsmede het verwijderen van landschapselementen;
-
4. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden, alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m²;
-
5. het verwijderen van onverharde wegen of paden;
-
6. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur.
Artikel 6 Aanpassen artikel 14 Algemene wijzigingsregels
Aan artikel 14.2 van het bestemmingsplan Buitengebied - Park Ceintuurbaan wordt de
doorgehaalde tekst verwijderd en vetgedrukte tekst toegevoegd. De vetgedrukte cursieve tekst
is alleen maar een opmerking over een doorgevoerde layoutwijziging.
14.2 Wijziging bestemmings- en bouwvlakken
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen waarbij:
-
a. de bestemming "Wonen - 2" en "Groen - Parktuin"
en wordt gewijzigd in "Wonen - 1" en "Groen - Parktuin" met dien verstande dat:
-
1. de maximum oppervlakte van een bouwvlak in de bestemming "Wonen - 1" niet meer mag bedragen dan 75 m², met dien verstande dat het bouwvlak van het oorspronkelijke hoofdgebouw in alle gevallen tot het bouwvlak dient te blijven behoren;
-
2. de maximum oppervlakte van een bestemmingsvlak zonder bouwvlak in de bestemming "Wonen - 1" niet meer mag bedragen dan 15 m²;
[layout aangepast waardoor bestaande
tekst ongewijzigd in een nieuw lid 3 wordt opgenomen en de overige leden worden
doorvernummerd]
-
3. terreinafscheidingen van het bouwperceel grenzend aan gemeenschappelijk gebied en/of gemeenschappelijke wegen en paden moeten bestaan uit beplanting;
-
4.
de aanpassing van een bestemmingsvlak van de bestemming "Wonen - 2" alleen is
toegestaan als daarvoor geen houtopstand moet worden geveld of gerooid;
-
5. alle bebouwing (legaal of illegaal) op het bouwperceel in de bestemming"Groen - Parktuin" binnen 1 jaar na inwerkingtreding van het wijzigingsplan dient te worden verwijderd;
-
6. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrenzen dient minimaal 3 meter te bedragen;
-
7. in afwijking van het bepaalde onder 4. mag bestaande bebouwing, waarvoor een bouw- of omgevingsvergunning is verleend, op minder dan 3 meter van de perceelsgrenzen worden gehandhaafd en binnen het bestemmingsvlak respectievelijk bouwvlak worden gesitueerd;
-
8. voor het overige de bouwregels uit Artikel 4, lid 4.2 van toepassing zijn.
-
b. de bestemmings- en bouwgrenzen van de bestemming "Wonen - 1" en "Groen - Parktuin"worden aangepast, met dien verstande dat:
-
1. de maximum oppervlakte van een bouwvlak in de bestemming "Wonen - 1" niet meer mag bedragen dan 75 m², met dien verstande dat het bouwvlak van het oorspronkelijke hoofdgebouw in alle gevallen tot het bouwvlak dient te blijven behoren;
-
2. de maximum oppervlakte van een bestemmingsvlak zonder bouwvlak in de bestemming "Wonen - 1" niet meer mag bedragen dan 15 m²;
-
3.
de aanpassing van een bestemmingsvlak van de bestemming "Wonen - 1" alleen is
toegestaan als daarvoor geen houtopstand moet worden geveld of gerooid;
-
4.
alle bebouwing (legaal of illegaal) op het bouwperceel in de bestemming "Groen
- Parktuin" binnen 1 jaar na inwerkingtreding van het wijzigingsplan dient te worden
verwijderd;
-
5. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrenzen dient minimaal 3 meter te bedragen;
-
6. in afwijking van het bepaalde onder 3. mag bestaande bebouwing, waarvoor een bouw- of omgevingsvergunning is verleend, op minder dan 3 meter van de perceelsgrenzen worden gehandhaafd en binnen het bestemmingsvlak respectievelijk bouwvlak worden gesitueerd;
-
7. voor het overige de bouwregels uit Artikel 4, lid 4.2 van toepassing blijven.
-
c. de bestemmings- en bouwgrenzen van de bestemming "Wonen - 2" en "Groen - Parktuin" worden aangepast, met dien verstande dat:
-
1. de gezamenlijke maximum oppervlakte van bestemmingsvlakken in de bestemming "Wonen - 2" niet meer mag bedragen dan 75 m², met dien verstande dat het bouwvlak van het oorspronkelijke hoofdgebouw in alle gevallen tot het bouwvlak dient te blijven behoren;
-
2.
de aanpassing van een bestemmingsvlak van de bestemming "Wonen - 2" alleen is
toegestaan als daarvoor geen houtopstand moet worden geveld of gerooid;
-
3. voor het overige de bouwregels uit Artikel 5, lid 5.2 van toepassing blijven.