Plan:
Ermelo Buitengebied Midden-West
Status:
vastgesteld
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn:
NL.IMRO.02330000BPbgbMW1-
Artikel 7 Agrarisch gebied

Inhoudsopgave
7.1 Doeleindenomschrijving

De als zodanig op de plankaart aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  • uitoefening van het agrarisch bedrijf;
  • extensieve dagrecreatie;
  • verkeer;
  • nutsvoorzieningen;
  • voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
en daarnaast voor:
  • behoudend wonen, uitsluitend waar dat op de plankaart met de aanduiding 'wonen toegestaan' is aangegeven;
  • boomkwekerij, uitsluitend waar dat op de plankaart met de aanduiding 'boomkwekerij' is aangegeven;
  • kwekerij, uitsluitend waar dat op de plankaart met de aanduiding 'kwekerij' is aangegeven;
  • volkstuinen, uitsluitend waar dat op de plankaart met aanduiding 'volkstuinen' is aangegeven;
  • een vleesverwerkend bedrijf tot een maximaal oppervlak van 120 m2, uitsluitend waar dat op de plankaart met de aanduiding 'vleesverwerkendbedrijf' is aangegeven;
  • een kampeerboerderij met dagrecreatieve voorzieningen, uitsluitend waar dat op de plankaart met de aanduiding 'kampeerboerderij' is aangegeven.

Binnen elk bouwvlak is niet meer dan één agrarisch bedrijfscomplex toegestaan.

In het doel 'uitoefening van het agrarisch bedrijf':

  • zijn mestopslagplaatsen, sleufsilo's en kuilvoerplaten buiten het bouwvlak maar in directe aansluiting daarmee mede begrepen;
  • is buiten de op de plankaart als 'landbouwontwikkelingsgebied' aangegeven gronden intensieve veehouderij en intensieve veehouderij met bouwvlakvergroting uitsluitend begrepen waar dat op de plankaart als zodanig is aangeduid, met dien verstande dat de aanduidingen 'intensieve veehouderij' en 'intensieve veehouderij met bouwvlakvergroting' onverkort van toepassing zijn voor die agrarische bouwvlakken die slechts gedeeltelijk zijn aangegeven met 'landbouwontwikkelingsgebied';
  • zijn aan de agrarische functie ondergeschikte nevenactiviteiten uitsluitend begrepen, indien en voor zover het bouwvlak is aangegeven met 'nevenactiviteit toegestaan' en met dien verstande dat:
    • het gebruik ten behoeve van de nevenactiviteit plaatsvindt op en/of in directe aansluiting met, het bouwvlak;
    • de aard van de nevenactiviteit beperkt is tot hetgeen per afzonderlijk agrarisch bedrijf is aangegeven in de als bijlage van deze voorschriften deel uitmakende lijst 'Bestaande nevenactiviteiten op agrarische bedrijven';
    • buitenopslag voor niet-agrarische nevenactiviteiten niet is toegestaan, uitgezonderd voor zover is aangegeven in de als bijlage van deze voorschriften deel uitmakende lijst 'Bestaande nevenactiviteiten op agrarische bedrijven'.

Het doel 'verkeer' is beperkt tot:

  • de bestaande wegen en uitwegen, met in achtneming van het bestaande aantal rijstroken;
  • de aanleg van fietsen voetpaden voor zover zij zijn gelegen binnen een zone van 30 m uit de as van de bestaande weg of uitweg.

Onder het doel 'nutsvoorzieningen' zijn antennemasten mede begrepen, met dien verstande dat uitsluitend de bestaande antennemasten tot het doel behoren.

Binnen het doel 'behoudend wonen' is per afzonderlijke aanduiding niet meer dan 1 woning toegestaan.

