Structuurvisie Groene Zoom

4.4 Programma

In het programma aangegeven waarin keuzes over functies, locaties en ruimtebehoefte zijn weergegeven.

4.4.1 Globale bouwproductie

Het streven is om binnen de kaders van het landschappelijk raamwerk alleen daar nieuwe functies toe te staan waar sprake is van een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Meestal vanwege het verdwijnen van oude agrarische opstallen of andersoortige bebouwing maar ook daar waar momenteel sprake is van verrommeling of waar bestaande functies volgens deze visie niet in het gebied passen.

4.4.1.1 Woningen

Woningen zullen uitsluitend gebouwd kunnen worden in het deel ten westen van de Kolbaanweg tenzij het gaat om een bedrijfswoning. De te realiseren woningen worden in principe in een brink-achtige setting gesitueerd waarbij de bouwvlakken om de brink liggen. In onderstaande schets (figuur 1) is aangegeven welke principe daar bij wordt gehanteerd. De woningen liggen hierbij geclusterd rond een centrale brink. Deze brink heeft rechtstreeks verbinding met het gebied door de langzaam verkeersroute die van oost naar west het plangebied doorkruist of wordt daarmee verbonden door voetpaden (kerkepaden). Voor bewoners wordt de brink ontsloten door een laanstructuur met beplanting (liefst bestaand). De achterzijde van de woningen hebben vrij zicht op het open gebied maar daarvan gescheiden door een houtwalstructuur. De woningen moeten een landelijk karakter uitstralen.

Figuur 1:Principes nieuwe brinken

Geluidsoverlast afkomstig van omringende infrastructuur moet worden beperkt. Op de visiekaart is indicatief aangegeven waar mogelijk geluidsoverlastbeperktende maatregelen nodig zullen zijn. De voorkeur gaat uit naar groen ingeplante geluidswallen. De precieze uitvoering en locatie zijn afhankelijk van de bebouwing in relatie tot de afstand tot de infrastructuur.

4.4.1.2 Scharnierpunt

Scharnierpunten geven een extra accent aan de verschillende entrees van de Groene Zoom. Evenals de werklandschappen moeten voorzieningen in de scharnierpunten door een bijzondere architectuur voldoen aan eisen als groene uitstraling en geïntegreerde parkeervoorzieningen.

Winkels kunnen uitsluitend een plek krijgen in het scharnierpunt aan de Harderwijkerweg wanneer er sprake is van bedrijfsverplaatsing binnen het plangebied van de Groene Zoom.

4.4.1.3 Werklandschap

Winkels, kantoren of andere bedrijfsbebouwing zijn uitsluitend gewenst ten oosten van de Kolbaan. Uitbreiding van bedrijvigheid aan de westzijde van de Kolbaan is niet gewenst. Het werken in een aantrekkelijk landschap kan tot uiting komen in deze zone. De gebouwen en de beplanting voegen een landschapstype toe door de wijze waarop ze op het maaiveld staan en waarop het maaiveld over de gebouwen heen loopt. Door een beperking aan het bebouwingspercentage van het gebied en door de toevoeging van opgaande beplanting krijgt het gebied een overheersend groen karakter. De bedrijventerreinen Tonsel (Harderwijk) en Veldzicht (Ermelo) wordt duidelijk door deze werklandschappen met nieuwe beplanting en de ingepaste bebouwing in het terrein afgeschermd. De op het werklandschap gerichte werkruimten zorgen voor een aantrekkelijk werkklimaat. Infrastructurele voorzieningen en parkeervoorzieningen worden geïntegreerd in het gebouw of in de tuin en vormen zeer ondergeschikte elementen in het landschap. Ook de functies in het scharnierpunt moeten door een bijzondere architectuur voldoen aan eisen als groene uitstralingen geïntegreerde parkeervoorzieningen. In figuur 2 is het principe schematisch weergegeven.

Figuur 2: Principes werklandschap

4.4.1.4 Deelgebieden

De Groene Zoom is een lang gerekt gebied met verschillende kenmerken en mogelijkheden. Daarom is het gebied gesplitst in een aantal deelgebieden zoals aangegeven in figuur 13.

Figuur 13: Kaart landschappelijk raamwerk met daarin aangegeven deelgebieden.

De deelgebieden kennen elk een programma met eigen identiteit en ruimtelijke karakteristiek:

4.4.1.4.1 Deelgebied A

Deelgebied A bevindt zich in het meest westelijke deel van de Groene Zoom tussen kasteel Groot Horloo en Groene Zoomweg. Dit gebied wordt gekenmerkt door drassige graslanden met natuurlijk grasland beheer.

