Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Hoek Ericalaan-Russulalaan
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0233.BPhoekEricaRussula-0401

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. hoofdgebouwen voor woningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroep dan wel voor een aan huis verbonden bedrijf dat is genoemd in de bij deze regels behorende bijlage ‘Lijst van niet-publiekgerichte bedrijfsmatige bedrijven aan huis’ dan wel een bedrijf dat daarmee qua aard, omvang en invloed vergelijkbaar is;  
met de daarbij behorende:
b. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen
c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
d. erven;
e. tuinen;
f. parkeervoorzieningen.  
5.2 Bouwregels  
5.2.1 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
a. het aantal woningen per bouwvlak niet meer dan 1 bedraagt; en
b. de goothoogte niet meer dan 4 meter bedraagt;
c. de nokhoogte niet meer dan 8 meter bedraagt;
d. de inhoud niet meer dan 750 m³; bedraagt.  
5.2.2 Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen
Voor het bouwen van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:
  1. de afstand van een aanbouw, uitbouw of bijgebouw tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 3 meter bedragen, tenzij het betreft (hoek-)erkers over maximaal de halve breedte van het hoofdgebouw, waarvoor geldt dat deze zijn toegestaan tot een afstand van 1 m vóór de voorgevel van het hoofdgebouw;
  2. de afstand van een aanbouw, uitbouw of bijgebouw tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 1 meter bedragen, tenzij in de perceelsgrens wordt gebouwd;
  3. de gezamenlijke oppervlakte van aan-, uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag niet meer zijn dan 25% van de oppervlakte van het bij het hoofdgebouw behorende bouwperceel, met een maximum van 85 m². Bij de berekening van de gezamenlijke oppervlakte van aan-, uit- en bijgebouwen worden meegerekend de gebouwen zoals bedoeld in artikel 4.2.1.
  4. de goothoogte van een aanbouw, uitbouw of bijgebouw mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  5. de bouwhoogte van een aanbouw, uitbouw of bijgebouw mag niet meer dan 5 meter bedragen;
  6. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  7. de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw mag niet meer dan 5 meter bedragen.   
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 2 meter mag bedragen.
 
5.3 Afwijken van de bouwregels 
5.3.1 Mantelzorg
Mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het straat- en/of bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de woonsituatie;
  • de leefgebieden van dieren en planten en – voor zover van toepassing – de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden,  
kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van artikel 5.2.1. onder d. voor: 
  1. vergroting van de inhoud van een woning onder de volgende voorwaarden:
    a. de vergroting dient rechtstreeks verband te houden met inwoning uit hoofde van mantelzorg;
    b. de vergroting mag niet meer bedragen dan 125 m³, waarbij de woning na vergroting niet meer dan 875 m³ mag bedragen;
    c. de uiterlijke verschijningsvorm van de woning, bepaald door goothoogte, nokhoogte, nokrichting, dakvorm en dakhelling, alsmede de situering op het perceel, dient te worden gehandhaafd;
    d. voor zover de vergroting betrekking heeft op een vergroting van de onderbouw, mag de oppervlakte tussen de buitenwerkse muren met niet meer dan 10% van de bestaande oppervlakte worden vergroot;
    e. de vergroting mag niet leiden tot woningsplitsing;
    f. de woning dient in visueel opzicht de uitstraling van één woning te behouden.
  2. vergroting van de oppervlakte van een bijgebouw in het kader van mantelzorg onder de volgende voorwaarden:
    a. de vergroting dient rechtstreeks en noodzakelijk verband te houden met inwoning in de woning uit hoofde van mantelzorg;
    b. de oppervlakte van het te vergroten bijgebouw mag met niet meer dan 60 m² worden vergroot;
    c. deze afwijkingsbevoegdheid blijft beperkt tot één bijgebouw per bestemmingsvlak.  
5.4 Specifieke gebruiksregels  
5.4.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor doeleinden van zelfstandige bewoning.
 
5.4.2. Aan huis verbonden beroep/aan huis verbonden bedrijf
Een aan huis verbonden beroep respectievelijk een aan huis verbonden bedrijf dat is genoemd in de bij deze regels behorende bijlage 'Lijst van niet publiekgerichte bedrijfsmatige bedrijven aan huis’ dan wel een bedrijf dat daarmee qua aard, omvang en invloed vergelijkbaar is, is toegelaten met dien verstande dat:
  1. ten hoogste 30% van de bruto vloeroppervlakte van een woning tot een maximum van 60 m2 mag worden gebruikt ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep dan wel bedrijf. Daarbij mogen tevens aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen worden gebruikt ten behoeve van het aan huis verbonden beroep/bedrijf, met dien verstande dat de gezamenlijke voor het aan huis verbonden beroep/bedrijf te gebruiken oppervlakte per woning inclusief aan-, uit- en bijgebouwen nimmer meer dan 100 m2 bedraagt;
  2. de uitstraling van de woning intact blijft;
  3. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefmilieu;
  4. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
  5. geen detailhandel is toegestaan;
  6. het beroep uitsluitend door de bewoner wordt uitgeoefend.