Parapluplan parkeren

Toelichting

1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doelstelling

De gemeente Elburg voert al jarenlang parkeerbeleid, mede met het oog op het goed functioneren van alle ruimtelijke functies van en binnen de gemeente. Voor de gemeentelijke parkeerregeling gelden de in september 2014 vastgestelde (inter)gemeentelijke Parkeernota en de door burgemeester en wethouders vastgestelde ‘Nadere regels parkeernormen en hoogte financiële voorwaarde’.

 

Het parkeerbeleid is in veel bestemmingsplannen geregeld met een verwijzing naar de stedenbouwkundige bepalingen in de gemeentelijke bouwverordening. Op die manier beschikt(e) de gemeente Elburg over de mogelijkheid om bij ruimtelijke ontwikkelingen eisen te stellen aan het parkeren.

 

Door een wijziging van de Woningwet komt echter een groot deel van de bouwverordening uiterlijk 1 juli 2018 van rechtswege te vervallen, zo ook de stedenbouwkundige bepalingen met de parkeerregeling. Daardoor moet ieder bestemmingsplan zelf (gaan) voorzien in de gemeentelijke parkeerregeling.  

Inmiddels zijn al diverse bestemmingsplannen vastgesteld met daarin de gemeentelijke parkeerregeling. Ook staan er nog enige veegplannen op de rol, waarbij juridische onvolkomenheden en omissies worden hersteld en waarin tevens de parkeerregeling wordt verankerd.

 

Voor nog resterende plannen behoeft eigenlijk alleen de parkeerregeling te worden toegevoegd aan de regels. Dat kan met 1 plan (ook wel parapluplan genoemd) waarbij nu geldende bestemmingsplannen met een ‘oude verwijzing’ naar parkeerregels in één keer worden herzien en worden voorzien van een eigen gemeentelijke parkeerregeling.

1.2 Herziening vigerende planregelingen

Dit veegplan heeft betrekking op de volgende (bestemmings)plannen:

• ’t Harde 2009
• 1^e partiële herziening Huisdijk- Gerichtenweg
• 2^e partiële herziening Waterlanden I
• Bedrijventerrein Broeklanden 2015
• Burgemeester Folkerts
• Centrum ’t Harde
• Elburg en Oostendorp, uitsluitend perceel Zuiderzeestraatweg 102
• Eperweg 83 / Spoorstraat 1
• Heidezoom 2010
• Huisdijk – Gerichtenweg
• Kruismaten 2012
• Lageweg 19
• Rehoboth 2014 (en omgeving)
• Scola Van Kinsbergen
• Vossenakker (met uitzondering van plangebied 1^e partiële herziening)
• Vossenakker Noord
• Waterlanden I, 1^e uitwerking, tevens 1^e wijziging
• Wildemaet

 

Deze plannen blijven van kracht, met dien verstande dat met de vaststelling van dit parapluplan de eventuele verwijzing naar parkeerregels en/of bouwverordening in die plannen vervalt en – in plaats daarvoor - de gemeentelijke parkeerregeling wordt verankerd.   

1.3 Plangebied

Het plangebied van dit parapluplan bestrijkt de plangebieden van de onder 1.2. genoemde plannen. Dit gebied is in de bij dit plan behorende verbeelding vastgelegd.

2 Beleidskader

2.1 Beleidskader

In de gemeente Elburg is mede met het oog op het goed functioneren van alle ruimtelijke functies van en binnen de gemeente al jaren sprake van parkeerbeleid. Op dat beleid wordt terug gevallen bij ruimtelijke/stedenbouwkundige ontwikkelingen waar aspecten in beeld komen als ruimte voor parkeren, bereikbaarheid, woon-, werk- en leefklimaat.

2.2 Nota parkeernormen

Dit bestemmingsplan verwijst voor de parkeerregeling naar de intergemeentelijke Parkeernota, vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 29 september 2014 . Het betreft de door de gemeenteraad vastgestelde nota met een weergave van de te hanteren beleidsuitgangspunten en daaruit voortvloeiende parkeernormen in de gemeente Elburg, Hattem, Nunspeet en Oldebroek.

 

Hoofddoel van die nota is dat gemeenten een parkeerbeleid voeren dat (afgezien van pieken in de vraag) op acceptabele loopafstand voldoende parkeercapaciteit genereert met als uitgangspunt dat op eigen terrein in de parkeerbehoefte wordt voorzien. In het verlengde daarvan hebben burgemeester en wethouders “Nadere regels Parkeernormen en hoogte Financiële voorwaarden gemeente Elburg” vastgesteld, welke 2 december 2014 in werking zijn getreden.

2.3 Toetsing parkeren bij aanvragen omgevingsvergunning

Een bestemmingsplan is een instrument voor de regulering van ruimtegebruik. In een bestemmingsplan wordt onder meer vastgelegd voor welke doeleinden gronden mogen worden gebruikt en welke bebouwing is toegestaan. Op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het verboden om zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten als het bouwen van een bouwwerk en/of het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan.

