direct naar inhoud van 2.2 Beoogde ontwikkeling
Plan: Recreatiepark De Zanding
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0228.BP2012OTTO0001-0301

2.2 Beoogde ontwikkeling

Figuur 2.3 geeft en impressie van de toekomstige inrichting van het park.

afbeelding "i_NL.IMRO.0228.BP2012OTTO0001-0301_0004.png"

Figuur 2.3 Impressie toekomstige inrichting recreatiecentrum De Zanding

Het Parkconcept

De natuurlijke omgeving dient als basis voor de ontwikkeling en onderdeel zijn van de beleving. De basis ligt in drie concepten, die gezamenlijk het plan en de ruimtelijke kwaliteit bepalen. Het zijn:

  • het type vakantiepark dat hier past: authentiek, natuurlijk, veilig en geborgen;
  • de drie beoogde landschappelijke sferen op De Zanding: bos, heide en water;
  • eenheid in verscheidenheid: ruimte voor verschillen, architectonische verwantschappen per cluster, aansluitend bij het natuurlijke karakter van omgeving en terrein.

Sfeer van de Veluwe

Beleving is een belangrijk onderdeel van het recreatieconcept van DroomParken. Het inrichtingsconcept is erop gericht dat het recreatieterrein de sfeer van de Veluwe uitademt. De natuurlijke omgeving dient als basis voor de ontwikkeling en zal nadrukkelijk onderdeel zijn van de beleving die De Zanding zal oproepen bij haar gasten.

De unieke en sterke punten van De Zanding zijn - in de huidige situatie - de combinatie van bos en water op het terrein en de goede uitvalsbasis voor de beleving van de Veluwe. Bij de herontwikkeling wordt de recreatief hooggewaardeerde combinatie van bos en water versterkt door aanleg van meer bosgrachten.

De grond die vrijkomt bij de ontgraving wordt benut om de hoogteverschillen van het oorspronkelijke landschap terug te brengen in het terrein.

Wat komt er?

De herontwikkeling van het recreatiepark vindt geheel plaats binnen de bestaande terreingrenzen ter plaatse van de verblijfsrecreatieve bestemmingen. Er is dus geen sprake van uitbreiding van het terrein.

Het huidige vakantiepark wordt herontwikkeld tot een multifunctioneel recreatiecentrum. Het programma van de toekomstige Zanding omvat vier elementen:

  • recreatiewoningen, geschikt voor verhuurdoeleinden;
  • een kampeergedeelte met toeristische en vaste plaatsen;
  • een hotel met wellnessvoorzieningen en zelfstandige groepsaccommodaties (12 tot 20 personen);
  • dagrecreatie (in de huidige vorm).

Daarnaast worden de centrale voorzieningen gemoderniseerd.

Ten opzichte van de huidige situatie neemt het totaal aantal verblijfsrecreatieve eenheden af.

Toekomstig ruimtelijk programma

Het toekomstige programma omvat de volgende functies:

  • bedrijfseenheden (bestaand):
    • 1. 4 bedrijfswoningen;
    • 2. een receptie;
    • 3. opslagruimte voor parkonderhoud en materialen;
  • voorzieningencluster (bestaand, te moderniseren):
    • 1. een theehuis (bestaand, uit te breiden);
    • 2. een parksupermarkt (ter vervanging bestaande supermarkt);
    • 3. een overdekt zwembad (nieuw toegevoegd);
    • 4. een natuureducatief bezoekerscentrum annex oranjerie (nieuw toegevoegd);
    • 5. tennisbanen (bestaand) en een multifunctioneel sportveld;
  • 450 recreatiebungalows;
  • 250 standplaatsen voor kampeermiddelen, bestaande uit:
    • 1. 150 jaarplaatsen;
    • 2. 100 toeristische standplaatsen;
  • een hoteleenheid, bestaande uit:
    • 1. een viersterrenhotel met 72 kamers;
    • 2. 18 groepsaccommodaties voor 12 tot 20 personen;
    • 3. een wellnessvoorziening, ook open voor dagbezoek.
  • een zwem- en een recreatie/visvijver met recreatief medegebruik van buiten het vakantiepark (ongewijzigd).

