De Boskamp

3.3 Natuur

In het kader van de Natuurbeschermingswet, de Flora- en faunawet en het provinciale compensatiebeginsel is het verplicht om de effecten van de beoogde ontwikkeling die door middel van onderhavig bestemmingsplan juridisch-planologisch mogelijk wordt gemaakt te onderzoeken. Daartoe heeft DHV een Natuurtoets uitgevoerd (25 mei 2010, versie 02; dossier C2111-01.006; registratienummer ON-D20090866). Het betreft een quickscan, waarbij gebruik is gemaakt van beschikbare gegevens over natuurwaarden in en rondom het plangebied en er heeft een oriënterend veldbezoek plaats gevonden op 14 januari 2009.

Natuurbeschermingswet

De Natuurbeschermingswet 1998 is sinds 1 oktober 2005 van kracht en implementeert onder andere de Europese Vogel- en Habitatrichtlijngebieden als Natura 2000-gebieden in de Nederlandse wetgeving. Het Natura 2000-netwerk vormt de basis voor het behoud en herstel van de biodiversiteit in Europa. Voor deze gebieden zijn in ontwerp-besluiten instandhoudingsdoelen opgesteld.

De instandhoudingsdoelen beschrijven de doelen voor de instandhouding van leefgebieden, natuurlijke habitats en populaties van in het wild levende plant- en diersoorten, zoals vereist volgens de Vogel- en Habitatrichtlijn. Op ongeveer 1 kilometer afstand van het plangebied ligt het Natura 2000-gebied Veluwe. Gezien de afstand en doordat het plangebied voor een groot deel ingesloten ligt binnen het bestaande bebouwde gebied zullen geen externe effecten van de voorgenomen ontwikkeling op de instandhoudingsdoelstellingen van de Veluwe optreden.

Flora- en faunawet

Binnen het plan zijn enkele watergangen aanwezig waar het voorkomen van beschermde vissen op voorhand niet uit te sluiten zijn. Dit geldt met name voor de beek die op de grens van het plangebied stroomt. Nader veldonderzoek naar de vissen en amfibieën is niet noodzakelijk omdat de watergang niet gedempt of vergraven zal worden.

Ook kunnen door de ontwikkeling mogelijk vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen verdwijnen of worden verstoord: in de omgeving van het plangebied bevinden zich mogelijk verblijfplaatsen voor vleermuizen in bomen en gebouwen. De bomenrij langs de Albert Schweitzerlaan biedt gunstige omstandigheden voor vliegroutes van vleermuizen. Nader veldonderzoek naar het voorkomen van fourageerroutes en vaste rust- en verblijfsplaatsen van vleermuizen is noodzakelijk. Het onderzoeksgebied dient daarbij groter te zijn dan het plangebied omdat soorten die in de directe omgeving van het plangebied ook effecten kunnen ondervinden van de ontwikkeling in het plangebied. Dit onderzoek dient plaats te vinden in de periode april tot en met augustus. De volledige rapportage is te vinden in Bijlage 4 Natuurtoets herinrichting De Boskamp Epe behorende bij deze toelichting.

Provinciale uitwerking van het compensatiebeginsel

Het plangebied en haar directe omgeving maken geen deel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur of Provinciale ecologische verbindingszones. Het compensatiebeginsel is daarom in dit geval niet van toepassing.