 

Het gebruik van de gronden en/of opstallen ten behoeve van parkeren is een gebruiksdoeleind waarvoor doorgaans regels zijn opgenomen in een bestemmingsplan. Die regels kunnen inzicht geven of parkeren ter plaatse is toegestaan maar kunnen ook vastleggen welke parkeernormen in acht moeten worden genomen.

 

In bestemmingsplannen ‘van ouder datum’ is de parkeerregeling doorgaans vastgelegd met een verwijzing naar de stedenbouwkundige bepalingen van de gemeentelijke bouwverordening. Door wijziging in landelijke wetgeving kan tot 1 juli 2018 nog worden teruggevallen op de gemeentelijke bouwverordening maar uiterlijk per die datum moeten bestemmingsplannen zijn voorzien van een ‘eigen’ parkeerregeling.

3 Juridische en bestuurlijke aspecten

3.1 Algemeen

Voor de bestemmingsplanregeling is gebruik gemaakt van de ingevolge de Wet ruimtelijke ordening voorgeschreven standaardvorm: de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP).

 

De verbeelding en de regels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan.

 

De toelichting heeft geen rechtskracht, maar geeft inzicht in beweegredenen en uitgangspunten die aan het plan ten grondslag liggen en kan daar dus helderheid verschaffen.

 

Uitgangspunt is dat ieder in de regels genoemd plan in Hoofdstuk 3 van de regels dan wel – indien al in het plan opgenomen - bij de onderdelen Algemene Bouwregels en Algemene gebruiksregels wordt voorzien van de gemeentelijke parkeerregeling waaraan al jaren de hand wordt gehouden en die ook reeds is vastgelegd in recentelijk vastgestelde ruimtelijke plannen.

3.2 Verbeelding

In de verbeelding is de omvang van het plangebied aangegeven. Het betreft de plangebieden van  de diverse genoemde plannen.

3.3 Opbouw van de regels

De regels zijn opgedeeld in meerdere hoofdstukken met een of meer artikelen:

 

Hoofdstuk 1  Inleidende regels

 

Hoofdstuk 2  Bestemmingsregels

 

Hoofdstuk 3  Algemene regels

 

Hoofdstuk 4  Overgangs- en slotregel

4 Economische uitvoerbaarheid

Onderzoek naar de economische uitvoerbaarheid van bestemmingsplannen heeft in het algemeen betrekking op nieuwe ontwikkelingen waarvoor maatwerk moet worden verricht. Dit parapluplan wordt opgesteld en vastgesteld als gevolg van wijziging in wetgeving van de centrale overheid. Het betreft in dit geval slechts een aanpassing waarmee mogelijkheden van het oude instrument “bouwverordening” worden overgeheveld naar het instrument “bestemmingsplan”. Feitelijk worden de ontwikkelingen aan het particulier initiatief overgelaten.

 

De door de gemeente te maken kosten bestaan uitsluitend uit plankosten en kosten van onderzoek nodig voor de voorbereiding van het plan. Deze uitgaven komen ten laste van de algemene middelen. Omdat dit plan niet voorziet in een bouwplan (als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening) hoeft geen exploitatieplan te worden vastgesteld.

 

Voor wat betreft onderzoek wordt opgemerkt dat in dit geval de omgevingsaspecten als milieu (milieuzonering, bodemkwaliteit, luchtkwaliteit, geluid, externe veiligheid), water, flora en fauna, cultuurhistorie en archeologie niet in het geding zijn en niet hoeven te worden onderzocht.

5 Procedure bestemmingsplan

5.1 Vooroverleg

Het initiatief is in het kader van het artikel 3.1.1 Bro voor overleg aangeboden aan de provinciale diensten en het Waterschap Vallei Veluwe.

 

De Algemeen directeur van de provincie Gelderland heeft op 8 november 2017 (2017-013720) kenbaar gemaakt dat de provinciale afdelingen hebben geconstateerd dat er gelet op de vigerende Omgevingsvisie en –verordening geen provinciale belangen aan de orde zijn.

 

Namens het Waterschap is op 20 oktober 2017 meegedeeld dat het plan ook geen belangen van het waterschap treft.

 

Voor zo ver kan worden beoordeeld is na inwerkingtreding van dit parapluplan geen sprake van veranderingen in de (bouw)plantoetsing voor wat betreft het aspect parkeren.

5.2 Inspraak

Omdat met dit plan geen sprake is van herziening van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen en daarnaast voor de vastlegging van die regeling wel een bepaalde mate van spoedeisendheid speelt, wordt voor dit parapluplan geen inspraakprocedure opgestart.

5.3 Ontwerp bestemmingsplan en zienswijzen

Het ontwerp bestemmingsplan ‘Parapluplan Parkeren’ zal gedurende een periode van 6 weken voor een ieder ter inzage worden gelegd. Tijdens die periode wordt een ieder in de gelegenheid gesteld om een zienswijze bij de gemeenteraad in te dienen.

 

De gemeenteraad zal vervolgens besluiten tot vaststelling van dit bestemmingsplan.