direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Bestemmingsplan Het Nationale Park De Hoge Veluwe
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0228.BP2012VELU0002-0301

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie;
  • b. behoud, herstel en ontwikkeling van landschapswaarden;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. extensief recreatief medegebruik;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 3 meter;
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Hulpgebouwen buiten het bouwvlak

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 voor het bouwen van hulpgebouwen met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. het plaatsen van hulpgebouwen is noodzakelijk voor een verantwoorde bedrijfsvoering;
  • b. het aantal hulpgebouwen mag niet meer bedragen dan 1 per 2,5 ha agrarisch gebied aaneengesloten eigendom, inclusief de oppervlakte van het bouwvlak;
  • c. de oppervlakte van een hulpgebouw mag niet meer bedragen dan 150 m², met dien verstande dat de oppervlakte van een schuilhut niet meer mag bedragen dan 25 m²;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerkzaamheden zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ophogen, afgraven, vergraven, verzetten, ontgronden, egaliseren, ontginnen en/ of diepploegen van gronden;
  • b. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten, of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
  • c. het aanleggen en/of verharden van paden en wegen, parkeerplaatsen en/of andere oppervlakteverharding;
  • d. het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of door bemaling en/of bronnering.

3.4.2 Toelaatbaarheid

De in lid 3.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. de werken en/of werkzaamheden noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik/ beheer;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.

3.4.3 Uitzonderingen

Het in lid 3.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende (omgevings)vergunning;
  • b. behoren tot het normale onderhoud, beheer en gebruik van de gronden.
3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Natuur' met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de wijziging wordt toegepast voor het vergroten van natuurgebieden of het realiseren van een verbindingszone tussen natuurgebieden;
  • b. de gronden zijn verworven voor de inrichting van natuurgebieden, dan wel de eigenaar en gebruiker hebben schriftelijk ingestemd met de natuurontwikkeling;
  • c. de wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • d. de wijziging leidt niet tot negatieve effecten op de waterhuishouding.