direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Wissel en Schaveren
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.BG002WisselSchav-OBP1

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven tot en met categorie 2 van Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten ;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', voor het wonen in één bedrijfswoning;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf' tevens voor op een openbaar net aangesloten nutsvoorzieningen, zoals transformatoren, gasvoorzieningen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1' tevens voor een aannemersbedrijf met werkplaats;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2', tevens voor een garagebedrijf;

met daarbijbehorende:

  • f. gebouwen;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • h. andere-werken, erven en terreinen;

met inachtneming van het volgende:

  • i. detailhandel is niet toegestaan, tenzij anders in dit plan is geregeld;
  • j. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • k. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan.
5.2 Bouwregels

Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

5.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m²)' geldt dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan het aangeduide oppervlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' geldt dat de goot- respectievelijk bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • d. ten plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf' mag de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedragen, tenzij anders op de plankaart is aangegeven;
  • e. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 800 m3 bedragen.
5.2.2 Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning

Voor een aanbouw, uitbouw en bijgebouw bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer dan 60 m² bedragen;
  • b. de afstand tot de voorgevel van de bedrijfswoning en het verlengde daarvan mag niet minder dan 3 m bedragen;
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • e. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan mogen worden gehandhaafd.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,50 m bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedragen.
5.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. 5.2.2 onder a en toestaan dat de oppervlakte wordt vergroot tot niet meer dan 100 m² .
5.3.1 Afwegingskader

Een in 5.3 genoemde ontheffing kan worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
5.3.2 Procedure

Voor een besluit tot ontheffing geldt de in 25.2 vermelde voorbereidingsprocedure.

5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Strijdig gebruik

Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met de bepalingen uit dit bestemmingsplan. Tot strijdig gebruik wordt nadrukkelijk ook bedoeld:

  • a. bewoning van bedrijfsruimten, niet zijnde bedrijfswoningen.
5.5 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 5.1 en toestaan dat tevens bedrijven worden toegelaten die niet zijn genoemd in Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de reeds toegelaten categorie.

5.5.1 Afwegingskader

De in 5.5 genoemde ontheffing kan worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
5.5.2 Procedure

Voor een besluit tot ontheffing geldt de in 25.2 vermelde voorbereidingsprocedure.