Plan: | Ede, uitbreiding bedrijventerrein Kievitsmeent |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0228.BP2023KIEV0001-0201 |
Ede, uitbreiding bedrijventerrein Kievitsmeent
Inhoudsopgave
Artikel 4 Bedrijventerrein - 1
Artikel 5 Bedrijventerrein - 2
Artikel 10 Leiding - Brandstof
Artikel 13 Anti-dubbeltelregel
Artikel 14 Algemene bouwregels
Artikel 15 Algemene gebruiksregels
Artikel 16 Algemene aanduidingsregels
Artikel 17 Algemene afwijkingsregels
Artikel 18 Algemene wijzigingsregels
Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan 'Ede, uitbreiding bedrijventerrein Kievitsmeent' met identificatienummer
NL.IMRO.0228.BP2023KIEV0001-0201 van de gemeente Ede.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een aan een hoofdgebouw toegevoegde ruimte met een dak die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. In functioneel opzicht maakt de aanbouw onderdeel uit van het hoofdgebouw.
De uitoefening van een dienstverlenend beroep aan huis op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein, alsmede een beroep op het terrein van persoonlijke verzorging, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan een (raam)prostitutiebedrijf.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een bouwwerk in de vorm van een zend- en/of ontvangstinstallatie voor telecommunicatiedoeleinden.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
Een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk en wenselijk is.
De totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
legaal aanwezige bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
het legaal gebruik van gronden en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Een al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan en hoort bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
Een verzameling bij elkaar horende gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw, dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische diensten aan derden, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen waaronder zijn begrepen alternatieve geneeswijze, kapperszaken, schoonheidsinstituten, massagesalon, nagelstudio, zonnebankstudio, fotostudio, stomerij, wasserette, videotheek, kleding- en/of schoenenreparatie, belwinkel, internetcafé, en naar aard en uitstraling daarmee gelijk te stellen bedrijven en instellingen, evenwel met uitzondering van prostitutie.
De bouwlaag op de begane grond.
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
De natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend, zoals escortservices en -bemiddelingsbureaus.
Doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
Elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Bebouwing bestaande uit zich in één hoofdgebouw boven en naast elkaar bevindende zelfstandige woningen en/of bijzondere woonruimten.
Gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, worden gebruikt.
Een functie waarvoor het hoofdgebouw of de gronden als zodanig mag respectievelijk mogen worden gebruikt.
Een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
Een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor consumptie ter plaatse worden verstrekt
(uitgezonderd een maaltijdafhaalcentrum) en/of waar bedrijfsmatig logies wordt verstrekt.
Een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide snacks, ijs en kleine maaltijden voor consumptie zowel ter plaatse als elders, met daaraan ondergeschikt het verstrekken van overwegend niet-alcoholhoudende dranken, zoals een snackbar, cafetaria, lunchroom, broodjeszaak, ijssalon en koffiehuis.
Een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren ten behoeve van consumptie ter plaatse, alsmede het daaraan ondergeschikt verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, al dan niet in combinatie met het verstrekken van nachtverblijf en/of van zaalverhuur, zoals een hotel, een restaurant, pannenkoekhuis, eetcafé en pizzeria.
Een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van overwegend alcoholhoudende dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet in combinatie met kleine etenswaren, zoals een café.
Een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig bieden van gelegenheid tot dansen dan wel tot het uitoefenen van een kans- en behendigheidsspel al dan niet in combinatie met het verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, zoals een dancing, discotheek/nachtzaak, casino of automatenspeelhal.
Elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht. Daarbij worden als één inrichting beschouwd de tot eenzelfde onderneming of instelling behorende installaties die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen.
Een ruimte die door aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of daarmee naar aard gelijk te stellen arbeid, dan wel dat dient voor het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied.
Een bouwwerk zonder een specifiek gebruiksdoel ter verfraaiing en verrijking van de directe omgeving waarbij de artistieke waarde van het bouwwerk voorop staat.
Educatieve, (para)medische, sociale, levensbeschouwelijke, religieuze voorzieningen, onderwijs- en kinderopvangvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening.
Intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
Beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen, die functioneel rechtstreeks verband houden met de bedrijfsactiviteiten, waarvoor maximaal 30% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt.
unctie waarvoor maximaal 30% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt.
Horeca die ondersteunend is aan de hoofdfunctie en hieraan ten dienste staat, waarvoor maximaal 30% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt voor ten hoogste horeca categorie 1.
Een onderdeel van een bedrijf, dat andere bedrijfsactiviteiten als inkomstenbron heeft en waarvoor het kantoor uitsluitend een ondersteunende functie heeft.
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat dient ter overdekking en niet door eigen wanden is omsloten, dan wel aan maximaal drie zijden is begrensd door de gevels van belendende gebouwen of andere bouwwerken.
Plan waarin de bestaande antenne-installaties binnen de gemeente alsmede de zoekgebieden voor toekomstige installaties zijn aangegeven.
