direct naar inhoud van Regels
Plan: Landgoed de Emsterhof, plattelandswoning
Status: vastgesteld
Plantype: Bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.BG074LgEmsthPlatwo-VBP1

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Landgoed de Emsterhof, plattelandswoning met identificatienummer NL.IMRO.0232.BG074LgEmsthPlatwo-VBP1 van de gemeente Epe;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 2 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 3 Van toepassing verklaring

Het bestemmingsplan Landgoed de Emsterhof van de gemeente Epe, vastgesteld door de gemeenteraad op 20 april 2017 (identificatienummer NL.IMRO.0232.BG053LgEmsterhof-VBP1) blijft van toepassing, met dien verstande dat:

  • a. ter plaatse van de in het bestemmingsplan Landgoed de Emsterhof, plattelandswoning opgenomen bestemmingen, de verbeelding van het bestemmingsplan Landgoed de Emsterhof, vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Epe op 20 april 2017, volledig (dus inclusief alle ter plaatse geldende aanduidingen) wordt vervangen;
  • b. de regels van het bestemmingsplan Landgoed de Emsterhof, vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Epe op 20 april 2017, als volgt worden gewijzigd:
    • 1. onder vernummering wordt aan artikel 1, onder lid 1.39 het volgende begrip toegevoegd:
      • plattelandswoning;
      • een bedrijfswoning behorend tot of voorheen behorend tot een landbouwinrichting, zoals bedoeld in artikel 1.1a lid 2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, welke door een persoon en diens huishouden, die geen binding hebben met de desbetreffende landbouwinrichting, wordt of mag worden bewoond;
    • 2. onder vernummering wordt aan artikel 3, lid 3.1, onder c het volgende lid toegevoegd:
      • ter plaatse van de aanduiding 'plattelandswoning' is een plattelandswoning toegestaan;
    • 3. artikel 3, lid 3.1, onder d wordt als volgt gewijzigd:
      • praktijk- of studioruimte in de bedrijfswoningen of plattelandswoning en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep;
    • 4. artikel 3, lid 3.1 onder p wordt als volgt gewijzigd:
      • erven en tuinen behorende bij bedrijfswoningen en een plattelandswoning tot maximaal 50 m uit de grens van het bouwvlak;
    • 5. de aanhef van artikel 3, lid 3.2.1 onder c wordt als volgt gewijzigd:
      • voor het bouwen van bedrijfswoningen en een plattelandswoning binnen het bouwvlak geldt dat:
    • 6. de aanhef van artikel 3, lid 3.2.1 onder d wordt als volgt gewijzigd:
      • voor het bouwen van bijbehouwen bij bedrijfswoningen en een plattelandswoning geldt dat:
    • 7. artikel 3, lid 3.2.1 onder e sub 3 wordt als volgt gewijzigd:
      • de bouwhoogte en de oppervlakte van overkappingen behorende bij de bedrijfswoningen en de plattelandswoning niet meer dan respectievelijk 3 m en 20 m2 mag bedragen.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van bepaalde in lid 4.1 onder a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde in lid 4.1 onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 4.2 onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 4.2 onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde in lid 4.2 onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Landgoed de Emsterhof, plattelandswoning'.