direct naar inhoud van Artikel 10 Natuur
Plan: Bestemmingsplan Het Nationale Park De Hoge Veluwe
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0228.BP2012VELU0002-0301

Artikel 10 Natuur

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van natuur, cultuur en landschapswaarden waaronder begrepen zijn bos, heide en stuifzandgebieden;
  • b. wegen, verharde en onverharde paden;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. extensief recreatief en educatief medegebruik;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' is een parkeerterrein toegelaten;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - fietsenstalling' zijn fietsenstallingen toegelaten;
  • g. één gsm-mast ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' en twee gsm-masten in de strook ten zuiden van de Apeldoornseweg ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie';
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - groendepot' is opslag van blad, snoeihout, plagsel en ander natuurlijk materiaal toegelaten;
  • i. de bescherming van de cultuurhistorische waarden;
  • j. het begraven van urnen met uitzondering van de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie' en de gronden van de habitattypen beekbegeleidende bossen, beken met waterplanten, droge heiden, heideveen, heischrale graslanden, stuifzandheiden, vochtige heiden, zandverstuivingen, zure vennen en zwak gebufferde vennen, zoals vermeld in de bijlage 2 Habitattypen NP De Hoge Veluwe;
  • k. parkeer- en groenvoorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Op deze gronden zijn geen gebouwen toegelaten met uitzondering van bestaande gebouwen ten behoeve van het beheer met een maximale oppervlakte van 60 m2 en een maximale bouwhoogte van 3 meter.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van een gsm-mast mag niet meer bedragen dan 40 meter;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 meter;
  • c. de bouwhoogte van observatiehutten mag niet meer bedragen dan 6 meter.
10.3 Nadere eisen

Met betrekking tot de in lid 10.1 genoemde gronden zijn burgemeester en wethouders bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bouwwerken:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de ecologische hoofdstructuur.
10.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1 voor het bouwen van hulpgebouwen ten behoeve van de bestemming, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. plaatsing binnen het bouwvlak is niet mogelijk of niet doelmatig;
  • b. het plaatsen van hulpgebouwen buiten het bouwvlak is noodzakelijk voor een verantwoorde bedrijfsvoering;
  • c. het aantal hulpgebouwen mag niet meer bedragen dan 1 per 2,5 ha aaneengesloten gebied in eigendom, inclusief de oppervlakte van het bouwvlak;
  • d. de oppervlakte van een hulpgebouw mag niet meer bedragen dan 150 m², met dien verstande dat de oppervlakte van een observatieplaats niet meer mag bedragen dan 25 m²;
  • e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • f. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter.
  • g. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke en cultuurhistorische inpassing.
10.5 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze die strijdig is met deze bestemming.

10.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.5, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

10.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, of van werkzaamheden
10.7.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerkzaamheden zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ophogen, afgraven, vergraven, verzetten, ontgronden, egaliseren, ontginnen en/ of diepploegen van gronden;
  • b. het verwijderen van zandwegen;
  • c. het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of door bemaling en/of bronnering.

10.7.2 Toelaatbaarheid

De in lid 10.7.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. de werken en/of werkzaamheden noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik/beheer;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.

10.7.3 Uitzonderingen

Het in lid 10.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende (omgevings)vergunning;
  • b. behoren tot het normale onderhoud, beheer en gebruik van de gronden.