direct naar inhoud van 9.1 Inspraak
Plan: Kerkhof Emst
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.EMST001Kerkhof-OBP1

9.1 Inspraak

Inspraakreactie d.d. 2 april 2013, 2013-11917

Samenvatting inspraakreactie

  • 1. Gesteld wordt dat geplande Himalaya berken het uitzicht van inspreker beperken. Inspreker geeft aan dat dit soort bomen na 10 jaar al een hoogte hebben van 8 meter. En dat het woonhuis 7,5 meter hoog is. Daarnaast kan de kroon van de boom 6 tot 8 meter breed worden. Het licht wordt hierdoor weggenomen uit de woning en zullen het blad en de vruchten van de boom voor overlast zorgen.
  • 2. De inspreker geeft tevens aan dat de rechter scheiding met geplande bomen verder van hun woning afstaan, maar ook net als de andere voor overlast zorgen, omdat ze van een dergelijk soort (beuk, eik en berk) zijn welke hoogtes kunnen bereiken van 40 meter en een kroon van 25 meter.

  • 3. Inspreker geeft aan dat hij gebruikt maakt van zijn recht om een planschade procedure op te starten.

Reactie gemeente

  • 1. In het inpassingsplan wordt inderdaad gesproken van een Himalaya berk. Het betreft hier niet meerdere bomen, maar één boom (Betula utilis 'Doorenbos' - de Himalayaberk, aangeplant als meerstammige boom). Ten aanzien van de stelling dat beperking zal ontstaan als gevolg van het wegnemen van licht is het gelet op de situering en de normale zonnestand zeer discutabel te veronderstellen dat deze beperking werkelijk aan de orde zal zijn. De hier bedoelde boom is gesitueerd ten westen van de woning. De stand van de zon, opkomend in het oosten en ondergaand in het westen zal hooguit aan het einde van de dag minimaal schaduw kunnen geven in de voortuin van woning no. 14. De zon staat dan laag en werpt dan een langere slagschaduw. Overigens kenmerkend voor de berk is de zeer open (dus lichte en transparante) kroon (als gevolg van klein blad en beperkte bladbezetting). De voortuin van no. 14 is echter reeds aanzienlijk dicht beplant met opgaande, bladverliezende soorten zodat gesteld kan worden dat de schaduw niet of nauwelijks tot extra beperking zal kunnen leiden. Ook de hier beschreven verwachte overlast van blad en vruchten moet, gelet op de reeds aanwezige groenopstanden in de omgeving, als minimaal moeten worden beoordeeld. De huidige bomen op de begraafplaats en beplantingen in de tuinen langs de Kerkhofweg zijn dusdanig dat overlast als gevolg van deze Himalayaberk als minimaal extra beperkend zal kunnen worden ervaren.

  • 2. Voor wat betreft de bomen op de scheiding (noordzijde uitbreiding) moet gesteld worden dat de hier benoemde afmetingen niet redelijkerwijs kunnen worden verwacht. Bij hoge uitzondering kunnen eiken (hier op een afstand van meer dan 60 meter van de bedoelde woning) een hoogte bereiken van 30 meter, en dan alleen in een volledig natuurlijke situatie. Uitgegroeide vrijstaande eiken op goede standplaatsen hebben veelal een hoogte van 20 - 25 meter, 30 - 35 meter komt zeer sporadisch voor. De beuk (meest dicht bij de woning) wordt tot 25 meter hoog en eigenlijk alleen hoger in hun natuurlijke omgeving (beukenbos), waar ze als gevolg van lichtbeperking sneller zullen opgroeien. Hier betreft het een rij bomen waarvan niet verwacht mag worden dat deze ooit hoger dan 25 meter zal worden als gevolg van windvang en de ruimte in de omgeving.

  • 3. De vraag of er waardevermindering optreedt van omliggende panden wordt niet in de ruimtelijke procedure behandeld. Mocht blijken dat de voorgenomen ontwikkeling daadwerkelijk tot waardevermindering leidt, dan kan inspreker na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan een verzoek tot planschade doen.

Conclusie

De inspraakreactie geeft geen aanleiding het ontwerp bestemmingsplan aan te passen cq. te wijzigen.