direct naar inhoud van Artikel 14 Waterstaat-Waterberging
Plan: Stationsgebied West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0236.GDMSTATIONWEST-VSG2

Artikel 14 Waterstaat-Waterberging

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterberging' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor:

  • d. de waterhuishouding;
  • e. de waterberging;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen.

14.2 Bouwregels

Op de gronden als bedoeld in lid 14.1 mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • g. ten behoeve van de in lid 14.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • h. de bouwhoogte van de onder a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • i. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de waterbergingscapaciteit gelijk blijft.

14.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2 onder c. met inachtneming van de volgende regels:

  • j. de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels worden in acht genomen;
  • k. de waterbergingscapaciteit wordt niet onevenredig geschaad en vooraf wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder, indien gebouwd wordt onder +3 m NAP.

14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

14.4.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterberging' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

het ophogen van gronden;

  • l. het dempen van watergangen.


14.4.2 Uitzondering

Het onder lid 14.4.1 vervatte verbod geldt niet indien het werken en/of werkzaamheden betreft, die:

noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor ontheffing is verleend, zoals in lid 14.3, bedoeld;

normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;

  • m. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.


14.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken en werkzaamheden, als bedoeld in lid 14.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien de waterbergingscapaciteit gelijk blijft en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder, in geval werkzaamheden worden uitgevoerd onder +3 m NAP.