Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Landgoed De Pirk
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0232.BG013LGDePirk-VBP1

Artikel 8 Wonen - Landhuis

8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Landhuis" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen;
  2. de uitoefening van een aan huis verbonden beroep in een praktijk- of studioruimte;  
en zijn mede
  1. voor de bescherming van de vochtgebonden natuurlijke waarden van deze gronden bestemd;
met daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
             
8.2 Bouwregels
Op de tot 'Wonen - Landhuis' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:
 
8.2.1 voor hoofdgebouwen geldt:
  1. dat het maximum aantal wooneenheden niet meer mag bedragen dan het aantal dat is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  2. dat hoofdgebouwen binnen het bouwvlak dienen te worden gebouwd. De dakoverstekken mogen de bouwgrens van het bouwvlak overschrijden;
  3. dat de maximale goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';  
  4. dat de maximale inhoud van een hoofdgebouw is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume';
  5. dat het maximale bebouwingspercentage is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage';
  6. de dakhelling bedraagt ten minste 30o
8.2.2 voor bijgebouwen geldt:
  1. dat bijgebouwen uitsluitend toegelaten zijn binnen het bouwvlak;
  2. dat per wooneenheid de oppervlakte van aan- en bijgebouwen ten hoogste 100 m2 bedraagt;
  3. dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en bijgebouwen niet meer zal bedragen dan 200 m2.
  4. dat de goothoogte ten hoogste 3,5 m bedraagt;
  5. dat de bouwhoogte ten hoogste 7 m bedraagt;
  6. dat de vrijstaande bijgebouwen op een afstand van ten minste 4 m achter de voorgevel van de wooneenheden en het verlengde daarvan dienen te worden geplaatst en op geen grotere afstand dan 30 m ten opzichte van de wooneenheden.   
8.2.3 voor andere bouwwerken geldt dat de hoogte ten hoogste bedraagt:
  1. voor erfafscheidingen 1 m;
  2. voor vlaggenmasten 5 m;
  3. in overige gevallen 2,50 m.
 
8.3 Specifieke gebruiksregels
8.3.1 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 10 wordt in ieder geval verstaan het gebruik:
  1. van vrijstaande bijgebouwen en gastenverblijven voor bewoning;
  2. van bijgebouwen voor recreatieve bewoning;
  3. van gronden voor de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voertuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, vuil en afvalstoffen, behoudens deze opslag geschiedt in het kader van het normale gebruik.  
8.3.2 Aan huis verbonden beroep
Een aan huis verbonden beroep is toegestaan, met dien verstande dat:
  1. ten hoogste 40% van de gezamenlijke oppervlakte van het woonhuis met de daarbij behorende bijgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van het aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat deze gezamenlijke oppervlakte nimmer meer bedraagt dan 50 m2;
  2. de uitstraling als woning intact blijft;
  3. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefmilieu;
  4. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft op de normale ontwikkeling van het verkeer en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
  5. geen detailhandel is toegestaan.