Artikel 7 Natuur - Heidegolfbaan
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Algemeen
De voor 'Natuur - Heidegolfbaan' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. het behoud en de ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden;
-
b. de instandhouding van aldaar voorkomende watergangen, sloten en andere waterpartijen;
en tevens voor:
-
c. de bescherming en de instandhouding van een heidegolfbaan vanwege de cultuurhistorische waarden;
-
d. het beoefenen van golfsport;
-
e. een golfhut/schuilgelegenheid ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - golfhut';
-
f. parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
-
g. extensieve dagrecreatie;
-
h. wegen en paden.
7.1.2 Nadere detaillering bestemmingsomschrijving
-
a. Onder 'het behoud en de ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden', als bedoeld in lid 7.1.1 sub a, zijn de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied Veluwe mede begrepen;
-
b. De aanleg, de bescherming en de instandhouding van een heideverbindingszone tussen de verschillende heidegebieden. De heidecorridors bestaan uit een mozaïek van heide en schraalgrasland en kleinschalige natuur- en landschapselementen met opgaande begroeiing. De kleinschalige landschapselementen beslaan maximaal 20% van de oppervlakte van de corridors.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - golfhut' is een gebouw toegestaan in de bestaande maatvoering.
7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
-
a. de bouwhoogte mag maximaal 3 m bedragen.
7.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan:
-
a. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
b. de bouwhoogte van de gebouwen;
-
c. de ligging en de inrichting van de gronden voor de de golfsport,
met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van
-
d. het landschapsbeeld;
-
e. de verkeersveiligheid;
-
f. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
en met het oog op een optimale ontwikkeling van
-
g. de natuurwaarden en/of heideverbindingszones.
7.4 Specifieke gebruiksregels
Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken, of in gebruik te geven, of te laten gebruiken voor een doel, of op een wijze die strijdig is met deze bestemming. Daaronder wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de opstallen voor bewoning.
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag verleent een omgevingsvergunning om af te wijken van het bepaalde in lid 7.4, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
7.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.6.1 Verbod
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 7.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het vergraven en egaliseren van gronden;
-
b. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
-
c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
-
d. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen en kolken;
-
e. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
-
f. het ophogen van gronden en aanleggen van (geluids)wallen;
-
g. diepploegen, zijnde het extra diep - circa 0,4 m of meer omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd;
-
h. werken en werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of ten gevolge hebben, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten;
-
i. het opbrengen van meststoffen en/of gewasbeschermingsmiddelen.
7.6.2 Uitzonderingen
Het in lid 7.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
-
a. het normale onderhoud betreffen, waaronder mede wordt begrepen het normale onderhoud aan de stortplaats;
-
b. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het natuurbeheerplan voor het landgoed;
-
c. op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden.
7.6.3 Criteria
De in lid 7.6.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurwetenschappelijke en/of landschappelijke waarden van de gronden.