Plan: | De Zwaluwhoeve |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0243.BP00007-0002 |
De kern Hierden, en daarmee ook De Zwaluwhoeve, ligt op circa 1.500 meter afstand van de Natura 2000-gebieden "Veluwerandmeren" en "Veluwe". Hierdoor is het noodzakelijk een risico-inschatting te maken van mogelijke negatieve effecten van de geplande activiteiten op de instandhoudingsdoelstellingen van deze gebieden. Daarnaast ligt het plangebied op circa 1.000 meter van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). Het plan dient daarom ook te worden getoetst aan het beschermingskader van de EHS Gelderland. Tot slot is het eveneens noodzakelijk om het plan te toetsen aan de Flora- en faunawet. Deze wet regelt de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren.
ARCADIS heeft hiertoe in april 2009 een quickscan uitgevoerd (zie bijlage Ecologisch onderzoek). Op grond van deze quickscan kunnen de volgende conclusies worden getrokken.
Soortenbescherming
Broedvogels
Door naleving van een ecologisch protocol kan een deel van de negatieve gevolgen voor broedvogels voorkomen of beperkt worden. In het plangebied komen mogelijk ook broedvogels voor waarvan de vaste broedlocatie sterk afhankelijk is van menselijke activiteit (zwaluwen, grote gele kwikstaart). Deze vaste broedlocaties zijn jaarrond beschermd. Gebouwen die gesloopt worden, moeten geïnspecteerd worden op het voorkomen van deze vogels. Indien vaste verblijfplaatsen aangetroffen worden in het plangebied en schade niet voorkomen kan worden, dient er een ontheffing te worden aangevraagd.
Vleermuizen
In het plangebied komen mogelijk vaste verblijfplaatsen van vleermuizen voor. Deze vaste verblijfplaatsen zijn jaarrond beschermd. Er dient nader onderzoek te worden gedaan naar het voorkomen van vleermuizen en hun gebruik van het plangebied.
Amfibieën en grondgebonden zoogdieren
Niet alle schade is te vermijden, waardoor voor een aantal grondgebonden zoogdieren en amfibieën verbodsbepalingen worden overtreden. Voor deze zoogdieren en amfibieën (tabel 1) gelden vrijstellingen. Voor de vrijgestelde soorten en niet-beschermde soorten blijft wel de zorgplicht gelden. Aan de zorgplicht kan worden voldaan door tijdens de uitvoering de maatregelen uit het ecologisch protocol te volgen.
Gebiedenbescherming
Er worden geen negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen van de Natura 2000-gebieden "Veluwe" en "Veluwerandmeren" verwacht. De fysieke ingrepen reiken niet tot aan de Natura 2000-gebieden. De beschermde vogelsoorten reiken wat betreft foerageren niet tot aan het plangebied. De meervleermuis maakt mogelijk van het gebied gebruik als zomerverblijfplaats. Dit heeft geen gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000-gebieden.
Negatieve effecten en de wezenlijke kenmerken en waarden van de Gelderse EHS zijn door de aard van de initiatieven en de afstand tot de EHS uitgesloten.
Vervolgstappen
Als bomen gekapt en gebouwen gesloopt gaan worden, dient een aanvullend onderzoek plaats te vinden naar het voorkomen van vleermuizen die mogelijk gebruik maken van deze bomen en gebouwen. Dit onderzoek kan plaatsvinden in de periode half maart tot half oktober. De intentie is echter dat de bestaande gebouwen en bomen gehandhaafd blijven. Daarnaast dient er een aanvullend onderzoek plaats te vinden naar het voorkomen van vaste nestplaatsen van zwaluwen en/of grote gele kwikstaart in de schuur op het weiland ten oosten van het resort. Dit onderzoek kan gelijktijdig plaatsvinden met het vleermuizenonderzoek, mits het onderzoek in de periode van half mei tot en met half juli uitgevoerd wordt. Indien vleermuizen, zwaluwen en/of grote gele kwikstaart aanwezig zijn, dient overleg met de Dienst Landelijk Gebied plaats te vinden over de uit te voeren vervolgstappen (compensatie, ontheffing).
Aanvullende maatregelen
Bij de inrichting van het plangebied kan met ecologische waarden rekening worden gehouden door de bestaande begroeiingen zoveel als mogelijk te integreren in het plan.
Daarnaast kunnen de gebouwen vleermuisvriendelijk en vogelvriendelijk worden gebouwd. Vogels als huismus en gierzwaluw, waarvan de nestgelegenheid in Nederland afneemt, kunnen zo profiteren van nieuwe nesten. Speciale dakpannen en/of neststenen kunnen worden aangebracht in de nieuwe gebouwen. Voor sommige vleermuissoorten kunnen vleermuiskasten worden opgehangen. Bovendien kunnen stootvoegen aan de bovenzijde van gemetselde muren worden opengehouden. Ook kunnen kleine openingen achter windveren (circa 2 cm) worden behouden. Tot slot kunnen er kruidenrijke bermen of stroken in het plangebied geïntegreerd worden. Dit levert een geschikte habitat op voor veel soorten dagvlinders en zoogdieren.
Door deze kleine aanpassingen kan de biodiversiteit in het gebied toenemen. De kosten van dergelijke maatregelen zijn veelal minimaal.
Bij de uitvoering van bouw- en bestratingswerken zal de wettelijke zorgplicht in acht worden genomen.