Plan: | Bestemmingsplan Haspel 33 en 33b |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0233.BPhaspel33en33b-0401 |
In deze regels worden verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Haspel 33 en 33b' van de gemeente Ermelo;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij horende bijlagen;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid zoals in Bijlage 1 Lijst bedrijf aan huis van de regels genoemd, dat op kleine schaal in een woning of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een werk, geen bouwwerk zijnde.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant ven van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
de oppervlakte van gebouwen uitgedrukt in procenten van de nader aangegeven gronden;
woning, gebouw, bouwperceel, oppervlakte, inhoud, goothoogte, hoogte en afstand, zoals die/dat bestaat of rechtens mag bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan.
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een, niet voor bewoning bestemd, op zichzelf staand (al dan niet vrijstaand) gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Houtopstanden en ander opgaande beplantingen bestaande uit inheemse beplanting, niet zijnde grasveld of tuin, bedoeld voor de landschappelijke inpassing van recreatieterreinen.
gedeelte van het recreatieterrein ten behoeve van een enkel mobiel kampeermiddel, stacaravan, vakantiehuisje of trekkershut waarbij de gronden voor wegen, paden en groenafscheidingen niet worden meegerekend.
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door het college aan te wijzen gevel;
een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- en bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,75 meter bedraagt;
het gedeelte van een terrein, gelegen binnen het bouwvlak, dat functioneel behoort bij een enkele woning. Bij de oppervlakte van een kavel wordt de ondergrond van wegen, gemeenschappelijke paden en groenstroken rond de recreatieterreinen niet meegerekend.
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor Tuin aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming en (hoek)erkers ten dienste van de naastgelegen bestemming Wonen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor Wonen aangewezen gronden mogen uitsluitend woningen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
met dien verstande dat het bebouwingspercentage van het achtererfgebied maximaal 50% bedraagt;
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
met dien verstande dat het bebouwingspercentage van de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in het achtererfgebied maximaal 50% bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering, nokrichting, dakvorm, gevelindeling, gevelbreedte en parcelering van hoofdgebouwen, ten behoeve van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 4.2.3 onder d voor het verhogen van de goothoogte met maximaal 1 m, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 4.2.3 onder c, ten behoeve van de bouw van bijbehorende bouwwerken, voor zover hiermee de maximale toegestane oppervlakte, zoals daar genoemd, wordt overschreden, met dien verstande dat:
Sloop bebouwing Terugbouwpercentage Maximale oppervlakte
Tot 125 m2 60% 75 m2
Vanaf 125 m2 40% 75 m2
Vanaf 312 m2 20% 75 m2
Vanaf 687 m2 10% 75 m2
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen:
Een aan huis gebonden beroep respectievelijk een aan huis gebonden bedrijf dat is genoemd in Bijlage 1 Lijst bedrijf aan huis dan wel een bedrijf dat daarmee qua aard, omvang en invloed vergelijkbaar is, is toegelaten met dien verstande dat:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden opgericht met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van de hoogspanningsverbinding met een hoogte van niet meer dan 42 meter.
De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.
Op deze gronden mag niet worden gebouwd, indien daarvoor dieper dan 0,30 m, te rekenen vanaf het maaiveld, in de bodem zal worden geroerd en de oppervlakte van het nieuwe bouwwerk of de uitbreiding van het bestaande bouwwerk meer dan 100 m2 bedraagt.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
De in lid 9.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Overeenkomstig hetgeen in artikel 7.10 Wro is geregeld, is het verboden gronden of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of voor een doel in strijd met de bestemming en de daarbij behorende regels.
Een verboden gebruik als bedoeld in lid 1 is in ieder geval:
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van
bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet,
algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan
wel van kracht is op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, tenzij in het plan anders is
aangegeven.
Bij het gebruiken en / of bebouwen van gronden dient voldaan te worden aan de gemeentelijke parkeernormen (met bijbehorende eisen voor locatie en inrichting) ten behoeve van (vracht)auto's en overige verkeersvoertuigen en de bijhorende bepalingen omtrent de ontsluiting en bevoorrading, zoals geregeld in de "Nota Parkeernormen" (vastgesteld d.d. 8 juni 2017) en in het "bestemmingsplan Parkeernormen" (vastgesteld d.d. 8 juni 2017). (Indien de beleidsregels volgens de "Nota Parkeernormen" gedurende de planperiode gewijzigd worden, wordt rekening gehouden met deze wijziging).
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.1 indien het voldoen aan die bepalingen gezien het gebruik en / of het bouwplan van het desbetreffende plangebied, mede gezien de omgeving, niet noodzakelijk is en / of op overwegende bezwaren stuit. Het afwijkingsbesluit moet worden voorzien van een motivering waaruit in ieder geval blijkt dat de ruimtelijke kwaliteit geborgd is.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aanvullend aan het bepaalde in lid 11.2.1 indien het niet voldoen aan die bepalingen gezien het gebruik en / of het bouwplan van het desbetreffende plangebied, mede gezien de omgeving, op overwegende bezwaren stuit. Het besluit tot het stellen van de nadere eis moet worden voorzien van een motivering waaruit in ieder blijkt dat de eis noodzakelijk is om de ruimtelijke kwaliteit te borgen.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Haspel 33 en 33b'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van xxxx.
Griffier,