direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Oude Waag 83/Banweg 2, Tweede herziening Bestemmingsplan Buitengebied'
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0236.OudeWaagBanweg-0403

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan huis verbonden beroepen;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. tuinen en erven,

met de daarbij behorende:

  • e. bouwwerken.

6.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. Woningen
      • woningen worden uitsluitend gebouwd binnen het bouwvlak;
      • per bouwvlak is één woning toegestaan;
      • de inhoud van woningen mag niet meer dan 710 m³ bedragen;
      • de bouwhoogte van woningen mag niet meer dan 8,5 m bedragen;
      • aan- en uitbouwen worden ten minste 1 m achter de voorgevel van de woning gebouwd;
      • woningen worden voorzien van een kap waarvan de dakhelling ten minste 30º en ten hoogste 60º bedraagt.
    • 2. Bijgebouwen bij woningen
      • de afstand van een bijgebouw tot een woning bedraagt maximaal 20 m;
      • de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen per woning mag niet meer dan 200 m² bedragen;
      • de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen;
      • de bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer dan 6 m bedragen;
      • bijgebouwen worden ten minste 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning gebouwd;
      • de afstand van bijgebouwen tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt niet minder dan 3 m.
  • b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van terreinafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning niet meer dan 1 m mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer dan 6 m bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 2 m bedragen.

6.3 Ontheffing van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.2 voor het verhogen van de bouwhoogte met maximaal 10 %.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.2 voor het verhogen van de goot- en bouwhoogte uitsluitend ten behoeve van de bouw van bijgebouwen bij woningen in de vorm van schuurbergen, waarvan de goot- en bouwhoogte maximaal respectievelijk 5 m en 8 m mogen bedragen.
  • c. Ontheffing wordt niet verleend indien ten aanzien van de betreffende bebouwing sprake is van onevenredige aantasting van:
    • 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    • 2. het bebouwings- en landschapsbeeld;
    • 3. de verkeersveiligheid.
  • d. Op het verlenen van ontheffing is de procedure van Afdeling 3.4 van Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

6.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Voor uitoefening van het aan huis verbonden beroep gelden de volgende regels:
    • 1. detailhandel is niet toegestaan, uitgezonderd in ondergeschikte vorm een beperkte verkoop in verband met een beroepsmatige activiteit in of bij een woning;
    • 2. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van beroepsmatige activiteiten in gebruik is, zulks met een maximum van 45 m².
  • b. Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:
    • 1. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
    • 2. het gebruik van gronden ten behoeve van het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen voor dag- en/of verblijfsrecreatieve doeleinden.

6.5 Ontheffing van de gebruiksregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.1 voor bed and breakfast/kamerverhuur ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden in een woning en/of in een bijgebouw tot een maximale vloeroppervlakte van 50 m², met dien verstande, dat de woonfunctie in overwegende mate behouden dient te blijven en geen onevenredige hinder optreedt voor de omliggende belangen en waarden.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.1 voor een theetuin op het erf van een woning, mits geen onevenredige hinder optreedt voor omliggende belangen en zorg wordt gedragen voor sanitaire voorzieningen binnen de op grond van het bepaalde in lid 6.2 toegestane bebouwing.
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.1 voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf in de zin van bedrijven van categorie 1 en 2 zoals genoemd in de bij deze regels behorende bijlage 2 'Staat van bedrijfsactiviteiten', waarbij de maximale vloeroppervlakte voor de uitoefening van het aan huis verbonden bedrijf niet meer dan 75 m² mag bedragen. Als toetsingcriterium geldt dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen en natuur- en landschapswaarden van de naburige percelen en gronden.
  • d. Op het verlenen van ontheffing is de procedure van Afdeling 3.4 van Algemene wet bestuursrecht van toepassing.