Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Landgoed De Pirk
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0232.BG013LGDePirk-VBP1

Artikel 4 Natuur

4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. de ontwikkeling, het behoud, beheer en/of herstel van natuurlijke en/of landschappelijke waarden;
  2. de waterhuishouding, uitsluitend voor de sloten, sprengen, beken, poelen en andere watergangen;
  3. recreatief medegebruik in de vorm van voet-, fiets-, en/of ruiterpaden;
en zijn mede:
  1. voor de bescherming van de vochtgebonden natuurlijke waarden van deze gronden bestemd;
  2. ter plaatse van de functieaanduiding 'ontsluiting' (os) bestemd voor een onverharde dan wel semi-verharde ontsluitingsweg ten behoeve van het landhuis. Deze toegangsweg mag niet breder zijn dan 3 m.
  3. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van natuur - beekdalgebied met openheid' (sn-bo) bestemd voor:  
    1. het behoud en herstel van de landschappelijke, ecologische waarden en het natuurlijke watersysteem; 
    2. retentie;
    3. natuurontwikkeling met behoud van openheid.
  met daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
Op de tot 'Natuur' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken ten dienste van de bestemming.
 
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  1. de hoogte van andere bouwwerken, niet zijnde voorzieningen ten behoeve van de opslag van mest, bedraagt voor informatieborden ten hoogste 2 m en voor overige bouwwerken maximaal 1 m.
4.3 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 10, wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden:
  1. als stort- en opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens voor zover deze opslag geschiedt in het kader van het normale onderhoud;
  2. als sport-, wedstrijd-, speel-, parkeer- en/of kampeerterrein;
  3. voor het beproeven van motorvoertuigen of voor het beoefenen van gemotoriseerde snelheids- en/of behendigheidssporten en de (model-)vliegsport.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Vergunningsplicht
Het is verboden op of in de tot 'Natuur' bestemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende andere werken en/of werkzaamheden, geen normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden zijnde, uit te voeren:
  1. het aanleggen of verharden van voet-, fiets-, en/of ruiterpaden alsmede het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen groter dan 100 m2, met uitzondering van het aanbrengen van paden zoals opgenomen in het "Eisen inrichting en beheer Landgoed De Pirk"
  2. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  3. het vellen of rooien van bomen en andere houtopstanden, voor zover het beplanting betreft die niet in de Boswet is geregeld;
  4. het aanbrengen of veranderen van oeverbeschoeiingen, kaden, dijken, dammen en vlonders;
  5. het graven, vergraven, dan wel verbreden of dempen van watergangen;
  6. het aanbrengen van bovengrondse en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  7. het verrichten van exploratieboringen en seismologisch onderzoek;
  8. het planten van solitaire bomen binnen de functieaanduiding 'specifieke vorm van natuur - beekdalgebied met openheid' (sn-bo). 
4.4.2 Uitzonderingen
Het bepaalde in 4.4.1 is niet van toepassing indien het andere werken en/of werkzaamheden betreft:
  1. die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van rechtskracht worden van het plan en legaal zijn;
  2. voor de uitvoering van het “Eisen inrichting en beheer Landgoed De Pirk”;
  3. waarvoor een vergunning (te verlenen door de Minister) is vereist krachtens de Natuurbeschermingswet;
  4. die worden uitgevoerd ter realisering van een omgevingsvergunning of worden uitgevoerd krachtens een op basis van artikel 25a van de Natuurbeschermingswet vastgesteld beheersplan.   
4.4.3 Criteria
De andere werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 4.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die andere werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de natuurlijke en/of landschappelijke waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.