Plan: | De Boskamp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0232.EPE002DeBoskamp-VBP1 |
In het kader van het bestemmingsplan dient (waar nodig) aandacht geschonken te worden aan diverse aspecten die betrekking hebben op het milieu. Het betreft vooral aspecten met een relatie naar de Wet milieubeheer dan wel de direct in de Wet ruimtelijke ordening neergelegde verplichtingen om in het kader van de opstelling van een bestemmingsplan aandacht te schenken aan relevante bepalingen van de Wet geluidhinder. Hierna wordt nader ingegaan op de aspecten die voor het plangebied relevant (kunnen) zijn.
De Boskamp bevindt zich aan de Albert Schweitzerlaan in Epe. Bij de nieuwbouwplannen moet rekening worden gehouden met de mogelijke invloed van de bedrijvigheid op de woonomgeving. Enerzijds kan de bedrijvigheid in de omgeving van invloed zijn op de nieuwbouwplannen van de Boskamp, anderzijds kunnen de nieuwbouwplannen van de Boskamp van invloed zijn op de omgeving.
Milieuzonering is het aanbrengen van een noodzakelijke ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende en milieugevoelige functies ter bescherming of vergroting van de kwaliteit van de leefomgeving. Om de gemeenten een handreiking te bieden voor een verantwoord inpassen van bedrijvigheid in haar fysieke omgeving of van gevoelige functies nabij bedrijven, is door de VNG de publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' (geactualiseerd uitgave maart 2009) opgesteld. Hierin is een richtafstandenlijst in relatie tot het omgevingtype opgenomen. In deze lijst zijn bedrijven op grond van hun potentiële milieubelasting ingedeeld in zes categorieën. De categorie 1 staat voor de laagste potentiële milieubelasting en de categorie 6 staat voor de hoogste potentiële milieubelasting. Bij iedere bedrijvigheid is aangegeven welke afstand er- vanwege de aspecten geur, stof, geluid en gevaar- in beginsel moet worden aangehouden tussen bedrijf en woning (gevoelig object). Als afstandstappen wordt het volgende onderscheiden 10, 30, 50, 100, 200, 300, 500, 700, 1000 en 1500 meter. De genoemde afstanden zijn de afstanden tussen de gevel van een woning (gevoelig object) en de perceelgrens van het bedrijf en gelden in een omgeving.
Er bevindt zich een bedrijf in de omgeving van de Boskamp, namelijk; Esso tankstation Beekstraat.
Volgens de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' moet- vanwege de milieuaspecten (geur, stof, geluid en gevaar) in beginsel 30 meter worden aangehouden tussen het tankstation en de omgeving. Deze afstand wordt wel gehaald vanaf de werkelijke ligging van de installaties (tankeiland en wasplaats) echter niet vanaf de erfgrens. Het tankstation aan de Beekstraat 56 vormt geen milieuhygiënische beperking voor de ontwikkeling van het complex De Boskamp wat betreft de aspecten geur, stof en gevaar/externe veiligheid. Het is wel aan te bevelen het geluidaspect nader te onderzoeken door middel van een akoestisch onderzoek. Hiervoor kan als basis het bestaande onderzoek uit 2005 dienen.
Met het oog op mogelijke ontwikkelingen in de toekomst worden er vooralsnog geen beperkingen vanuit het aspect bedrijven en milieuzonering gezien. De zonering vormt dus geen belemmering voor de nieuwbouwplannen van de Boskamp.
Door DHV is een akoestisch onderzoek verricht naar de geluidsbelasting op de gevels van het beoogde nieuwbouwplan Boskamp te Epe (Onderzoek wegverkeerslawaai herinrichting De Boskamp te Epe, DHV, 25 mei 2010, versie 02, dossier (2111-01.007); registratienummer ON-D20090867 – Bijlage 5 Onderzoek wegverkeerslawaai). De gevels van de woningen in het plangebied ondervinden een geluidsbelasting vanwege wegverkeer, namelijk van de ten zuiden gelegen Beekstraat en de Tongerenseweg, de ten noorden en westen gelegen Albert Schweitzerlaan en de ten oosten gelegen Lohuizerweg.
De onderzoeksresultaten betreffen de geluidsbelastingen Lden in dB. Voor wegverkeer is het jaar 2020 het uitgangspunt.
Resultaten
De hoogst berekende geluidsbelasting vanwege wegverkeer is afkomstig van de Albert Schweitzerlaan en bedraagt, inclusief aftrek van 5 dB, 44 dB op de 1ste 2de en 3de bouwlaag aan de noordwestzijde van het bouwplan.
De hoogste berekende geluidsbelasting vanwege de Lohuizerweg bedraagt 38 dB, inclusief aftrek van 5 dB, vanwege de Beekstraat is de hoogste berekende geluidsbelasting 43 dB, inclusief aftrek van 5 dB en vanwege de Tongerenseweg is de hoogstberekende geluidsbelasting 40 dB, inclusief aftrek van 5 dB.
