Artikel 27 Algemene ontheffingen
- Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straaten/of bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de woonsituatie,
ontheffing te verlenen van de voorschriften van het plan ten behoeve van:- het oprichten van bouwwerken voor doeleinden van openbaar nut met een oppervlakte, voor zover het een gebouw betreft, van maximaal 25 m2 en een maximale goothoogte van 3 m, in verband waarmee bij het oprichten van bedoelde bouwwerken langs een weg, de kade of een waterloop, de wegbeheerder en/of het waterschap gehoord worden;
- het aanbrengen van geringe wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bebouwingsgrenzen, voor zover niet zijnde bestemmingsgrenzen, mits het wijzigingen betreft ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan, waarbij belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden in de plankaart;
- het overschrijden van de op de plankaart en in de voorschriften aangegeven maten, minimale en maximale afmetingen van bebouwing met maximaal 10%, uitgezonderd de oppervlaktematen zoals opgenomen in tabel 13;
- het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van palen en masten, met een bouwhoogte van maximaal 15 m, mits de noodzaak in het kader van de bedrijfsvoering wordt aangetoond.
- Ontheffingen als bedoeld in lid 1 kunnen niet worden verleend voor:
- bouwwerken, in de bestemming 'natuur';
- recreatiewoningen;
- verkooppunten voor motorbrandstoffen.
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven |
Naar volgende |