7.2 Bouwvoorschriften
  1. Bebouwing ten dienste van de uitoefening van het agrarisch bedrijf
    Voor de bebouwing ten behoeve van de uitoefening van het agrarisch bedrijf gelden de volgende bepalingen:
    1. het aantal bedrijfswoningen bedraagt niet meer dan 1, dan wel het op de plankaart aangegeven aantal, met dien verstande dat voor zover de gronden zijn aangeduid met 'zonder bedrijfswoning', een bedrijfswoning niet is toegestaan;
    2. uitgezonderd het bepaalde onder 4. mogen bouwwerken uitsluitend binnen de op de plankaart aangegeven bouwvlakken worden gebouwd;
    3. binnen het bouwvlak dient de bebouwing te voldoen aan de voorschriften als genoemd in tabel 2:

Tabel 2

Bouwwerken maximale goothoogte in m maximale bouwhoogte in m maximale oppervlakte in m2 maximale inhoud in m3
bedrijfsgebouwen
6
10
-
-
bedrijfsgebouwen, waar dat op de plankaart met de aanduiding 'kampeerboerderij' is aangegeven 4.5 8 1.235 -
bedrijfswoning 4 8 - 600, dan wel, voor zover het bouwvlak is aangegeven met 'voormalige meergeneratiewoning', de bestaande inhoud, zoals deze per afzonderlijk adres is aangegeven in de als bijlage van deze voorschriften deel uitmakende lijst 'Voormalige meergeneratiewoningen', met dien verstande, dat het seniorendeel van de woning niet ten koste van het hoofddeel van de woning mag worden uitgebreid.
bijgebouwen bij de bedrijfswoning 3 5 85 -
kassen goedkeuring onthouden door GS 6 10 500 -
silo's - 12 - -
bouwwerken, geen gebouwen zijnde - 10 - -

    1. buiten het bouwvlak zijn uitgezonderd mestopslagplaatsen, sleufsilo's en kuilvoerplaten uitsluitend bestaande kleine agrarische gebouwen toegestaan, zoals zomermelkstallen, schuilgelegenheden voor vee en opslagschuurtjes voor gereedschap, waarvan de oppervlakte niet meer mag bedragen dan de bestaande oppervlakte en met dien verstande dat:
      • het gebouw rechtstreeks ten dienste moet staan van een agrarisch bedrijf;
      • de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3,5 m;
    1. de oppervlakte van de bebouwing ten behoeve van de nevenactiviteiten mag niet meer mag bedragen dan per afzonderlijk agrarisch bedrijf is aangegeven in de als bijlage van deze voorschriften deel uitmakende lijst 'Bestaande nevenactiviteiten op agrarische bedrijven'.

  1. Bebouwing ten dienste van het doel wonen
    Voor zover de gronden zijn aangeduid met 'wonen toegestaan' gelden de volgende bepalingen:
    • de inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan de bestaande inhoud;
    • onderbouw is niet toegestaan.

  1. Bebouwing ten dienste van het doel kwekerij
    Voor zover de gronden zijn aangeduid met 'kwekerij' gelden de volgende bepalingen:
    1. het aantal bedrijfswoningen bedraagt niet meer dan 1;
    2. binnen het bouwvlak dient de bebouwing te voldoen aan de voorschriften als genoemd in tabel 3:

Tabel 3

Bouwwerken maximale goothoogte in m maximale bouwhoogte in m maximale oppervlakte in m2 maximale inhoud in m3
bedrijfsgebouwen 6 10 -
-
bedrijfswoning 4 8 - 600
bijgebouwen bij de bedrijfswoning 3 5 85 -
bouwwerken, geen gebouwen zijnde - 10 - -

  1. Bebouwing ten dienste van de overige doeleinden
    Voor de bebouwing ten behoeve van de overige doeleinden gelden de volgende bepalingen:
    • met uitzondering van bebouwing ten behoeve van het doel 'nutsvoorzieningen', is de bebouwing beperkt tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    • de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van antennemasten niet meer mag bedragen dan 40 m.