4.4.1.4.2 Deelgebied B

De reeds aangelegde ongelijkvloerse kruising van fietspad met de Groene Zoomweg wordt aangesloten op de Horsterzoomweg. Ten westen van dit fietspad worden een beperkt aantal kavels geschikt gemaakt voor bebouwing. Deze bebouwing is vrijwel niet zichtbaar vanaf de Horloseweg door het aanwezige bos. De tunnel is tevens startpunt voor de oost/west verbinding van de langzaam verkeersroute door het plangebied. Dit pad is van een andere orde dan het eerder genoemde fietspad. De langzaam verkeersroute doorkruist deelgebied B en wordt zo goed mogelijk ingepast in het landschap en verbindt het fietspad met een nieuw te bouwen brinkdorpje. Dit brinkdorpje krijgt een eigen identiteit en vervangt bestaande agrarische opstallen die hun functie hebben verloren. Het dorpje wordt ontsloten via een laan dat uitmondt op de Horloseweg. Voor langzaam verkeer wordt het dorpje ook bereikbaar over de langzaam verkeersroute welke vervolgens uitkomt op het fietspad langs de beek van de Hooge Geest. In dit deelgebied past tevens een speel en/of picknickvoorziening. Nieuwe ontsluitingslanen worden geflankeerd door laanbeplanting met gebiedseigen bomen.

4.4.1.4.3 Deelgebied C

In deelgebied C worden twee tot drie brinkdorpjes gerealiseerd. Veel oude agrarische opstallen worden hiervoor gesloopt. De dorpjes worden ontsloten met, deels bestaande, lanen. De dorpjes worden van elkaar gescheiden door open groene ruimten waarbij ieder te realiseren dorpje een eigen identiteit en ruimtelijke karakteristiek krijgt. De dorpjes worden met elkaar en met het Zwarte pad en het pad langs de beek van de Hooge Geest verbonden door de langzaam verkeerroute. Om deze route te kunnen realiseren wordt met particulieren overeenstemming gezocht. Dit kan leiden tot het toestaan van één of meerdere bouwpercelen.

4.4.1.4.4 Deelgebied D

Het deelgebied D bestaat hoofdzakelijk uit de camping Hanenburg. Het campingterrein heeft een introvert karakter dat niet bijdraagt aan het open/gesloten karakter van dit deel van de Groene Zoom. Het vergroten van de openheid van het campingterrein draagt bij aan de gewenste ruimtelijke kwaliteit waarbij de langzaam verkeerroute langs het campingterrein kan lopen. Het pad kan ten noordoosten van het campingterrein naar een nieuw te verwezenlijken brinkdorpje lopen aan de Fokko Kortlanglaan en vervolgens richting plangebied E. Dit brinkdorpje kan uitsluitend dan worden gerealiseerd wanneer voldoende openheid in het gebied ten noordoosten daarvan wordt gecreëerd.

4.4.1.4.5 Deelgebied E

In deelgebied E is een gezichtsbepalend bedrijf gevestigd dat niet passend is voor de Groene Zoom. In de visie van de gemeente is het wenselijk om dit bedrijf op termijn te laten verdwijnen. Om dit financieel haalbaar te kunnen maken zou nog een laatste brinkdorp met eigen identiteit en ruimtelijke karakteristiek en aansluitend aan de bestaande bebouwing ten noorden van het bedrijf kunnen worden gerealiseerd. Dit is afhankelijk van alternatieve locaties in de gemeente voor het huidige bedrijf. Bij het realiseren van een dergelijk brinkdorp kan de langzaam verkeersroute eindigen op de laan ten noorden van de bedrijfslocatie.

Deelgebied E ten westen van de spoorlijn leent zich voor een recreatief scharnierpunt waarbij een recreatieve voorziening in combinatie met een horeca voorziening past. Deze voorziening moet voldoen aan de beeldkwaliteitseisen behorende bij het op te stellen bestemmingsplan.

4.4.1.4.6 Deelgebied F

Deelgebied F ten oosten van de spoorlijn kan worden bebouwd met kleinschalige werk locaties gecombineerd met andere functies als wonen en recreatie. Dit deelgebied dient een groene uitstraling te krijgen in zowel letterlijke als figuurlijke zin: gebouwen worden gebouwd in een groene setting deels in bestaande of aan te leggen geluidswallen waar mogelijk voorzien van groene daken en gevels. Uitgangspunt is om hier op duurzaamheid gerichte bedrijven te huisvesten. Gebouwen dienen duurzaam en energieneutraal te worden ontworpen waardoor dit werklandschap een link heeft met de Groene Zoom. Op het uiteinde aan de Harderwijkerweg mag een onder architectuur gebouwde voorziening deze identiteit bevestigen dan wel benadrukken.

4.4.1.4.7 Deelgebied G

Deelgebied G ligt ten zuiden van de Fokko Kortlanglaan. Dit gebied wordt, uitgezonderd een pluimveeslachterij, gekenmerkt door de aanwezigheid van kleinschalige bedrijvigheid aan huis en recreatieterreinen. Nieuwe vestiging van bedrijvigheid wordt geregeld in het bestemmingsplan De Driehoek. De structuurvisie Groene Zoom honoreert bestaande rechten van zittende bedrijven, inclusief uitbreidingsmogelijkheden.

4.4.2 Infrastructuur

4.4.2.1 Verkeer

Het verkeersonderzoek wijst uit dat de capaciteit van de Horloseweg en de Fokko Kortlanglaan niet onredelijk zwaar belast gaan worden na ontwikkeling. Wel is er sprake van gevaarlijke situaties omdat structureel te hard wordt gereden. Dit laatste vraagt om verkeersremmende maatregelen. Op de visiekaart zijn mogelijke locaties aangewezen. Onderzoek moet uitwijzen of dit geschikte plaatsen zijn en waar en hoe verkeersremmende maatregelen op de meest doeltreffende wijze kunnen worden gerealiseerd.

