direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Wildemaet
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0230.bp0027-ONH1

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Wonen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met daarbijbehorende:

  • b. gebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • e. tuinen en terrassen;
  • f. erven;

met daaraan ondergeschikt:

  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. paden;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. water;

met dien verstande dat:

  • l. per woning wordt voorzien in ten minste twee afzonderlijk benaderbare parkeerplaatsen op eigen terrein.
6.2 Bouwregels

Op de voor ' Wonen ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

6.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de verticale diepte mag niet meer bedragen dan 3,50 m, waarbij de bouwvlakgrens mag worden overschreden;
  • c. de afstand tot de gezamenlijke zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 1 m bedragen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' geldt dat het aantal vrijstaande woningen niet meer mag bedragen dan het aangegeven aantal;
  • e. de breedte van een woning mag niet minder dan 5 m bedragen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' geldt dat de goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • g. de dakhelling bedraagt minimaal 15° en maximaal 75°.
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van tussen de bouwpercelen te bouwen erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 0,50 m bedragen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.4.1 Afwijken

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. 6.2.1 onder f en kan een goothoogte van niet meer dan 7 m worden toegestaan;
  • b. 6.2.2 onder b en kan een bouwhoogte van niet meer dan 1 m worden toegestaan.
6.4.2 Afwegingskader

Een in 6.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.5.1 Strijdig gebruik onbebouwde gronden

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend het gebruik van onbebouwde gronden voor:

  • a. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
  • b. de opslag van gebruiksklare en -onklare dan wel aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
  • c. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  • d. prostitutiedoeleinden;
  • e. het gebruik van gronden en opstallen voor een bedrijf;

met dien verstande dat dit niet geldt voor:

    • 1. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, die nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen;
    • 2. het opslaan of storten van afval- of meststoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van tuinen, andere open terreinen en watergangen;
    • 3. het stallen van niet meer dan 1 toercaravan op het erf van een woning.
6.5.2 Strijdig gebruik bouwwerken

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend het gebruik of laten gebruik van bouwwerken voor:

  • a. beroeps- of bedrijfsmatige werk- of opslagruimte;
  • b. detailhandel;
  • c. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;

met dien verstande dat het bepaalde onder a niet van toepassing is op het gebruik van praktijkruimten, mits geen detailhandel plaatsvindt.

6.6 Afwijken van de gebruiksregels
6.6.1 Afwijken

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. de regel in 6.5.2 onder a voor het uitoefenen van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, mits:
    • 1. de grondoppervlakte niet meer dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning bedraagt, met een maximum van 50 m²;
    • 2. een rechtstreekse relatie bestaat tussen de beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten en de hoofdbewoner van de woning;
    • 3. geen gebruik plaatsvindt dat vergunning- of meldingsplichtig is op grond van de Wet milieubeheer zoals die luidt op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
    • 4. geen detailhandel plaatsvindt;
    • 5. geen verkeersaantrekkende werking optreedt waardoor extra parkeervoorzieningen noodzakelijk zijn, of een verkeersonveilige situatie ontstaat;
    • 6. geen reclame-uitingen worden aangebracht;
    • 7. geen kappersactiviteiten plaatsvinden en geen seksinrichtingen.
6.6.2 Afwegingskader

Een in 6.6.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.