Plan: | Recreatiepark De Zanding |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0228.BP2012OTTO0001-0301 |
Wat betreft het provinciale beleid zijn relevant:
Het provinciale beleid ziet toe op het tegengaan van permanente bewoning van recreatieobjecten. Met name de Ruimtelijke Verordening gaat hierop concreet in. Daarnaast is het Groei en Krimpbeleid van belang. Inzet van dit beleid is binnen recreatie-groeiclusters op voor de natuur minder kwetsbare locaties ontwikkelingsperspectief te bieden aan de recreatiebedrijven. Op voor de natuur kwetsbare locaties dienen bedrijven te krimpen. Zo ontstaat er zowel ontwikkelingsruimte als natuurwinst. De Zanding ligt binnen het zoekgebied (groei) van Recreatiecluster Otterlo. De herontwikkeling past in dat kader binnen het beleid.
Ruimtelijke Verordening Gelderland
In de Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG) staan de regels die de provincie Gelderland stelt aan de bestemmingsplannen van gemeenten. De meest actuele regeling van de Ruimtelijke Verordening is deze geconsolideerde versie. Dit is de oorspronkelijke RVG met de goedgekeurde wijzigingen uit de eerste herziening daarin verwerkt.
Provinciale Staten stelden in december 2010 de RVG vast. Op 27 juni 2012 volgde een eerste herziening. Dat was nodig omdat provinciale ruimtelijke verordeningen alleen nog ontheffingsbepalingen voor onverwachte situaties mogen bevatten als gevolg van de Spoedwet ruimtelijke ordening (Wro). De eerste herziening is verwerkt in de geconsolideerde versie.
In een provinciale ruimtelijke verordening ex artikel 4.1 Wro worden regels gesteld ten aanzien van de inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmingsplannen. De Ruimtelijke Verordening Gelderland vormt een beleidsneutrale vertaling van het in het Streekplan Gelderland 2005 en de beleidsuitwerkingen daarvan verwoorde beleid. Hier is verder geen nieuw beleid aan toegevoegd.
Voor het bestemmingsplan zijn de volgende artikelen van belang.
Artikel 6 Permanente bewoning van recreatiewoningen
6.1 In een bestemmingsplan wordt permanente bewoning van recreatiewoningen uitgesloten.
6.2 Permanente bewoning recreatiewoningen onder voorwaarde toegestaan In een bestemmingsplan kan omzetting van permanent bewoonde recreatiewoningen naar een woonbestemming worden toegestaan, indien de permanente bewoning van recreatiewoningen reeds dateert van op of vóór 31 oktober 2003 en deze recreatiewoningen niet gelegen zijn binnen het groen blauwe raamwerk, de weidevogel- en ganzengebieden en concentratiegebieden voor intensieve teelten. De geometrische plaatsbepaling is vervat in het GML-bestand NL.IMRO.9925.PVRVGcons1-vst1 en is verbeeld op de bij deze verordening behorende kaart Recreatie.
Artikel 7 Recreatieparken
7.6 In een bestemmingsplan wordt geregeld dat recreatiewoningen in recreatieparken geen grotere omvang mogen hebben dan 75m2 en geen grotere inhoud dan 300m3.
7.7 In afwijking van het bepaalde in 7.6 kan een bestemmingsplan een grotere omvang of een grotere inhoud van recreatiewoningen op recreatieparken toestaan, indien in de toelichting bij het bestemmingsplan wordt aangetoond dat er vanuit de toeristische markt behoefte bestaat aan het realiseren van recreatiewoningen met een grotere maatvoering op de betreffende locatie.
Artikel 8 Permanente bewoning recreatieparken
8.1 In een bestemmingsplan wordt permanente bewoning van recreatiewoningen in recreatieparken uitgesloten.
8.2 Permanente bewoning van recreatiewoningen in recreatieparken onder voorwaarde toegestaan.
In een bestemmingsplan kan omzetting van permanent bewoonde recreatiewoningen naar een woonbestemming in recreatieparken worden toegestaan, indien deze bewoning reeds dateert van op of vóór 31 oktober 2003 en deze recreatiewoningen niet gelegen zijn binnen het groen blauwe raamwerk, de weidevogel- en ganzengebieden en concentratiegebieden voor intensieve teelten, en meer dan de helft van het aantal recreatiewoningen permanent bewoond is. De geometrische plaatsbepaling is vervat in het GML-bestand NL.IMRO.9925.PVRVGcons1-vst1 en is verbeeld op de bij deze verordening behorende kaart Recreatie.
