3.3.1 Structuurvisie Lunteren
De structuurvisie van de kern Lunteren vormt een globaal plan. De structuurvisie vormt de basis voor de verdere uitwerking van de doelstellingen in beeldkwaliteitsplannen en bestemmingsplannen. Aan de hand van deze doelstellingen wordt bepaald waar het ruimtelijk beleid van kern Lunteren zicht tot 2020 op richt. In de structuurvisie worden de doelstellingen als volgt omschreven:
- Het behouden en versterken van het dorpskarakter;
- Een beheerste groei van de woningvoorraad op een beperkt aantal, zorgvuldig gekozen inbreidingslocaties;
- Uitplaatsing van hinderlijke bedrijvigheid naar het bedrijventerrein ‘De Stroet’;
- Ontwikkeling van het kernwinkelgebied;
- Oplossing voor de verkeersproblematiek.
In de structuurvisie wordt gesproken over het beperken van de uitbreiding van de kern. Indien een ontwikkeling gewenst is dan zal dit zoveel mogelijk binnen bestaand bebouwd gebied dienen plaats te vinden. Het algemene beleid, dat geldt voor alle kerndeelgebieden in Lunteren, is ten aanzien van bebouwing terughoudend. Dit wil echter niet zeggen dat vigerende bouwmogelijkheden niet mogen worden benut. Indien een verzoek om een nieuw bouwplan wordt ingediend, zal men helder en volledig moeten onderbouwen dat het bouwplan geen afbreuk doet aan het dorpse karakter van Lunteren.
Uitgangspunten woningbouw
In de structuurvisie is tevens een woningbouwprogramma opgenomen, die de gewenste ontwikkeling op het gebied van woningbouw in de kern Lunteren in beeld brengt. Voor Lunteren geldt een woningbouwprogramma tot 2020 van 180 tot 200 woningen. Hiermee kan, voor die periode, worden voorzien in de woningbehoefte. Eerder werd gesteld dat er zorgvuldig gezocht wordt naar inbreidingslocaties om uitbreiding van de kern te beperken. Deze locaties worden gekozen aan de hand van een aantal doelstellingen. Deze doelstellingen vormen de basis voor de uitgangspunten voor de concrete planvorming binnen de kern. In de structuurvisie zijn vier uitgangspunten opgenomen, te weten:
- Absolute prioriteit voor dorpsinbreiding;
- Woningbouwplannen in of nabij het centrum hebben voorkeur boven andere inbreidingslocaties;
- Nieuwe woningbouw wordt alleen toegestaan indien het een aanmerkelijke kwaliteitsverbetering van de situatie is of van toegevoegde waarde is.
- De nieuwe bebouwing dient te passen in de schaal van Lunteren en te worden afgestemd op de specifieke bebouwingsstructuur van de omgeving.
In het kader van de uitwerking van onderhavig plan is zorgvuldig rekening gehouden met bovenstaande doelstellingen en uitgangspunten. Daarbij is rekening gehouden met het behouden van het dorpse karakter. Onderhavig plan vindt plaats op een met zorg uitgekozen inbreidingslocatie. Bij de architectuur is aansluiting gezocht bij het karakter van de omgeving. Het betreft een eenvoudige, hedendaagse architectuur, waarbij veel aandacht wordt besteed aan de uitwerking. De bebouwingsstructuur sluit aan bij de omgeving. Daarnaast zorgt onderhavig plan voor een kwaliteitsverbetering van het plangebied.
Conclusie
Omdat onderhavig plan voldoet aan de uitgangspunten zoals genoemd in de structuurvisie Lunteren en bijdraagt aan de kwaliteit van de omgeving van het plangebied, is het plan in lijn met de structuurvisie Lunteren.
3.3.2 Vigerend bestemmingsplan 'Lunteren Noord-west'
De in het plangebied begrepen gronden zijn in het geldende bestemmingsplan ‘Lunteren-noordwest’ grotendeels bestemd tot ‘Maatschappelijke doeleinden’. Deze bestemming voorziet niet in woningbouw. Derhalve past onderhavig plan niet binnen het vigerende bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is op 9 april 1987 vastgesteld. Ten behoeve van eerdere planvorming is reeds een artikel 19 lid 2 procedure gevoerd, zoals toegelicht in hoofdstuk 1. Deze artikel 19 vrijstelling, is evenwel niet geschikt om het huidige woningbouwplan mogelijk te maken.
Afbeelding 10: Uitsnede bestemmingsplankaart
Conclusie
Onderhavig plan past niet binnen het vigerende bestemmingsplan en de later daarop vastgestelde art 19 vrijstelling. Om de noodzakelijke bouwvergunning af te kunnen geven, dient een nieuwe planologische procedure te worden doorlopen worden. Hiervoor is onderhavig bestemmingsplan opgesteld.