De aangegeven begrenzing van het bestemmingsplan.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding.
Een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee/prostitué tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen.
Recreatief medegebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten (met uitzondering van rust- en picknickplaatsen met bijbehorend meubilair), dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit gebruik is toegestaan. Het medegebruik legt geen specifiek beslag op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden en die in hoofdzaak gericht zijn op natuur- en landschapsbeleving.
De kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte.
Een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
Een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, ofwel de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het bedrijven van de markthandel, ofwel de ruimte die is aangewezen voor het plaatsen van een kiosk, waarop of waarbij voorzieningen aanwezig kunnen zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
Het in hoofdzaak op de openbare weg door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten tot prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken.
Een buiten een gebouw gelegen gebied behorende bij een horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of etenswaren verstrekt.
De vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. In functioneel opzicht maakt de uitbouw onderdeel uit van het hoofdgebouw.
De naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw, of indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de openbare weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
De lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen alsmede het verlengde daarvan.
De grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd.
Een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat kan worden verplaatst.
Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
Een voorziening die op zichzelf het bedrijf vormt en gericht is op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek al dan niet rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
Woonruimte met een een eigen aparte opgang en voordeur, met eigen voorzieningen waarbij onder andere een keuken, toilet, badkamer, douche, niet met anderen hoeft te worden gedeeld.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten c.q. gerekend:
afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
De kortste afstand van de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.
bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
De oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
bebouwingspercentage:
Het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
Bovenkant Spoorstaaf (BS):
De hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf.
breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde:
Overeenkomstig de omtreklijn van de horizontale projectie van alle delen van die bouwwerken.
breedte, diepte c.q. lengte van een gebouw:
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
de dakhelling:
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
de goothoogte van een bouwwerk:
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
de bouwhoogte van een bouwwerk:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
de inhoud van een bouwwerk:
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
oppervlakte van een bouwwerk:
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/ of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
oppervlakte van een overkapping:
Tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
peil:
het aansluitend afgewerkt terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing gelaten, zoals:
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De toelaatbaarheid van de onder a. bedoelde bedrijven wordt bepaald aan de hand van de bij deze regels behorende Staat van bedrijven, overeenkomstig onderstaande opsomming:
Onder de bedrijfsactiviteiten is detailhandel uitsluitend begrepen voor zover het onzelfstandige, rechtstreeks uit de activiteiten van het bedrijf voortvloeiende en daaraan ondergeschikte detailhandel betreft tot ten hoogste 40% van de oppervlakte van het bouwperceel.
In de bestemming zijn inrichtingen met een bewaarplaats of een bewerkingsruimte voor verpakt of onverpakt professioneel vuurwerk als bedoeld in het Vuurwerkbesluit, al dan niet in combinatie met consumentenvuurwerk als bedoeld in het Vuurwerkbesluit, niet begrepen.
In de bestemming zijn geluidzoneringsplichtige inrichtingen, alsmede inrichtingen die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen niet begrepen.
Op deze gronden mogen bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:
De voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
met uitzondering van:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - ontsluiting' gelden in afwijking van het bepaalde onder 4.2.1 en 4.2.2 de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen ter plaatse van bouwpercelen gelegen in het gebied oostelijk van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - landschappelijke inpassing' en de oostelijk daarvan gelegen bestemming 'Verkeer' gelden de volgende bepalingen:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.1, onder b voor het toestaan van een bouwhoogte van maximaal 16 meter met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.1, onder d, e en onder f voor het bouwen van een bedrijfsgebouw op een kortere afstand tot de achterste, voorste of zijdelingse perceelgrens, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.1, onder a en onder d voor het bouwen van een uitbouw aan de voorzijde van een bedrijfsgebouw buiten het bouwvlak en op een kortere afstand tot de voorste perceelgrens, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.4, onder e voor het toestaan van een tweede in- en uitrit op een bouwperceel, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 en een risicovolle activiteit in de zin van het Bevi toe laten met dien verstande dat dit geen onevenredig negatief effect heeft op het aspect externe veiligheid op de desbetreffende gronden als ook de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig beperkt.
De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
met uitzondering van:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Bedrijfswoningen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen aan/bij de bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.1, onder h en artikel 5.2.2, onder c voor het aaneen bouwen van een bedrijfsgebouw en de bedrijfswoning, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.1 , onder onder h voor het bouwen van een bedrijfsgebouw op een kortere afstand tot de zijdelingse perceelgrens, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.4, onder f voor het toestaan van een tweede in- en uitrit op een bouwperceel, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.2.1, onder d en onder e voor het bouwen van een bedrijfsgebouw op een kortere afstand tot de achterste of zijdelingse perceelgrens, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.4, onder f voor het toestaan van een tweede in- en uitrit op een bouwperceel, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2.1 en een gebouw toestaan ten behoeve van nutsvoorzieningen met in achtneming van de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.4, onder a voor het toestaan van een tweede in- en uitrit ten behoeve van een aangrenzend bouwperceel op een aangrenzende bestemming, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 7.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in artikel 7.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurlijke waarden van de gronden.