Definities Ruimtelijke Verordening Gelderland
Permanente bewoning: gebruik van een gebouw als hoofdverblijf ingevolge de Wet gemeentelijke basisadministratie.
Recreatiecentrum: een terrein met recreatiewoningen, met gemeenschappelijke voorzieningen ten behoeve van de recreatie.
Recreatiewoning: een gebouw bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, die hun hoofdverblijf elders hebben, gedurende een gedeelte van het jaar recreatief te worden bewoond.
Figuur 3.1 Uitsnede kaart Ruimtelijke Verordening Gelderland
Het beleid van de provincie voor uitbreiding en nieuwvestiging van recreatiecentrum en is terughoudend daar waar zij dit noodzakelijk achten. Voor de concentratiegebieden voor intensieve teelten en weidevogel- en ganzengebieden geldt dat vanuit milieuoverwegingen respectievelijk verstoringsproblematiek nieuwvestiging en uitbreiding met intensieve vormen van recreatie niet kan worden toegestaan. Gezien de bijzondere kenmerken en waarden in het groenblauwe raamwerk, geldt een restrictief beleid ten aanzien van uitbreiding van intensieve recreatieve en toeristische voorzieningen. Intensivering van ruimtegebruik ('inbreiding') binnen bestaande (dag)recreatieve bestemmingen heeft de voorkeur boven uitbreiding. Buiten de EHS kan uitbreiding van een binnen het groenblauwe raamwerk gelegen recreatiecentrum worden toegestaan, indien wordt aangetoond dat intensivering van het ruimtegebruik binnen het bestaande recreatiecentrum niet mogelijk is.
Op nieuwvestiging en uitbreiding van recreatiecentrum en zijn voorwaarden als een maximale maatvoering, aantoonbaar duurzame bedrijfsmatige exploitatie en het verbod op permanente bewoning van toepassing. In die gevallen waar toch sprake is van permanente bewoning van recreatiewoningen gaat de provincie uit van bestaande rechten en wordt 31 oktober 2003 als peildatum gehanteerd. Daar waar legalisatie van permanente bewoning van recreatiewoningen niet mogelijk is, kan een persoonsgebonden gedoogsituatie ontstaan.
Onder bedrijfsmatige exploitatie van recreatiewoningen en recreatiecentrum en wordt verstaan: 'het via een bedrijf, stichting, of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie, dat in de logiesbedrijven daadwerkelijk recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden'.
De recreatiewoningen dienen daarbij opgericht dan wel gebruikt te worden enkel voor de verhuur ten behoeve van wisselend gebruik. Dit dient in privaatrechtelijke overeenkomsten vastgelegd te worden, met kettingbeding en boeteclausule.
Een ontheffing als in artikel 8.7 kan worden verleend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Streekplan Gelderland (2005)
Het recreatiecentrum ligt in multifunctioneel gebied en waardevol landschap. Het grenst aan een waardevol natuurgebied. Als uitgangspunt voor het multifunctioneel gebied geldt dat initiatieven voor intensieve vormen van recreatie en toerisme in beginsel mogelijk zijn. Het is daarbij van belang dat gemeenten de verkeersafwikkeling en de mate van (boven)lokale uitstraling op mens en milieu in ogenschouw nemen. Voorkomen moet worden dat nieuwe initiatieven onoverkomelijke belemmeringen opwerpen voor de ontwikkeling van agrarische bedrijven in de directe omgeving. Daarnaast dient de relatie te worden gelegd met de omgevingskenmerken en de bijdrage aan het regionaal toeristisch-recreatieve product.
Figuur 3.2 Uitsnede beleidskaart ruimtelijke structuur
Voor de waardevolle landschappen, waar het plangebied deel van uitmaakt, wordt het 'ja, mits'-beginsel gehanteerd. Het al dan niet toestaan is naar de aard, schaal en verschijningsvorm van initiatieven in deze gebieden nadrukkelijk afhankelijk van de effecten op de kernkwaliteiten en gebiedskenmerken.
Recreatiewoningen, stacaravans
Permanente bewoning van recreatieverblijven is ongewenst. Terreinen met recreatiewoningen dienen, gezien hun aard en functie, een aan de omgeving aangepast karakter te hebben. Om dit te waarborgen, zijn richtlijnen ten aanzien van oppervlakte en bouwvolume gesteld; er wordt een maximum maat toegestaan van 75 m² en 300 m³ (inclusief berging, en kelder). Eén van de uitgangspunten van het beleid is dat voor recreatiewoningen de eis van bedrijfsmatige exploitatie geldt. Voor recreatiewoningen geldt als nadere eis dat deze slechts mogen worden opgericht en gebruikt voor de verhuur ten behoeve van wisselend gebruik.
