direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen
Plan: Buitengebied, 2e partiële herziening (Recreatiegebied Kievitsveld)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.BG003Kievitsveld2e-VBP1

Artikel 9 Wonen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Wonen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, met dien verstande dat per bestemmingsvlak niet meer dan 1 woning is toegestaan;
  • b. praktijk- of studioruimte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat de woonfunctie als overwegende functie van het bouwperceel niet wordt aangetast;
  • c. de waterhuishouding;

met daarbijbehorende:

  • d. gebouwen;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • f. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • g. tuinen;
  • h. erven.
9.2 Bouwregels

Op de voor ' Wonen ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

9.2.1 Hoofdgebouwen

Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw dient vrijstaand te worden gebouwd;
  • b. de inhoud van een woonhuis bedraagt niet meer dan 600 m3, dan wel, indien een groter woonhuis aanwezig is, de inhoud zoals die bestond op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan;
  • c. de goothoogte bedraagt niet meer dan 3,50 m, dan wel, indien een grotere goothoogte aanwezig is, de goothoogte zoals die bestond op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan;
  • d. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 10 m, dan wel, indien een grotere bouwhoogte aanwezig is, de bouwhoogte zoals die bestond op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan;
  • e. de breedte van een woonhuis mag niet minder dan 5 m bedragen;
  • f. de dakhelling mag niet minder dan 30° bedragen.
9.2.2 Aanbouwen en bijgebouwen

Voor een aanbouw, een uitbouw en een bijgebouw gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer dan 60 m2 bedragen, dan wel, indien een grotere oppervlakte aanwezig is, de oppervlakte zoals die per bijgebouw bestond op heet tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • c. de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 4 m bedragen en de afstand ten opzichte van het woonhuis mag niet meer dan 30 m bedragen;
9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. indien het voor de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan worden geplaatst mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m bedragen.
9.3 Ontheffing van de bouwregels
9.3.1 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. 9.1, juncto 1.34 , ten behoeve van de huisvesting van twee huishoudens in één woning, met dien verstande dat:
    • 1. hierdoor het aantal woningen niet wordt vergroot;
    • 2. de inhoud van het woonhuis niet minder bedraagt dan 800 m3;
    • 3. de uiterlijke verschijningsvorm gehandhaafd blijft;
    • 4. per huishouden 60 m2 aan bijgebouwen is toegestaan, dan wel indien een grotere oppervlakte aanwezig is, de oppervlakte zoals die per bijgebouw bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
  • b. 9.2.2 onder a, voor de bouw van aan- en bijgebouwen tot een gezamenlijke oppervlakte van niet meer dan 75 m2, met dien verstande dat de noodzaak is aangetoond;
  • c. 9.2.2 onder a, voor vermeerdering van de toegestane oppervlakte ten behoeve van een agrarisch hobbybedrijf tot niet meer dan 200 m2, met dien verstande dat:
    • 1. de noodzaak is aangetoond;
    • 2. het bouwperceel, eventueel in combinatie met de daaraan grenzende en daarmee één eigendomseenheid vormende gronden, een (gezamenlijke) oppervlakte heeft van niet minder dan 5.000 m2;
    • 3. de belangen van gebruikers dan wel eigenaren van aangrenzende gronden en/of (agrarische) bedrijven niet onevenredig worden geschaad.
  • d. 9.2.2 onder a, ten behoeve van de gehele of gedeeltelijke vervanging van meerdere bijgebouwen waarvan de gezamenlijke oppervlakte meer bedraagt dan 60 m2 door één of meerdere bijgebouwen, met dien verstande dat:
    • 1. de vervanging bijdraagt aan een aanmerkelijke verbetering van de landschappelijke situatie ter plaatse;
    • 2. met de vervanging een vermindering (sanering) van de oppervlakte, voor zover die meer bedraagt dan 60 m2 plaatsvindt tot een oppervlakte van niet meer dan 50% van het meerdere tot een oppervlakte van niet meer dan 200 m2.
  • e. 9.2.2 onder c, voor wat betreft het bouwen achter de naar de weg(-en) gekeerde gevel(-s) van de woning, met dien verstande dat de afstand tot de wegas niet minder dan 15 m bedraagt.
9.3.2 Afwegingskader

Een in 9.3 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
9.3.3 Procedure

Voor een besluit tot ontheffing geldt de in 16.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

9.4 Specifieke gebruiksregels
9.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:

  • a. bewoning van vrijstaande bijgebouwen en gastenverblijven;
  • b. recreatieve bewoning van bijgebouwen;
  • c. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voertuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, vuil en afvalstoffen, behoudens deze opslag geschiedt in het kader van het normale gebruik.
9.4.2 Toegestaan gebruik

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval niet gerekend een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat:

  • a. niet meer dan 40% van de gezamenlijke oppervlakte van het woonhuis met de daarbij behoerende bijgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van het aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat deze geamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m2;
  • b. de uitstraling als woning in tact blijft;
  • c. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefmilieu;
  • d. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft op de normale ontwikkeling van het verkeer en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
  • e. geen detailhandel is toegestaan.