7.3 Ontheffing van de bouwvoorschriften

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het straaten/of bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de woonsituatie;
  • de leefgebieden van dieren en planten en voor zover van toepassing de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden,

ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 2 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel 4, onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden:

Tabel 4

activiteit basisvoorschrift voorwaarden
de bouw van een tweede bedrijfswoning sub a onder 1
  • aangetoond dient te zijn dat sprake is van een noodzakelijk en intensief toezicht dat slechts door twee volwaardige arbeidskrachten kan worden verricht en dat het bedrijf duurzame werkgelegenheid biedt aan twee volwaardige arbeidskrachten;
  • de tweede bedrijfswoning dient op een afstand van maximaal 20m van de eerste bedrijfswoning te worden opgericht;
  • de inhoud mag niet meer bedragen dan 600 m3 per woning met een goothoogte van maximaal 4 m en een bouwhoogte van maximaal 8 m;
  • de afstand van de woning tot de as van de aanliggende weg dient stedenbouwkundig aanvaardbaar te zijn;
  • voldaan dient te zijn aan de bij of krachtens de Wet geluidhinder gestelde bepalingen;
de overschrijding van de bebouwingsgrenzen sub a onder 2
  • de overschrijding mag niet meer bedragen dan 10% van de oppervlakte van het bouwvlak, met dien verstande dat het maximale oppervlak van het bouwvlak na overschrijding niet meer mag bedragen dan 1,5 ha;
  • de overschrijding dient aantoonbaar noodzakelijk te zijn in het kader van een doelmatige bedrijfsvoering;
  • de overschrijding dient verband te houden met de wettelijke eisen in het kader van het dierenwelzijn;
  • de bebouwing dient een compact geheel te vormen met de bestaande bebouwing;
Goedkeuring onthouden door GS:
de overschrijding van de maatvoering voor bedrijfsgebouwen
sub a onder 3
  • de ontheffing strekt zich niet uit tot kassen;
  • de goothoogte mag niet meer bedragen dan 8 m;
  • de bouwhoogte mag niet meer bedragen 12 m;
  • ontheffing wordt uitsluitend verleend indien het bouwen van bedrijfsgebouwen met een hogere goot- en bouwhoogte noodzakelijk is ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering en onder voorwaarde dat de ruimtelijke, stedenbouwkundige en landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond.
de overschrijding van de maatvoering voor bedrijfswoning sub a onder 3
  • de overschrijding dient rechtstreeks verband te houden met inwoning uit hoofde van mantelzorg;
  • de vergroting mag niet meer bedragen dan 125 m3;
  • de inhoud van de bedrijfswoning mag na ontheffing niet meer bedragen dan 725 m3;
  • de overschrijding mag niet leiden tot woningsplitsing;
  • de bedrijfswoning dient in visueel opzicht de uitstraling van één bedrijfswoning te behouden;
  • voor zover de overschrijding betrekking heeft op een vergroting van de onderbouw, mag de oppervlakte tussen de buitenwerkse muren met niet meer dan 10% van de bestaande oppervlakte worden vergroot;
de overschrijding van de maatvoering voor de bijgebouwen bij de bedrijfswoning sub a onder 3
  • de overschrijding dient rechtstreeks en noodzakelijk verband te houden met inwoning in de bedrijfswoning uit hoofde van mantelzorg;
  • de oppervlakte van het te vergroten bijgebouw mag met niet meer dan 60 m2 worden vergroot;
  • de ontheffing blijft beperkt tot één bijgebouw per bouwvlak;
Goedkeuring onthouden door GS:
het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een grotere bouwhoogte dan 10 m
sub a onder 3
  • de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 25 m;
het bouwen van kleine agrarische gebouwen, zoals zomermelkstallen, schuilgelegenheden voor vee en opslagschuurtjes voor gereedschap buiten een bouwvlak sub a onder 3
  • de ontheffing blijft beperkt tot één gebouw per bijbehorend agrarisch bedrijf;
  • de oppervlakte per gebouw mag niet meer bedragen dan 15 m2;
  • het gebouw dient rechtstreeks ten dienste te staan van een agrarisch bedrijf;
  • er dient sprake te zijn van bij het agrarisch bedrijf behorende gronden met een aaneengesloten oppervlakte van minimaal 3 ha;
  • de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m;
het vergroten van de oppervlakte van de bestaande gebouwen ten behoeve van de nevenactiviteit
sub a onder 5
  • de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van de nevenactiviteit mag na ontheffing niet meer bedragen dan 350 m2, met dien verstande, dat indien de bestaande oppervlakte zoals is aangegeven in de als bijlage van deze voorschriften deel uitmakende lijst 'Bestaande nevenactiviteiten op agrarische bedrijven', 315 m2 of meer bedraagt, vergroting mag plaatsvinden met maximaal 10%;
  • de vergroting mag, gelet op de aard, omvang en ligging geenonevenredige afbreuk doen aan het (leef)milieu en het landschap.

