3.3 Sectorale uitgangspunten
Bij de ontwikkeling van het landschappelijk raamwerk zijn globaal de volgende uitgangspunten gehanteerd:
3.3.1 Landschap
- Behoud van een groot deel van de openheid als contrast met de beslotenheid van Drielanden en Ermelo.
- Het gebied wordt ingericht als open natuurpark met speelweiden, natuurlijke beplanting en wandelfietsroutes en krijgt een belangrijke functie als recreatief uitloopgebied voor de wijk Drielanden en de bewoners van het westelijk buitengebied van Ermelo alsmede toeristen/recreanten.
- Het deel van de Groene Zoom ten oosten van de spoorlijn Zwolle-Amersfoort wordt ingericht als werklandschap.
3.3.2 Infrastructuur
- Een goede langzaam verkeersverbinding tussen de Veluwe en het Randmeer door de Groene Zoom, twee oost-west routes in het studiegebied tussen Wolderwijd en Veluwe, een fietsbrug over de snelweg.
- Nieuwe recreatieve routes worden deels gekoppeld aan oude cultuurhistorische paden.
3.3.3 Water
- Beken krijgen een centrale positie in het plan. Enerzijds hermeandering in het natuurparkgebied, anderzijds een prominentere situering langs doorgaande routes en in verbinding met 's Heerenloo.
3.3.4 Bebouwing
In de veranderingsgebieden is ruimte voor nieuwe brinken met woningbouw ter vervanging van vrijkomende agrarische/bedrijfsmatige bebouwing.
- De brinken sluiten aan bij het kenmerkende cultuur-historische en landschappelijke beeld van het gebied. Deze brinken zijn gesitueerd nabij bestaande bebouwingsmassa's.
- De openheid van het gebied moet worden gewaarborgd. Dat betekent dat er gestreefd wordt naar kleine privé erven in combinatie met gemeenschappelijke grote semiopenbare ruimten daar omheen die eventueel gezamenlijk beheerd kunnen worden door bijvoorbeeld een vereniging van eigenaren (landgoedprincipe).
- Op de scharnierpunten worden bijzondere functies passend in de ruimtelijke context gerealiseerd.
- Kleinschalige bedrijvigheid blijft mogelijk in specifieke delen van het gebied mits deze passen in de groene context.