4.8 Water
NBW en KRW
Naast het beleid en beheer van het Hoogheemraadschap voor de betreffende regio zullen het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) de komende jaren richtinggevend worden voor het regionale waterbeheer in Nederland. Het NBW betreft vooral kwantiteitsaspecten van het waterbeheer, zoals de waterberging bij hevige regenval. De KRW richt zich vooral op de chemische en ecologische waterkwaliteit. Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 het watersysteem in Nederland te verbeteren en op orde te houden. Het Rijk, provincies, gemeenten en hoogheemraadschappen gaan dit samen aanpakken. Het gaat daarbij om het aanpakken van de gevolgen van de zeespiegelstijging, bodemdaling en een veranderend klimaat. Nederland krijgt hierdoor steeds meer te maken met extreem natte en extreem droge periodes. Om deze problemen te bestrijden zijn maatregelen nodig met als uitgangspunt het eerst vasthouden, dan bergen en vervolgens afvoeren van water.
Sinds november 2003 is de watertoets en de waterparagraaf verankerd in het Besluit op de Ruimtelijke Ordening. Dit houdt onder meer in dat in een vroegtijdig stadium overleg plaatsvindt met de waterbeheerder over de consequenties van het voornemen ten aanzien van de water¬huishouding en de te nemen waterhuishoudkundige maatregelen
Waterschap Vallei en Eem
Het waterbeheer in het plangebied is in handen van Waterschap Vallei & Eem. Het beleid van het waterschap is neergelegd in het ‘Water beheersplan Waterschap Vallei & Eem 2004-2007’, welke dateert van 16 oktober 2003 en is verlengd tot eind 2009. Op 17 september 2009 heeft het Algemeen Bestuur het Waterbeheersplan 2010-2015 vastgesteld. Waterschap Vallei & Eem heeft in 2005 als zijn missie geformuleerd: “Wij beschermen onze inwoners tegen overstromingen en ernstige wateroverlast. Wij zorgen voor schoon en levend water en een waterpeil dat aansluit bij het gebruik van de grond. Wij werken transparant, milieu- en kostenbewust en gericht op samenwerking.”
Watertoets
In het kader van de watertoets heeft overleg plaatsgevonden met de waterbeheerder, het waterschap Vallei & Eem.
Bestaande situatie
Het gebied bestaat voornamelijk uit zandgrond. De gemiddeld hoogste grondwaterstand ligt op circa 12.56+ NAP (ongeveer 1,50 m minus maaiveld).
Regenwater
Regenwater afkomstig van nieuwe verharding en dakvlakken van gebouwen wordt niet aangesloten op de riolering, maar wordt op eigen terrein in de bodem geïnfiltreerd. De benodigde berging voor het infiltreren is 40 mm. Bij het infiltreren van regenwater mag geen gebruik worden gemaakt van uitloogbare bouwmaterialen, zoals zinken dakgoten. Verder is het van belang dat aanvullende maatregelen worden genomen (toepassing zandvangputjes, bladscheiders in kolken en regenpijpen).
Vulwater
De vuilwaterafvoer van de nieuwe woningen wordt aangesloten op de gemeentelijke riolering.
Conclusie
De waterparagraaf is tot stand gekomen in overleg met het waterschap. De uitwerking van het plan voldoet aan het beleid van de gemeente en het waterschap. Het waterschap heeft laten weten akkoord te zijn met onderhavig plan.