direct naar inhoud van Artikel 14 Algemene afwijkingsregels
Plan: Buitengebied, derde herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0236.bpbgderdeherz-VSG1

Artikel 14 Algemene afwijkingsregels

14.1 Algemene afwegingscriteria
  • a. Natuurbeschermingswet 1998/Flora- en faunawet:
    Bij verlening van omgevingsvergunning zal rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van de te beschermen planten- en diersoorten op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. Indien uit onderzoek blijkt dat er sprake is van (een) beschermde soort(en) en het bouwwerk en/of de activiteit beschadiging en/of vernieling van voortplantings- of rustplaatsen, dan wel ontworteling of vernieling veroorzaakt, zal de betreffende (bouw)werkzaamheden c.q. activiteit pas kunnen plaatsvinden na ontheffing, dan wel vrijstelling op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet.

  • b. Watertoets:
    Bij verlening van omgevingsvergunning zal rekening worden gehouden met de waterhuishoudkundige belangen. Indien omgevingsvergunning verlening mogelijk (negatieve) gevolgen kan hebben voor de waterhuishoudkundige belangen, zal een besluit omtrent het verlenen van omgevingsvergunning niet worden genomen, dan nadat het desbetreffende waterschap een deskundigenadvies heeft afgegeven betreffende de omgevingsvergunning.

14.2 Afwijken ten behoeve van kleine nutsgebouwen en -bouwwerken

Bij omgevingsvergunning kan, ten behoeve van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde van openbaar nut zoals gemalen, transformatorstations, telefooncellen, wachthuisjes, afvalcontainers en dergelijke, worden afgeweken van de regels tot een maximum inhoud van 75 m³ en een maximum bouwhoogte van 3 m.

14.3 Afwijken ten behoeve van het bouwen van beheersgebouwen

Bij omgevingsvergunning kan, ten behoeve van het beheer van natuur-, landschap en boscomplexen worden afgeweken van de regels voor het bouwen van beheersgebouwen, met dien verstande dat:

  • a. de oppervlakte van het te beheren object of totaal van verschillende objecten ten minste 25 ha bedraagt;
  • b. per 100 ha te beheren object of totaal van verschillende objecten slechts 1 gebouw is toegestaan;
  • c. gebouwd dient te worden in 1 bouwlaag met kap;
  • d. de inhoud ten hoogste 150 m³ mag bedragen.

14.4 Afwijken ten aanzien van bestemmings- en aanduidingsgrenzen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels indien en voor zover afwijkingen ten aanzien van bestemmings- en aanduidingsgrenzen noodzakelijk zijn, mits die afwijking ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 10 m bedraagt.

14.5 Afwijken ten behoeve van vergroting inhoud van een woning

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels voor het vergroten van de inhoud van een (bedrijfs)woning (inclusief aanbouwen) met 200 m³ ten behoeve van de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, blijkende uit een sociale- en/of medische indicatie, noodzakelijk moet worden geacht voor het zelfstandig kunnen wonen, mits:

  • a. voor de betrokkene(n) geen aanvaardbare alternatieven voorhanden zijn;
  • b. wordt voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder.

Van een sociale en/of medische indicatie is sprake in geval van een situatie waarin zulke zwaarwegende factoren van sociaal psychologische en/of medische aard aanwezig zijn, dat bij weigering van de gevraagde medewerking het welzijn van betrokkene dan wel het betrokken gezin in lichamelijk, geestelijk en/of sociaal opzicht, in ernstige mate bedreigd of geschaad lijkt te worden.

14.6 Afwijken ten aanzien van antennes

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels voor het bouwen van antennes, waarvan de bouwhoogte ten hoogste 15 m mag bedragen.

14.7 Afwijken ten aanzien van overschrijding goot- en bouwhoogtes

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de in de regels opgenomen maximale goot- en bouwhoogtes ten behoeve van een overschrijding daarvan met ten hoogste 10%.

14.8 Afwijken ten aanzien van overschrijding bouwhoogten voor agrarische bedrijfsgebouwen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de in de regels opgenomen maximale bouwhoogten voor agrarische bedrijfsgebouwen ten behoeve van de bouw van veestallen met een maximale bouwhoogte van 13 m, met dien verstande dat:

  • a. omgevingsvergunning uitsluitend wordt verleend ten behoeve van grondgebonden veehouderijbedrijven;
  • b. veestallen uitsluitend met een hogere bouwhoogte mogen worden gebouwd indien dit door toepassing van een specifiek stalsysteem vanuit het oogpunt van hoger dierenwelzijn of voor de plaatsing van melkrobots noodzakelijk is;
  • c. veestallen met een hogere bouwhoogte dan 10 m worden gebouwd met een zadeldak waarvan de dakhelling minimaal 25º bedraagt.

14.9 Afwijken ten aanzien van goot- en bouwhoogten voor schuurbergen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de in de regels opgenomen goot- en bouwhoogten uitsluitend ten behoeve van de bouw van bijgebouwen bij woningen in de vorm van schuurbergen, waarvan de goot- en bouwhoogte maximaal 5 m respectievelijk 8 m mogen bedragen.

14.10 Afwijken ten aanzien van voormalige agrarische hulpgebouwen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels voor het geheel vernieuwen van buiten de (agrarische)bouwvlakken gelegen voormalige agrarische hulpgebouwtjes (zoals schuilgelegenheden en opslaghutjes) die nu in gebruik zijn bij burgers zonder agrarisch bedrijf, met dien verstande dat het betrokken gebouw met ten minste 20% van de oorspronkelijke oppervlakte wordt verkleind en het gebouw een goothoogte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van maximaal 5 m mag hebben en de oppervlakte maximaal 60 m² mag bedragen.