7.4 Ontheffing van de gebruiksbepalingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het straaten/of bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de woonsituatie;
  • de leefgebieden van dieren en planten en voor zover van toepassing de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden,

ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 26 lid 1 (Algemene gebruiksbepaling) voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel 5, met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden:

Tabel 5

activiteit voorwaarden
de verkoop aan huis van op het agrarisch bedrijf vervaardigde producten en/of (streek)producten welke niet vervaardigd zijn op het agrarische bedrijf;
  • de activiteit dient ondergeschikt te zijn aan de agrarische hoofdactiviteit;
  • de verkoopvloeroppervlakte mag niet meer bedragen dan 50 m2;
  • het betreft geen producten die betrekking hebben op nevenactiviteiten
niet-agrarische nevenactiviteiten op een bouwvlak Goedkeuring onthouden door GS: dan wel direct aansluitend aan het bouwvlak ;
  • de nevenactiviteit dient een vorm van bedrijvigheid te betreffen zoals vermeld in de bijlage lijst 'Kleinschalige nevenactiviteiten', dan wel dient wat betreft aard, omvang en hinder vergelijkbaar te zijn met één van deze activiteiten;
  • het gebruik ten behoeve van de nevenactiviteit dient plaats te vinden op en/of in directe aansluiting met, het bouwvlak;
  • de nevenactiviteit dient te worden uitgeoefend in de bestaande bebouwing, met dien verstande dat ten behoeve van nevenactiviteiten per bouwvlak een oppervlakte van niet meer dan 25% van de bestaande bedrijfsgebouwen met een maximum zoals aangegeven in de bijlage lijst 'Kleinschalige activiteiten' mag worden gebruikt. Vervangende nieuwbouw kan worden toegestaan tot een maximum van 200 m2, mits een inrichtingsplan is overgelegd, dat is gericht op verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, bijvoorbeeld in de vorm van:
    • natuurontwikkeling;
    • openbare toegankelijkheid van het buitengebied en recreatieve voorzieningen in de vorm van fietsof wandelpaden;
    • cultuurhistorie;
    • waterberging;
  • een aanvullende verruiming is mogelijk tot 20% van de gegeven oppervlaktematen voor zover gelegen op de op de bij deze voorschriften behorende kaart 'Gebiedsvisie' als 'Multifunctioneel platteland' aangegeven gronden alsmede 15% op de als 'Zoekzone landschappelijke versterking' aangegeven gronden, mits een inrichtingsplan is overgelegd, dat is gericht op verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, bijvoorbeeld in de vorm van:
    • natuurontwikkeling;
    • openbare toegankelijkheid van het buitengebied en recreatieve voorzieningen in de vorm van fietsof wandelpaden;
    • cultuurhistorie;
    • waterberging;
  • de ontheffing strekt zich niet uit tot buitenopslag, met dien verstande, dat, indien de noodzaak is aangetoond, maximaal 100 m2 aan buitenopslag kan worden toegestaan, mits deze landschappelijk wordt ingepast;
  • aangetoond dient te worden dat de nevenactiviteit niet zal leiden tot een onevenredige vergroting van de lokale verkeersdruk;
  • de ontheffing strekt zich niet uit tot agrarische bedrijven die zijn aangegeven met 'nevenactiviteit toegestaan';