De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor ‘Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, naast voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van brandstof- en gasleidingen.
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1 mits het behoud van een veilige ligging en continuïteit van de leidingen zijn gewaarborgd.
Het is verboden op of in de gronden van deze bestemming zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 10.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
Het in lid 10.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 10.4.1 wint het bevoegde gezag schriftelijk advies in van de leidingbeheerder.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor de bescherming van een (ondergrondse) aardgasleiding.
In afwijking van voorgaande artikelen mag op de in lid 11.1 bedoelde gronden over een breedte van 5 m ter weerszijden van de hartlijn leiding niet worden gebouwd, met uitzondering van bebouwing ten behoeve van het leidingenbeheer, met een hoogte van niet meer dan 8 m en indien het een gebouw betreft, een maximaal bebouwde oppervlakte van 40 m².
De op de verbeelding voor ‘Leiding - Riool’ aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van een rioolwaterpersleiding.
De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels, mits het behoud van een veilige ligging en continuïteit van de leidingen zijn gewaarborgd.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Riool' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
De werken en werkzaamheden, zoals in artikel 12.5.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.
Het in artikel 12.5.1 bepaalde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 12.5.1 wint het bevoegde gezag schriftelijk advies in van de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke
ordening het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Leiding - Riool' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien is aangetoond dat de noodzaak om de rioolwaterpersleiding op de betrokken locatie te beschermen, is komen te vervallen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
(V is toegestaan en X is niet toegestaan).
Onder het gebruiken of laten gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:
eTer plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - Geurzone' zijn de gronden naast de bestemmingen zoals opgenomen in het voorliggende bestemmingsplan mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geuremmissie in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer.
Ten aanzien van het bepaalde bij voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Milieuzone - Geurzone' dat de ingebruikname van een geurgevoelig object niet is toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 16.1.1 en de ingebruikname van een geurgevoelig object toestaan als uit geuronderzoek blijkt dat de geurbelasting op de gevels van een geurgevoelig object niet hoger zal zijn dan wettelijk toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van:
Aan de omgevingsvergunning kunnen voorwaarden gesteld omtrent de kleur en de exacte locatie van de antennemast c.a. en het aanbrengen van afschermende beplanting;
Bij een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van het gebruik kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.1 en artikel 19.2:
Bij de toepassing van de in artikel 19.3.1 genoemde afwijkingen wordt rekening gehouden met de afwijkingsvoorwaarden, zoals deze zijn neergelegd in de 'Nota parkeernormering gemeente Ede 2017'. Indien deze (beleids)regels worden gewijzigd, moet rekening worden gehouden met deze wijziging.
Tabel 1
Geluidruimte voor inrichtingen gelegen binnen de aanduiding | Afstand vanaf grens bestemmingsvlak | 07.00-19.00 uur | 19.00-23.00 uur | 23.00-07.00 uur |
geluidzone - 2 | 50 meter | 45 dB(A) | 40 dB(A) | 35 dB(A) |
geluidzone - 3 | 50 meter | 50 dB(A) | 45 dB(A) | 40 dB(A) |
geluidzone - 4 | 50 meter | 55 dB(A) | 50 dB(A) | 45 dB(A) |
Tabel 2
Geurruimte voor inrichtingen gelegen binnen de aanduiding | Afstand vanaf grens bestemmingsvlak | Als 98 percentiel | Als 99,9 percentiel |
milieuzone - geurzone - 1 | 30 meter | 0,5 ouE/m3 of H=-0,5 | 2 ouE/m3 of 4*H=-0,5 |
milieuzone - geurzone - 2 | 50 meter | 0,5 ouE/m3 of H=-0,5 | 2 ouE/m3 of 4*H=-0,5 |
milieuzone - geurzone - 3 | 50 meter | 1 ouE/m3 of 1*H=-1 | 4 ouE/m3 of 4*H=-1 |
Het bevoegd gezag kan, indien het redelijk vermoeden bestaat dat niet aan de normen als benoemd in artikel 19.4.2 wordt voldaan, bij nadere eis besluiten dat een rapport van een geluidonderzoek wordt overgelegd. Een geluidonderzoek wordt uitgevoerd overeenkomstig de ‘Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999’. Indien deze regeling wordt gewijzigd, moet rekening worden gehouden met deze wijziging.
Het bevoegd gezag kan, indien het redelijk vermoeden bestaat dat niet aan de normen als benoemd in artikel 19.4.3 wordt voldaan, bij nadere eis besluiten dat een rapport van een geuronderzoek wordt overgelegd. Een geuronderzoek wordt uitgevoerd overeenkomstig de NTA 9065. Indien deze regeling wordt gewijzigd, moet rekening worden gehouden met deze wijziging.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de normen die zijn genoemd in tabel 2 in artikel 19.4.3, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Deze regels worden aangehaald als: ‘Ede, uitbreiding bedrijventerrein Kievitsmeent'.