Conclusie
Alle bij het plan omliggende wegen zijn 50 km/uur wegen behalve de Albert Schweitzerlaan die in de toekomst een 30 km/uur weg zal worden. Deze weg is, hoewel in het kader van de Wet geluidhinder niet relevant, toch meegenomen in dit onderzoek.
De hoogst berekende geluidsbelastingen treden op aan de noordwestzijde van het nieuwbouwplan, en zijn afkomstig van de Albert Schweitzerlaan. Deze bedragen 44 dB, inclusief aftrek van 5 dB op de 1ste 2de en 3de bouwlaag.
De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt niet overschreden. Er hoeven geen hogere waarden te worden verleend. Ook het verrichten van een gevelweringonderzoek, om aan te tonen dat wordt voldaan aan de door het Bouwbesluit vereiste binnenniveaus, wordt niet noodzakelijk geacht. De complete rapportage is opgenomen in Bijlage 5 Onderzoek wegverkeerslawaai.
Door DHV is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van het plangebied Boskamp te Epe (Milieukundig bodemonderzoek herinrichting De Boskamp te Epe, DHV, 25 mei 2010, versie 02; dossier C2111-01-003, registratienummer ON-D20090435, Bijlage 6 Verkennend bodemonderzoek). Doel van dit onderzoek is het vastleggen van de actuele milieuhygiënische bodemkwaliteit ter plaatse in het kader van de voorgenomen bestemmingsplanwijziging. Naast het verkennend onderzoek is ook indicatief de teerhoudendheid van het asfalt ter plaatse van de Albert Schweitzerlaan bepaald.
Het bodemonderzoek is gebaseerd op de richtlijnen uit de NEN 5740, waarbij de strategie voor een onverdachte (ONV) locatie is gehanteerd. Tevens is een asfaltkern uit de Albert Schweitzerlaan geanalyseerd op PAK (teerhoudendheid).
Zintuiglijke waarnemingen
Uit de profielbeschrijvingen blijkt dat de bodem tot circa 1,0 à 1,6 m -mv. uit humeus zand bestaat. Hieronder is tot de maximaal geboorde diepte van 4,0 m -mv. matig fijn tot matig grof zand aangetroffen. Onder de aanwezige klinkerverharding is een cunetlaag aanwezig met een dikte van 0,2 à 0,6 meter. Tijdens de uitvoering van de veldwerkzaamheden zijn geen directe vormen van bodemverontreiniging (olie-waterreactie e.d.) en visueel geen asbestverdachte materialen aan het maaiveld en in het opgeboorde materiaal waargenomen. Wel bevat de bovengrond plaatselijk een zwakke bijmenging van puin.
Grond
In de bovengrond zijn licht verhoogde gehalten aan PCB's en plaatselijk PAK aangetoond. Het cunetzand bevat een licht verhoogd gehalte aan PAK. In de ondergrond zijn plaatselijk licht verhoogde gehalten aan kobalt en zink gemeten.
Grondwater
In het grondwater zijn licht verhoogde concentraties aan barium en zink gemeten.
Asfalt
Het asfalt uit de Albert Schweitzerlaan bevat PAK (120 mg/kg.d.s.) en is derhalve niet geschikt voor warm hergebruik.
Toetsing hypothese
De vooraf gestelde hypothese 'onverdachte' locatie wordt verworpen, vanwege de aangetoonde verhoogde gehalten en concentraties aan genoemde componenten. De onderzoeksresultaten geven geen aanleiding tot het uitvoeren van vervolgonderzoek omdat geen gehalten en/of concentraties boven de betreffende tussen-interventiewaarde(n) zijn aangetoond. De milieuhygiënische bodemkwaliteit geeft geen belemmering voor het geplande bestemmingsplan van de onderzoekslocatie. Het asfalt van de Albert Schweitzetlaan in niet geschikt voor warm hergebruik.
Indien grond van de locatie wordt afgevoerd volstaat het onderhavige onderzoek niet en dient formeel een onderzoek conform Besluit Bodemkwaliteit te worden uitgevoerd.
Hiervoor moet de te verwerken grond en andere bouwstoffen in veel gevallen zijn voorzien van een partijkeuring, uitgevoerd door een geaccrediteerd onderzoeksbureau. Daarnaast is voor de gemeente Epe een bodemkwaliteitskaart beschikbaar.
Hierin wordt geregeld dat vrijkomende grond bodem mag worden als de kwaliteit van de grond vergelijkbaar is met of beter is dan de kwaliteit van de ontvangende bodem. Voor toepassing van de grond volgens de bodemkwaliteitskaart moet een melding worden ingediend.