Recreatiewoningen

Maximaal worden 450 recreatiewoningen gerealiseerd. Zij worden 'state of the art' ontworpen en uitgevoerd, met het oog op duurzaamheid, comfort en beleving van de natuur. Daarbij kan gedacht worden aan koude/warmteopslag en individuele voorzieningen zoals sauna. Ook wordt ingespeeld op de vraag om een ruime opzet van de woning met voldoende manoeuvreerruimte voor hulpbehoevenden en gezamenlijk verblijf met voldoende privacy zoals een eigen badkamer.

De recreatiewoningen worden gesitueerd in een natuurlijke bosrijke omgeving, al dan niet aan water. De omgeving van de woning refereert direct aan de vegetatie en dus aan de natuurlijke omgeving van de Veluwe. De terreininrichting zet maximaal in op de beleving van het Veluwegevoel.

De recreatiewoningen beslaan een belangrijk deel van het terrein. De woningen worden ondergebracht in clusters die elk een eigen identiteit krijgen. Deze komt tot uiting in de architectuur en de terreininrichting waarin bomen en beplanting een belangrijke rol spelen. De clusters rond de vijver en de bosgrachten hebben als thema 'water'. Andere thema's zijn 'bos' en 'heide'. De thema's worden tot uitdrukking gebracht in de opstelling van de woningen, in de beplanting, in de behandeling van het grondvlak (materiaal en reliëf) en in de architectuur van de recreatiewoningen (vorm, kleur, materialisatie).

De te realiseren recreatiewoningen voldoen aan de Ruimtelijke Verordening van de provincie Gelderland: de footprint is niet groter dan 75 m² en de inhoud niet groter dan 300 m³ (inclusief berging en kelders).

Kampeergedeelte

Het kampeergedeelte biedt ruimte aan (de huidige) jaargasten en toeristische standplaatsen, en omvat in de eindsituatie 150 jaarplaatsen en 100 toeristische plaatsen.

Entree, bedrijfswoningen en receptie blijven ongewijzigd bestaan

De huidige entree vanaf de noordzijde via de Vijverlaan blijft in zijn huidige vorm bestaan, evenals de – buiten het park – aanwezige parkeerruimte. Ook de receptie en de drie huidige bedrijfswoningen blijven gehandhaafd.

Verbeterde centrale voorzieningen

Centraal in het gebied zal het huidige horecabedrijf – het Theehuis - worden geïntegreerd in de nieuw te vormen geclusterde centrale voorzieningen. De bestaande architectuur wordt daarbij gerespecteerd.

In figuur 2.4 is een impressie van het voorzieningencluster opgenomen. Vooruitlopend op de volledige herontwikkeling van het park is op basis van het huidige vigerende bestemmingsplan inmiddels een bouwvergunning verkregen.

De voorzieningen richten zicht op jaarrond recreatie. Het full serviceconcept omvat horecavoorzieningen, sport- en spelaccommodaties en natuurgerichte elementen. De beleving van de Veluwe vormt ook hier uitgangspunt. De huidige parksupermarkt wordt vervangen. Het geheel wordt aangevuld met een overdekt zwembad en een klein natuur-educatief informatiecentrum annex orangerie. Naast fietsverhuur worden ook aanvullende diensten, zoals een boodschappenservice, wasservice, zorg- en gezondheidsdiensten, aangeboden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0228.BP2012OTTO0001-0301_0005.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0228.BP2012OTTO0001-0301_0006.png"

Figuur 2.4 Impressie voorzieningencluster (theehuis, zwembad, educatief centrum)

Hotel met wellnesscentrum en zelfstandige groepsaccommodaties

Zichtbaar en bereikbaar vanaf de Arnhemseweg is op de locatie van het huidige pannenkoekenhuis 't Lage Veld een viersterrenhotel voorzien met 72 kamers. Een wellnesscentrum maakt onderdeel uit van het hotel. Het hotel is afgestemd op een vakantieverblijf. Het voorziet in de groeiende behoefte aan comfortabele overnachtingsmogelijkheden gecombineerd met wellness en andere gezondheid gerelateerde producten en diensten. Dit vloeit voort uit de vergrijzing en de bewustwording van gezond en actief leven.