Stacaravans die groter zijn dan 55 m² (inclusief bijgebouwen en overkappingen), ook wel chalets genoemd, worden voor wat betreft handhaving beschouwd als zijnde recreatiebungalows.
In het Streekplan wordt het vereiste van bedrijfsmatige exploitatie gesteld ten behoeve van de nieuwvestiging en uitbreiding van terreinen voor recreatiewoningen of stacaravans, en niet voor bestaande terreinen.
Streekplanuitwerking Groei en Krimp (2006)
Vanuit het plan Veluwe 2010 is het project 'Groei en Krimp Verblijfsrecreatie op de Veluwe' benoemd als majeur project. Inzet is het bieden van ontwikkelingsperspectief aan de recreatiebedrijven in combinatie met versterking van de natuur. Om dit mogelijk te maken is een groei-krimp-scenario ontwikkeld om tot een beter evenwicht te komen. Door bedrijven te laten krimpen op voor de natuur kwetsbare locaties en te laten groeien op minder gevoelige plaatsen, in de zogenaamde recreatieclusters, ontstaat er zowel ontwikkelingsruimte als natuurwinst.
Figuur 3.3 Zoekgebied Recreatiecluster Otterlo
Clustervisie verblijfsrecreatie Otterlo (2005)
Per recreatiecluster is het streekplanbeleid uitgewerkt in een clustervisie. Voor het cluster Otterlo is het beleid vastgelegd in een rapportage (27 juni 2005). Het zoekgebied van de recreatiecluster Otterlo is weergegeven in figuur 3.3.
Het forensendorp Otterlo heeft circa 2.500 inwoners. Otterlo is de poort naar het Nationaal Park De Hoge Veluwe. De recreatiebedrijven in Otterlo hebben 11.000 slaapplaatsen, waarvan 97% is gelegen op kampeerbedrijven. Vanuit het project Groei en Krimp, uitwerking van het Reconstructieplan Veluwe, is Otterlo aangewezen als recreatiecluster, ofwel groeikern ten aanzien van de (verblijfs)recreatie. Otterlo heeft nu al een belangrijk marktaandeel voor vakanties, maar door het relatief eenzijdige aanbod van accommodaties wordt deze sterk gesegmenteerde markt onvoldoende benut. Ook kwalitatief zijn er verbeteringen gewenst, om ook in de toekomst de sterke positie te kunnen behouden.
Voor het cluster Otterlo stelt de Clustervisie het volgende:
Het aanbieden van een meer gedifferentieerd product, waarbij het voor de individuele ondernemers van belang is zich te onderscheiden van de rest, met andere voorzieningen, meer service, meer ruimte en kwaliteit. Daardoor komt een bredere markt beschikbaar.
Otterlo is nu sterk seizoensafhankelijk met een relatief hoge piekbezetting rond het zomerseizoen. Zonder afbreuk te doen aan de piekperiode, kunnen activiteiten worden ontplooid, waardoor het ook in de andere seizoenen en voor andere recreanten interessant wordt. Door meer jaarrondproducten aan te bieden, zal tevens een meer gelijkmatig gebruik van voorzieningen in de kern bestaan. Daarom wordt het tot stand komen van meer jaarrondexploitaties gestimuleerd.
Van belang is dat de recreatieve voorzieningen een positieve bijdrage blijven leveren aan het dorp Otterlo. De voorzieningen op de recreatieterreinen zijn ondersteunend aan de voorzieningen in de kern Otterlo. Ontwikkelingen die afbreuk kunnen doen aan de aantrekkingskracht van de kern Otterlo, zoals het bieden van mogelijkheden op recreatieterreinen voor reguliere of permanente zorgwoningen of het realiseren of uitbreiden van een detailhandelsvestiging op recreatieterreinen, worden tegengegaan.
Otterlo kan zich beter op de kaart zetten als Poort naar de Veluwe. Zo dient er meer aandacht te zijn voor de presentatie van de vele recreatieve voorzieningen in en om Otterlo. De gezamenlijke meerwaarde wordt nog onvoldoende benut. In dat verband is het van belang om aan te sluiten bij het project Herkenbare Veluwse Kernen (2007), wat zich juist richt op de vertaling van het Veluwemerk in de fysieke uitstraling van de kernen.