Plan: | Bedrijventerrein Lorentz |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0243.BP00015-0004 |
Bedrijven
De bedrijven op Lorentz hebben een grote variatie in milieucategorieën, zoals op onderstaande kaart te zien is. Met name rond het havengebied komen hogere categorieën voor. Lorentz is bestemd voor industrie, bouw en installatiebedrijven, groothandel, transport en distributie. Lorentz is daarmee een gemengd bedrijventerrein. Het aantal bedrijven in de zakelijke dienstverlening stijgt, in de industrie blijft het aantal vestigingen ongeveer gelijk en in de reparatie en handel neemt het aantal licht af.
Beleid
Door bedrijfsactiviteiten in categorie 1 en 2 (volgens de VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering, editie 2009) toe te staan, blijft Lorentz ruimte bieden aan bedrijven die door technologische ontwikkelingen/maatregelen in een lagere categorie vallen. Daarmee wordt voorkomen dat die bedrijven gedwongen moeten verhuizen. Tevens biedt deze toelating meer vestigingsmogelijkheden voor kleinere (startende) bedrijven.
Milieucategorieën, bron inventarisatie Lorentz (2009)
In dit bestemmingsplan wordt niet voorzien in een inwaartse zonering. Inwaarts zoneren betekent dat aan de randen van het bedrijventerrein bedrijven uit de lichtere milieucategorieën gevestigd worden, de zwaardere milieucategorieën verder naar binnen. De reden om inwaarts te zoneren is de bescherming van omliggende woonwijken. Daarentegen heeft niet inwaarts zoneren de volgende redenen:
Naastgelegen woningen worden altijd nog beschermd door de eisen uit milieuwetgeving. Om die reden is inwaarts zoneren geen noodzaak.
Detailhandel
In het plangebied komen op meerdere plekken grootschalige detailhandelsvestigingen voor, te midden van de industrie. Dit speelt met name in Lorentz 1. Er is wel een clustering van autobedrijven in de bocht van de Lorentzstraat en langs de Pascalstraat.
Naast het feit dat de detailhandel de schaarse ruimte voor industriële bedrijven inneemt is de verkeersaantrekkende werking (sommige detailhandelsactiviteiten liggen erg ongunstig, midden op het bedrijventerrein) problematisch. Daarnaast is er sprake van oneerlijke concurrentie ten opzichte van bestaande winkelgebieden. Om deze redenen is sinds de partiële wijziging van de voorschriften van de bestemmingsplannen in Lorentz, het niet (meer) mogelijk om detailhandel te vestigen. Een deel van de bedrijven is legaal en een deel valt onder het overgangsrecht op basis van de vigerende regelingen.
Beleid
De detailhandelsvisie gaat uit van het beperken van de mogelijkheden voor detailhandel op Lorentz. In het kader van de revitalisering van het terrein is het beleid er op gericht de detailhandel zoveel mogelijk terug te dringen. Verplaatsing van de detailhandel is één van de opties. Het geheel verbieden van bestaande detailhandel is vanwege planschadeclaims onverstandig en in strijd met jurisprudentie op het gebied van overgangsrecht. Het is daarom van belang de bestaande vormen van detailhandel vast te leggen en geen nieuwvestiging van detailhandel toe te staan. Bestaande detailhandelsvestigingen worden daarom gelegaliseerd door middel van maatwerk. Dit betekent ook dat alleen de bestaande oppervlakte (verkoopvloeroppervlakte) wordt toegestaan.
Uitzondering hierop vormt de detailhandel in de zogenaamde ABC-goederen (auto's, boten en caravans). Aangezien de belangrijkste alternatieve locatie, bedrijvenpark De Tonsel, nagenoeg vol is, wordt ervoor gekozen bestaande vestigingen enige uitbreidingsmogelijkheden te bieden. Dit wordt bewerkstelligd door in die gevallen detailhandel op het hele perceel toe te staan. Nieuwvestiging voor ABC-goederen wordt niet toegestaan.
Uitbreidingsmogelijkheden voor overige detailhandel worden beperkt tot 10% met een maximum van 50 m². Voor detailhandelsbedrijven is het mogelijk te investeren (bouwen) op de beschikbare detailhandelslocaties, zolang de soort detailhandel gelijk blijft en de omvang van het verkoopvloeroppervlak niet groter wordt.
Op Lorentz wordt door enkele bedrijven direct aan de consument geleverd. Volgens de in Harderwijk gehanteerde definitie is dan sprake van detailhandel. Het is echter vaak een ondergeschikte nevenactiviteit die rechtstreeks voortvloeit en/of rechtstreeks verband houdt met de hoofdactiviteit. Wanneer de nevenactiviteit geen problemen oplevert voor ongewenste verkeersbewegingen en oneerlijke concurrentie met echte detailhandelslocaties, is het geen bezwaar deze ondergeschikte detailhandel toe te staan. Dit kan voldoende geregeld worden door de omvang van de detailhandelsactiviteit beperkt te houden. Om die reden wordt de nevenactiviteit gedefinieerd volgens de criteria:
Binnen deze criteria is de vestiging van internetwinkels met afhaalbalie ook mogelijk, indien groothandel, op- en overslag en/of postorder de hoofdactiviteit is.
In de detailhandelsvisie wordt gesproken van een mogelijke ontwikkeling van de Marie Curiestraat tot een cluster voor kantoren en PDV. Door de ontwikkeling van de Harder als themacentrum voor wonen en vrije tijd en door de gewijzigde ontsluiting als gevolg van de reconstructie van de N302, is de ontwikkeling van de Marie Curiestraat als PDV-cluster niet meer aan de orde. Voor bouwmarkten en tuincentra is een beperkt aantal PDV-locaties elders binnen de gemeente aangewezen.