Rondom het hotel zijn 18 zelfstandige groepsaccommodaties voor 12 tot 20 personen voorzien. Deze vorm van verblijf heeft steeds meer belangstelling van consumenten. Families, clubs, verenigingen en vriendengroepen hebben steeds meer de behoefte om vakantie of vrije tijd met elkaar te beleven. Een groepsaccommodatie is hier bij uitstek geschikt voor. Het product zal kwalitatief en comfortabel moeten zijn en desgewenst volledige hotelservice kunnen bieden. Daarnaast zal een deel van de groepsaccommodaties dienstdoen als suites van het hotel. De groepsaccommodaties worden bedrijfsmatig geëxploiteerd.

Het hotel, het wellnesscentrum en de groepsaccommodaties zullen samen als zelfstandige eenheid los van het park functioneren. Wel kunnen de hotelgasten gebruikmaken van de voorzieningen van het park. Het wellnesscentrum staat ook open voor dagbezoek. In het stedenbouwkundige plan zijn het hotel met het wellnesscentrum en de groepsaccommodaties als afzonderlijke cluster ingepast. Het plan gaat verder uit van een eigen ontsluiting van dit cluster naar de provinciale weg N310 (Arnhemseweg). Een voetverbinding met de rest van het park is voorzien.

Dagrecreatie

Het bosbad en de natuurbelevingsactiviteiten op De Zanding blijven openstaan voor de bewoners en gasten van Otterlo, evenals het nieuwe overdekte zwembad. Ook blijven de vijvers in de winter beschikbaar voor de ijsvereniging.

Hoofdverkeersontsluiting wijzigt niet

De ontsluiting van het park wijzigt niet. De hoofdentree aan de noordzijde blijft gehandhaafd en via de Vijverlaan wordt ontsloten naar de provinciale weg N310 (Arnhemseweg). Het hotel met de groepsaccommodaties voor groepen en de wellnessvoorziening wordt ontsloten via de huidige directe aansluiting van het pannenkoekenhuis op de provinciale weg N310 (Arnhemseweg).

Nieuwe interne verkeersstructuur

De interne verkeersstructuur van het park wijzigt wel. De interne verkeersstructuur bestaat uit een lusstructuur die doorsneden wordt door de bestaande bomenlaan met volwassen Hollandse eiken. Deze lusstructuur voert vanaf de rotonde bij de receptie als een boulevard langs het theehuis en de zwemvijver naar het decor van de centrale bomenlaan.

Achter de bomenlaan maakt de weg een grote lus. Nadat de bomenlaan opnieuw gekruist is, voert de weg over het water dat het hotel omzoomd en keert terug bij de receptie. Het cluster, gevormd door het hotel, het wellnesscentrum en de groepsaccommodaties, wordt daarbij niet doorsneden. Tussen het hotel en de receptie passeert de weg de supermarkt. Voor autoverkeer geldt op de lusstructuur eenrichtingsverkeer (met de klok mee).

Vanaf de lusstructuur en de centrale bomenlaan worden de clusters met recreatiebungalows, de jaarplaatsen en de toeristische standplaatsen ontsloten. Daarbij worden de clusters zoveel mogelijk onderling tweezijdig met elkaar verbonden en worden doodlopende perceelontsluitingen zoveel mogelijk vermeden.

