Op de tot 'Wonen' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:
7.2.1 voor hoofdgebouwen geldt:
- dat per bouwvlak één vrijstaand hoofdgebouw is toegelaten;
- dat hoofdgebouw in het bouwvlak dient te worden gebouwd. De dakoverstekken mogen de bouwgrens van het bouwvlak overschrijden;
- dat de inhoud van een hoofdgebouw ten hoogste 600 m3 bedraagt, dan wel indien een grotere woning aanwezig is, de inhoud zoals die bestond op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan;
- dat de goothoogte ten hoogste 3,50 m bedraagt, dan wel indien een grotere goothoogte aanwezig is, de goothoogte zoals die bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
- dat de bouwhoogte ten hoogste 10 m bedraagt, dan wel indien een grotere bouwhoogte aanwezig is, de bouwhoogte zoals die bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
- dat de breedte ten minste 5 m bedraagt;
- dat de dakhelling ten minste 30° bedraagt.
7.2.2 voor aan- en bijgebouwen geldt:
- dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en bijgebouwen ten hoogste 60 m2 bedraagt, dan wel indien een grotere oppervlakte aanwezig is, de oppervlakte zoals die bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
- dat de bouwhoogte ten hoogste 5 m bedraagt;
- dat de vrijstaande bijgebouwen op een afstand van ten minste 4 m achter de voorgevelrooilijn van de woning en het verlengde daarvan dienen te worden geplaatst en op geen grotere afstand dan 30 m ten opzichte van de woning.
7.2.3 voor andere bouwwerken geldt dat de hoogte ten hoogste bedraagt:
- indien de andere bouwwerken vóór de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan worden gebouwd 1 m;
- voor vlaggenmasten 5 m;
- in overige gevallen 2,50 m.