De brinken worden daar waar mogelijk gekoppeld door middel van de langzaam verkeersroute en ontsloten op de Horloseweg en de Fokko Kortlanglaan. Deze route heeft het karakter van een verhard wandel/fietspad dat qua karakter past in een landelijk gebied.

De wijk Drielanden krijgt aansluiting met het gebied voor fietsverkeer via de reeds bestaande fietstunnels onder de Groene Zoomweg, te weten de bestaande fietspaden langs camping Hanenburg en aansluitend op de Horsterweg en het nog aan te leggen fietspad aansluitend op de Horsterzoomweg.

Het uitgangspunt voor parkeren is dat dat op eigen terrein gebeurd.

4.4.2.2 Openbaar groen

De open gebieden krijgen nadrukkelijk een recreatief karakter. Het streven is om deze gebieden te laten beheren door particulieren. Voorwaarde is dat de vorm van het beheer bijdraagt aan de landelijke uitstraling van het gebied. Gedacht kan worden aan het weiden van dieren of het exploiteren van recreatieve voorzieningen. Particuliere initiatieven worden gestimuleerd mits ze bijdragen bij de functie van het gebied als recreatief uitloopgebied. De schaalgrootte van dit soort initiatieven dient bij het gebied te passen. Bestaand groen wordt zoveel mogelijk behouden. Behalve om het bestaande groen te versterken wordt groen tevens toegevoegd om bebouwing te camoufleren. Dit camoufleren gebeurt door middel van de aanleg van houtwalstructuren in noord-zuid richting parallel aan de (bestaande) lanen. De langzaam verkeer route in oost/west richting zal waar mogelijk worden gecombineerd met bestaande beken in een strook van maximaal 20 meter breed door het gebied. In deze strook ligt dan tevens het onderhoudspad voor de beken. Deze wordt zoveel mogelijk multifunctioneel gebruikt als onderhoudspad, langzaam verkeer pad en in het geval van calamiteiten door de brandweer als tweede ontsluiting richting nieuwe brinken.

4.4.2.3 Recreatie

Aan de langzaam verkeerroute worden een aantal picknickplaatsen gerealiseerd om recreanten de gelegenheid te geven van het gebied te genieten. Deze plekken worden zo goed mogelijk landschappelijk ingepast. De open ruimten moeten daarbij behouden blijven. Daarnaast is het streven om de ontwikkeling van recreatieve functies te stimuleren en waar nodig te faciliteren.

In de Groene Zoom is het mogelijk, aansluitend aan bestaande bebouwing, enige nieuwe bebouwing toe te staan ten behoeve van een gebruiksgerichte paardenhouderij voor zover wettelijke milieu-eisen dit toestaan. De daarvoor benodigde stallen dienen qua grootte en karakteristiek te passen binnen de beeldkwaliteitseisen verbonden aan het bestemmingsplan.

4.4.2.4 Natuur

Ter compensatie voor de nadelige effecten van ontwikkelingen op de habitat van de das worden op Ermelo's grondgebied maatregelen getroffen om een nieuwe habitat te creëren. Op termijn zal naar verwachting een nieuwe dassenpopulatie ontstaan. Dit biedt ruimte voor ontwikkeling van deelgebied B waarbij het leefgebied van dassen in Drielanden-West en Groene Zoom mag worden aangetast. Doelstelling is dat het pakket van maatregelen de huidige dassenpopulatie in het gebied tussen Putten, Ermelo en Harderwijk minimaal in stand houdt.

Voor het dempen of vergraven van watergangen of poelen moet dit zoveel mogelijk buiten de voortplantingsperiode van vissen te worden gedaan. De minst ongunstige periode is augustus-november.

Bij grondwerkzaamheden, het rooien van bomen en kappen van opgaande vegetatie dient rekening gehouden te worden met het broedseizoen van vogels. Dit loopt van begin maart tot en met eind juli. Het verstoren en vernietigen van nesten is niet toegestaan en dient voorkomen te worden. Werken binnen de broedperiode is mogelijk mits een ter zake deskundige heeft aangetoond dat er geen nesten verstoord worden.

In het oostelijk deel is een steenuil waargenomen. Voor deze soort is het belangrijk voldoende nestmogelijkheden in stand te houden.

4.4.2.5 Water

Het oppervlaktewater zal hoofdzakelijk bestaan uit een aantal bestaande Veluwse beken. Deze beken zijn niet altijd watervoerend. Daar waar mogelijk worden de beken verlegd om met de langzaam verkeersroute te worden gecombineerd waardoor deze route tevens als onderhoudspad kan dienen. Op termijn kan wellicht het grachtenstelsel van de twee landgoederen op 's Heerenloo en het afkoppelen van hemelwaterafvoeren in het gebied zorg dragen voor meer aanvoer van water.

Kaart 14: Visiekaart