Water

De zwemvijver en de recreatie/visvijver worden iets verkleind om langs de randen voldoende ruimte te creëren voor dagrecreatief gebruik en voor het plaatsen van recreatiebungalows. De zwemvijver krimpt van circa 5.700 m² naar circa 5.050 m². De recreatie/visvijver krimpt van circa 19.400 m² naar circa 15.850 m². Het park wordt dooraderd met bosgrachten. Het oppervlak van de bosgrachten zal toenemen van circa 8.400 m² naar circa 18.770 m². Het totaal wateroppervlak neemt met circa 6.170 m² toe. In/aansluitend aan de recreatie/visvijver wordt een deel afgeschermd en ingericht als paddenpoel.

In het opgestelde waterhuishoudkundig plan is verantwoord op welke wijze de waterkwaliteit kan worden gewaarborgd en kan worden voldaan aan de onttrekkingsvergunning voor het oppompen van grondwater. Het waterhuishoudkundig plan geeft ook aan op welke wijze de hoeveelheid op te pompen water kan worden beperkt:

  • aanbrengen van een goede bodemafdichting;
  • afstromend hemelwater van daken en eventueel wegen ten goede laten komen aan het oppervlaktewatersysteem.

Het waterhuishoudkundig plan is als bijlage opgenomen in de mer-beoordeling.

Om het opgepompte grondwater zo effectief en efficiënt mogelijk te benutten, zal het water in eerste instantie worden benut voor het aanvullen en doorspoelen van de zwemvijver. Dit betekent dat het water met de beste kwaliteit wordt ingezet voor de zwemwaterfunctie. Zo kan een uitstekende zwemwaterkwaliteit worden gegarandeerd.

Overtollig water uit de zwemvijver wordt benut om het overige deel van het watersysteem op peil te houden door dit te verpompen naar de bosgracht. Het water wordt op een strategisch punt in de bosgracht gebracht. Zo ontstaat hier de nodige doorspoeling en wordt een goede en veilige waterkwaliteit gewaarborgd. Vanuit de bosgracht komt het water uiteindelijk in de grote vijver terecht, zodat ook deze op peil blijft.

Afstromend hemelwater van daken en wegen wordt gefilterd en geborgen in de bosgrachten en de grote vijver. De kleine vijver (zwemwater) wordt ontzien vanwege mogelijk negatieve effecten op de waterkwaliteit. De bodemafdichting van de vijvers en de huidige bosgracht wordt verbeterd, zodat minder water infiltreert en dat minder grondwater hoeft te worden opgepompt om het water op peil te houden. Ook de nieuwe bosgrachten worden van een goede bodemafdichting voorzien. Deze wordt zo aangebracht dat bij een hoge waterstand het overtollig water in de bodem infiltreert. Hierdoor worden de peilstijgingen beperkt en zijn droge voeten gegarandeerd.

De grachten en vijvers hebben ruim voldoende bergingscapaciteit. Berekend is dat bij situaties die eens per 10 en 100 jaar voorkomen de peilstijgingen respectievelijk maximaal 22 en 29 cm zijn. Bij deze peilstijgingen treedt geen wateroverlast op. Uit hydrologisch onderzoek is verder gebleken dat de herinrichting van het terrein zal leiden tot een kwaliteitsverbetering van het water (met name door het verwijderen van bagger uit de vijvers) en dat door de verbeterde afdichting minder grondwater behoeft te worden opgepompt dan in de huidige situatie.

Alle eenheden op het park worden op het riool aangesloten ten behoeve van afvoer van afvalwater.

Natuurbehoud en natuurontwikkeling

Voor de herontwikkeling van Droompark De Zanding is een Natuurkwaliteitsplan opgesteld waarin de uitgangspunten voor het waarborgen van de natuur zijn vastgelegd. Het Natuurkwaliteitsplan is als bijlage in de mer-beoordeling opgenomen.

Vijvers en bosgrachten

De vijvers hebben een belangrijke functie voor vleermuizen en amfibieën. Het waterareaal zal worden vergroot door uitbreiding van het stelsel van bosgrachten. Vooral vleermuizen zullen hiervan profiteren; voor amfibieën (kikkers, padden, salamanders) zijn de beschaduwde bosgrachten minder geschikt.