omschakeling van een bestaande nevenactiviteit naar een niet-agrarische nevenactiviteit
  • de omschakeling dient een vorm van bedrijvigheid te betreffen zoals vermeld in de bijlage lijst 'Kleinschalige nevenactiviteiten', dan wel dient wat betreft aard, omvang en hinder vergelijkbaar te zijn met één van deze activiteiten;
  • het gebruik ten behoeve van de nevenactiviteit dient plaats te vinden op en/of in directe aansluiting met, het bouwvlak;
  • de nevenactiviteit dient te worden uitgeoefend in de bestaande bebouwing, met dien verstande dat ten behoeve van nevenactiviteiten per bouwvlak een oppervlakte van niet meer dan 25% van de bestaande bedrijfsgebouwen met een maximum zoals aangegeven in de bijlage lijst 'Kleinschalige activiteiten' mag worden gebruikt. Vervangende nieuwbouw kan worden toegestaan tot een maximum van 200 m2, mits een inrichtingsplan is overgelegd, dat is gericht op verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, bijvoorbeeld in de vorm van:
    • natuurontwikkeling;
    • openbare toegankelijkheid van het buitengebied en recreatieve voorzieningen in de vorm van fietsof wandelpaden;
    • cultuurhistorie;
    • waterberging.
  • een aanvullende verruiming is mogelijk tot 20% van de gegeven oppervlaktematen voor zover gelegen op de bij deze voorschriften behorende kaart 'Gebiedsvisie" als 'Multifunctioneel platteland' aangegeven gronden, alsmede 15% op de als 'Zoekzone landschappelijke versterking' aangegeven gronden, mits een inrichtingsplan is overgelegd, dat is gericht op verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, bijvoorbeeld in de vorm van:
    • natuurontwikkeling;
    • openbare toegankelijkheid van het buitengebied en recreatieve voorzieningen in de vorm van fietsof wandelpaden;
    • cultuurhistorie;
    • waterberging.
  • de ontheffing strekt zich niet uit tot buitenopslag, met dien verstande, dat, indien de noodzaak is aangetoond, maximaal 100 m2 aan buitenopslag kan worden toegestaan;
  • aangetoond dient te worden dat de nevenactiviteit niet zal leiden tot een onevenredige vergroting van de lokale verkeersdruk.
opslag, anders dan ten behoeve
van de uitoefening van
het agrarische bedrijf
  • ontheffing wordt uitsluitend verleend ten behoeve van de ingebruikname van overtollige agrarische bedrijfsgebouwen voor opslagdoeleinden;
  • de opslag dient te voldoen aan de eisen die daaraan uit hoofde van de wettelijke bepalingen inzake externe veiligheid worden gesteld;
  • de opslag mag niet leiden tot een onevenredige vergroting van de lokale verkeersdruk;
  • bedrijfsmatige activiteiten waaronder begrepen reparatie en detailhandel, verband houdend met de opslag zijn niet toegestaan;
  • buitenopslag is niet toegestaan;
  • het dient te gaan om kwalitatief goede bebouwing;
  • overige, overtollige en kwalitatief slechte bebouwing dient te worden gesloopt
gebruik ten behoeve van een
boomkwekerij
  • ten opzichte van derden wordt een afstand van ten minste 50 m aangehouden;
  • de omvang bedraagt maximaal 5 ha per bedrijf;
  • containerteelt in de open grond en tunnelkassen zijn niet toegestaan;
  • detailhandel is niet toegestaan.

7.5 Aanlegvergunning

Het bepaalde in artikel 23 is van toepassing.