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan
Facility Centre
Een Facility Centre brengt zogenaamde gemaksdiensten (bijv. vergaderruimte, lunchroom, bedrijfsfysio) dichtbij de werkplek, wat de aantrekkelijkheid van het bedrijventerrein vergroot. Deze diensten mogen echter niet concurrerend zijn met vergelijkbare functies elders in Harderwijk. Omdat kinderopvang een kwetsbare functie is levert dit vanuit milieuwetgeving beperkingen op voor omliggende bedrijven. Dit staat de vestiging van kinderopvang in de weg. Toelating van een Facility Centre kan worden geregeld via een wijzigingsbevoegdheid voor het hele plangebied. Een verzoek voor een facilty centre zal getoetst worden aan de volgende criteria:
Kantoren
In het plangebied komt op een aantal locaties zelfstandige kantoren voor. Dit betreft onder andere een tweetal locaties gelegen aan de N302.
Beleid
Zelfstandige kantoren zijn nu niet toegestaan om het bedrijventerrein volledig voor industrie, nijverheid en handel beschikbaar te houden. Vasthouden aan dit beleid gaat dus niet ten koste van industriële bedrijvigheid, logistiek en groothandel. Voortzetting van het niet toelaten van zelfstandige kantoren is in lijn met de Kantorennota en voorkomt onnodige blootstelling van personeel aan milieuoverlast als gevolg van geluid, geur en stof. Ook onderscheidt het bedrijventerrein zich zo van andere bedrijfslocaties (o.a. Deventerweg, Dichterskwartier, De Harder). Tevens ondersteunt dit beleid nieuwe ontwikkelingen, zoals Waterfront en Stationsgebied, locaties die geschikter zijn voor kantoorfuncties. Deze locaties passen in het kantorenbeleid, waarin clustering van kantoren prevaleert boven spreiding.
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan
Wonen
In het plangebied komt een aantal bedrijfswoningen voor. In het vigerende bestemmingsplan Industriegebied Noord-Oost was het mogelijk een dienstwoning op te richten. Op grond van de Wet Milieubeheer worden bedrijfswoningen beschouwd als gevoelige bestemmingen, die bescherming behoeven. In veel gevallen is deze bescherming gelijk aan die voor een reguliere woning. Hierdoor kan de oprichting van een bedrijfswoning problemen opleveren voor de uitoefening van de werkzaamheden en mogelijk in uitbreidingsplannen van een nabijgelegen bedrijf zonder woning. Door de partiële wijziging van de voorschriften van de bestemmingsplannen in Lorentz, is de mogelijkheid van (nieuw) vestiging van dienstwoningen komen te vervallen. In principe is het wenselijk dat woningen op termijn verdwijnen.
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan
Verkeer
Bedrijventerrein Lorentz is via de provinciale weg N302 verbonden met de A28 (Amersfoort-Zwolle) en wordt gestructureerd door twee (hoofd) ontsluitingswegen, de Lorentzstraat en de Daltonstraat. De overige wegen op het bedrijventerrein hebben een lokale ontsluitingsfunctie. De Daltonstraat is via de Newtonweg verbonden met de N302. De toegangen tot het bedrijventerrein via de Newtonweg, zijn vervangen door rotondes. De hoofdwegenstructuur op het terrein is ruim en overzichtelijk. Anders is dit voor de smalle secundaire wegen, die een stuk minder overzichtelijk zijn. Kerende vrachtwagens, laad- en losverkeer en geparkeerde auto's op straat zorgen hier voor problemen.
Parkeren
Er is op eigen terrein vaak te weinig ruimte voor personeel en bezoekers om te parkeren. Er wordt veel op de straat geparkeerd, terwijl dat voor grote delen van het terrein verboden is. Dit belemmert de doorstroming op de wegen op het bedrijventerrein en maakt in sommige gevallen de weg onoverzichtelijk, wat kan leiden tot gevaarlijke situaties.
De gemeente verplicht parkeren op eigen erf in het Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan. Dit is afdwingbaar door het voorschrijven van parkeervoorzieningen op eigen erf in dit bestemmingsplan. Bij een bouwaanvraag moet worden aangetoond dat voldoende ruimte gereserveerd is om in de eigen parkeerbehoefte te voorzien.
De gemeente is bezig met het herinrichten van de straatprofielen. Door de inritten te versmallen en de groenstroken te verbreden, worden de mogelijkheden voor parkeren, en dergelijke fysiek beperkt.
Het plan biedt mogelijkheden om een algemene (vrachtwagen)parkeerplaats aan te leggen.
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan
Groen
De groenstructuur op Lorentz is langs de randen (Newtonweg, N302) goed ontwikkeld. Langs de Newtonweg vormt een begroeiing van bomen en bossages een duidelijke scheiding tussen het bedrijventerrein en de omgeving. De groenstructuur langs de N302 bestaat uit verspreide beplanting. Bij de kruising met de Lorentzstraat is sprake van een parkachtige setting. Op het bedrijventerrein zelf staan in de meeste straten verspreid bomen, de groenstructuur maakt hier een gefragmenteerde indruk.
In het GroenStructuurplan wordt voorgesteld een robuuste groenstructuur te ontwikkelen die passend is voor een industrielandschap en die in de beplantingskeuze verwijst naar de ligging aan het water. De uitbreiding van Lorentz aan zowel de noord- (haven) als de zuid-oostzijde (Lorentz-Oost) biedt de kans om de landschappelijke inpassing van het bedrijventerrein te verbeteren.
Aan de noord- en zuidoostzijde wordt het bedrijventerrein omgrensd door een groenzone, die de bestemming groen heeft gekregen.