De natuurwaarde van de vijvers zal worden vergroot door de aanleg van een steile wand voor ijsvogels en oeverzwaluwen. Deze wand is 3 m hoog en 30 m lang. De wand komt in de 200 m lange en 15 à 20 m brede landstrook tussen beide vijvers.

Paddentraverse

Tussen de grote vijver en de heide buiten het recreatiepark wordt een paddentraverse aangelegd. Het is een laagte in het terrein met een paddenpoel die dient als extra voortplantingsbiotoop en tevens als corridor tussen de vijvers en het heideterrein, waar de padden overwinteren. De vijver is ook geschikt als voortplantingsbiotoop voor zeldzame en bedreigde soorten als heikikker, kamsalamander en gevlekte witsnuitlibel die zich op termijn wellicht in het gebied kunnen vestigen. Landschappelijk gezien biedt deze zone zicht op de grote vijver vanuit de openbare ruimte buiten het terrein en vice versa. Het verkeer zal verhoogd over de paddentraverse worden gevoerd. De paddentraverse zal met een duiker onder de weg worden doorgevoerd.

Schaalgrasland en heide

Bloemrijke en ruige begroeiing zijn aantrekkelijk voor amfibieën en in het bijzonder voor de rugstreeppad die op het land foerageert. Deze vegetaties bieden de koudbloedige dieren een afwisseling van zon en schaduw en geven enige dekking aan rovers. Bovendien trekken de bloemen insecten aan. Overal op het terrein waar sprake is van voldoende toetreding van zonlicht op de bodem en niet al te intensief gebruik, zal een dergelijk mengsel worden ingezaaid en als hooiland worden beheerd. Plaatselijk wordt na het afplaggen van de toplaag heide ingezaaid om het Veluwe-beeld te versterken.

Bos en bomen: meer variatie

De bomen op het terrein zijn beeld- en aspectbepalend voor het plangebied. Een groot deel van de huidige bomen bestaat uit grove den, grotendeels van dezelfde leeftijd. Meer variatie in de vorm van inheemse loofbomen wordt aangebracht om een groter en meer gespreid aanbod van bloemen, vruchten, zaden en insecten tot stand te brengen. Nieuw aan te planten bomen zijn daarom lindes, beuken, esdoorns, eiken en berken en in de ondergroei hazelaar, sleedoorn, lijsterbes en gewone vogelkers. De beplantingskeuze sluit aan bij de thema's van de recreatieclusters: water, zand en bos. De huidige bomen worden zoveel mogelijk gespaard. Juist grote bomen dragen immers bij aan de natuurbeleving en het duurt jaren tot zij een volwassen omvang hebben.

Broedlocatie voor huismussen, vleermuizen en zwaluwen

Bestaande en nieuwe gebouwen worden geschikt gemaakt als broedlocatie voor huismussen, vleermuizen en zwaluwen.

Vleermuisvriendelijke verlichting

Een aantal soorten vleermuizen is lichtschuw. Door de geplande ontwikkelingen zal de verlichting toenemen. De verlichting wordt daarom op sommige punten aangepast, zodat de vleermuizen van de veranderingen weinig hinder zullen ondervinden. Zo wordt vleermuisvriendelijke straatverlichting toegepast die voldoet aan de laatste inzichten (amberkleurig) en wordt terrasverlichting afgeschermd. Daardoor wordt onnodige lichtuitstraling buiten het terras of het gebouw voorkomen.

Monitoring

De actuele natuurwaarden zijn nauwkeurig bekend op grond van het veldonderzoek dat in 2011 is uitgevoerd. Om de beoogde ecologische meerwaarde tot stand te brengen, wordt het veldonderzoek elke drie jaar herhaald. Op deze manier kunnen de ecologische ontwikkelingen worden geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd. De eerste inventarisatie vindt een jaar naar de herinrichting plaats.

