Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Horsterweg 155
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0233.BPhorsterweg155-0401

3.5 Flora en fauna

De natuurbescherming in Nederland bestaat uit de gebiedsbescherming en soortenbescherming. Voor de gebiedsbescherming is de Natuurbeschermingswet 1998 en de provinciale EHS van belang. Voor de soortenbescherming is de Flora en faunawet van toepassing. Door Eco Milieu is een ecologisch onderzoek uitgevoerd in het plangebied (zie bijlage 2).
3.5.1 Gebiedsbescherming
Het plangebied ligt tussen het Natura2000-gebied Veluwerandmeren en de Veluwe. De afstand tot de Veluwe betreft ongeveer 2 kilometer. De afstand tot de Veluwerandmeren bedraagt ongeveer 2,5 kilometer.
Uit het ecologisch onderzoek blijkt dat met de uitvoering van de geplande ingrepen geen negatieve effecten te verwachten zijn door uitvoering van de geplande ingrepen. Deze ingrepen betreffen het slopen van een bedrijfsgebouw, het kappen van een aantal bomen en het bouwen van zeven nieuwe woningen en in de toekomst vervangen van twee bestaande woningen en het aanleggen van een ontsluitingsweg.
Het plangebied ligt niet in de Ecologische Hoofdstructuur waardoor de geplande ingrepen niet getoetst hoeven te worden aan de effecten op de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS.
3.5.2 Soortenbescherming
Tijdens het natuuronderzoek is het plangebied bezocht en onderzocht op aanwezige dier- en plantensoorten. Tijdens dit onderzoek zijn geen beschermde plant- en diersoorten in het plangebied aangetroffen. (Broed)vogels zijn wel te verwachten tijdens het broedseizoen. Als de start van de werkzaamheden buiten het broedseizoen begint (ongeveer half maart tot half augustus), dan zal het negatieve effect op de (broed)vogels nihil zijn.
Het plangebied is geschikt als foerageermogelijkheid voor vleermuizen. Rond het plangebied is voldoende alternatief foerageergebied, waardoor het plan geen negatieve gevolgen voor de vleermuizen zal hebben.
Het aspect natuur vormt geen belemmering voor de uitvoering van voorliggend plan.
Zoals altijd geldt de algemene zorgplicht voor dier- en plantensoorten. Dit betekent dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn/haar handelen of nalaten, nadelige gevolgen voor flora en/of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voor zulks in redelijkerwijs van hem/haar kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.