Stedenbouwkundig plan en landschappelijke inrichting

Hoofdstructuur

De Zanding is vanaf de Arnhemseweg bereikbaar over de Vijverlaan (noord), die samen met de Weversteeg een fraaie allee vormt. De entree ligt op een brug, van waaruit zicht is over de grote vijver, het bosbad en de daaraan gelegen speelweide. De eerste indruk - bij binnenkomst - bepaalt de identiteit van De Zanding: een waterrijke plek in het bos. De grote ruimten, die aan de noordzijde worden gevormd door de vijvers en de relatief brede bosgracht, en worden geaccentueerd door de grotere gebouwen die in dit deel staan, gaan via de archipel in het grachtendeel over naar de boszoom die grenst aan het bos rondom. Wegen en water liggen 'verschoven' ten opzichte van elkaar, waardoor verbijzondering ontstaat op plekken waar beide stelsels elkaar snijden: de bruggen en dammen.

Wegen

Twee elementen bepalen de hoofdstructuur binnen De Zanding: de wegenstructuur en het water. De wegenstructuur heeft als kern De Lus en de Vijverlaan. Vanaf de rotonde bij de receptie voert De Lus als een boulevard langs het theehuis en de zwemvijver naar het decor van de centrale bomenlaan. Achter de bomenlaan maakt de weg een grote lus. Nadat de bomenlaan opnieuw gekruist is voert de weg over het water dat het hotel omzoomt en keert terug bij de receptie. Het cluster, dat wordt gevormd door het hotel en de groepsaccommodaties, wordt daarbij niet doorsneden.

De Lus verzorgt de hoofdontsluiting op het terrein. Gaande over De Lus worden alle sferen van De Zanding geproefd. De Vijverlaan is een van de grotere ruimtelijke structuuronderdelen: een stevig beplante laan, die met een flauwe boog het gehele gebied omspant, en door zijn vormgeving een van de dragers is van de identiteit van De Zanding. Vanuit De Lus en de Vijverlaan worden secundaire wegen ontsloten, die de clusters ontsluiten. Op een aantal plaatsen geven voetpaden toegang tot het omringende bos.

Water

Het water komt voor in twee gedaanten: grachten en vijvers. De grachten liggen in het recreatiebos, en omzomen de ruimtelijke clusters, waaruit De Zanding is opgebouwd. De grachten liggen zodanig dat zij zichtlijnen in het bos creëren. Het waterpeil is relatief hoog voor een optimale beleving vanuit de recreatieaccommodaties. De vijvers omvatten het bosbad (dat onveranderd blijft; een attractie die generaties omspant) en de grote vijver, die de grote open ruimte in De Zanding vormt. Het waterpeil is lager dan dat van de grachten. Aan de westzijde creëert het water een eiland waarop het hotel-restaurant is gesitueerd.

Clusters

Het recreatiepark is opgebouwd uit ruimtelijke 'clusters', waarbinnen een rijke variatie wordt bereikt met de thema's bos, water, en heide (zand) en bebouwing, om de clusters een eigen identiteit te geven. De drie landschapstypen worden hierbij getransformeerd ingezet: in de vorm van beplanting, opstelling van de woningen in het cluster (ruimte), behandeling van het grondvlak (reliëf), beplanting (bomen, struiken, bodembedekking), erfscheidingen (aan- of afwezig; hagen, struiken, wallen), en de overgang van publieke, collectieve en private ruimte. In beginsel wordt de ruimte als een eenheid ingericht; afscheidingen worden alleen geplaatst waar dat vanuit privacy-overwegingen nodig is.

De architectuur van de bebouwing verschilt per cluster, maar heeft binnen elk cluster verwantschap: de clusters zijn de architectonische en landschappelijke eenheden.

Natuur

In de 200 m lange en 15 à 20 m brede landstrook tussen beide vijvers wordt een steile wand voor ijsvogels en oeverzwaluwen aangelegd: 3 m hoog en 30 m lang, met de voet in het water en licht naar voren hellend (5°).

Tussen de grote vijver en de heide buiten het recreatiepark wordt een paddentraverse aangelegd: een laagte in het terrein met een paddenpoel die dient als extra voortplantingsbiotoop en tevens als corridor tussen de vijvers en het buiten De Zanding gelegen heideterrein, waar de padden overwinteren. Landschappelijk gezien accentueert dit mini-natuurgebiedje de scheiding tussen twee ruimtelijke clusters in De Zanding, en biedt het, vanuit de openbare ruimte buiten het terrein, zicht op de grote vijver. De hier aanwezige bomen zullen daarom deels worden verwijderd. Het verkeer zal verhoogd over de paddentraverse worden gevoerd. De paddentraverse zal met een duiker onder de weg worden doorgevoerd.

De verlichting wordt waar dat nodig is aangepast aan de eisen en behoeften van de aanwezige vleermuizen, zodat zij van de veranderingen weinig hinder zullen ondervinden. Zo wordt groene straatverlichting toegepast en wordt terrasverlichting afgeschermd.

De afrastering van het park wordt zo vormgegeven dat grofwild wordt geweerd, maar kleiner wild makkelijk het park kan betreden. Bestaande en nieuwe gebouwen worden geschikt gemaakt als broedlocaties voor vleermuizen en vogels (huismus, zwaluw). In het park worden nestkasten opgehangen.

Randzone

Een breedte van 11 m langs de terreingrens wordt vrijgehouden van bebouwing. Verdere landschappelijke inpassing lijkt niet nodig. De Zanding ligt voor het overgrote deel in een bebost gebied; het bos loopt door in De Zanding. Het merendeel van de bestaande bomen blijft in de omvorming van het vakantiepark bestaan; het Veluwse karakter is een van de unique selling points van De Zanding. Het landschappelijke karakter ter weerszijden van de grens is en blijft in het bosgebied op hoofdlijn hetzelfde.

De westelijke grondwal langs de Arnhemseweg blijft in stand. Aan de heide grenst een nieuwe paddentraverse, en de toegang in het noorden - via de allee van de Vijverlaan - blijft in stand.

Bomen

Het bomenbestand op het terrein is zeer gevarieerd en veelal 50 tot 100 jaar oud. Beeldbepalend zijn grove dennen (Pinus sylvestris) en ruwe berken (Betula pendula) en de lanen, bestaande uit Amerikaanse eik (Quercus rubra). Het merendeel daarvan wordt in de herontwikkeling gespaard.

De bomen die moeten worden verwijderd, worden vervangen door inheemse soorten als lindes, beuken, esdoorns, eiken en berken en in de ondergroei hazelaar, sleedoorn, lijsterbes en gewone vogelkers. De beplantingskeuze sluit aan bij de thema's van de recreatieclusters: bos, heide en water.

De laanbomen (Amerikaanse eik) langs de Vijverlaan worden gespaard, mede vanwege de potentiële betekenis voor holenbroeders en vleermuizen.

Het ruimtelijk plan, dat ten grondslag ligt aan het beeldkwaliteitplan, is gemaakt op de onderlegger van de inventarisatie van soorten en stamdikten van bestaande bomen (Kragten, 2008). Alleen zeer jonge bomen en exoten (met uitzondering van de fraaie Amerikaanse Eiken langs de Vijverlaan) zijn daarin niet als waardevol aangemerkt. Vrijwel alle waardevolle bomen kunnen in dat plan in stand worden gehouden. De kavels en wegen kunnen, zo blijkt uit dit plan, zo worden gesitueerd dat de grotere in- en uitheemse bomen blijven bestaan. Dit is ook voor De Zanding belangrijk: de grote bomen bepalen immers de sfeer. Met behoud van de grotere bomen en toevoeging van louter inheems plantmateriaal wordt ook beter aangesloten op de ecologie van het omringende bos en heide. Ook bij de realisatie van de recreatiewoningen vormt het sparen van bestaande bomen het uitgangspunt.