Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bethanië
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0228.BP2010ARNW0001-0301

5.8 luchtkwaliteit

De Eerste Kamer heeft op 9 oktober 2007 het wetsvoorstel voor de wijziging van de Wet milieubeheer goed-gekeurd (Stb. 2007, 414) en vervolgens is de wijziging op 15 november 2007 in werking getreden. De wet vervangt het Besluit Luchtkwaliteit 2005. De wet is enerzijds bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te passen, als gevolg van hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling, ondanks overschrijdingen van de Europese grenswaarden luchtkwaliteit.
 
Met name paragraaf 5.2 uit genoemde wet is veranderd. Omdat 5.2 handelt over luchtkwaliteit staat de nieuwe 5.2 bekend als de 'Wet luchtkwaliteit'. De Wet luchtkwaliteit introduceert het onderscheid tussen 'kleine' en 'grote' projecten. Kleine projecten dragen 'niet in betekende mate' (NIBM) bij aan de luchtkwaliteit. Een paar honderd grote projecten dragen juist wel 'in betekende mate' bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Het gaat hierbij vooral om bedrijventerreinen en infrastructuur (wegen).
 
Wat het begrip 'in betekende mate' precies inhoudt, staat in een Algemene Maatregel van Besluit (AMvB). Op hoofdlijnen komt het erop neer dat 'grote' projecten die jaarlijks meer dan 3 procent bijdragen aan de jaargemiddelde norm voor fijn stof en stikstofdioxide (1,2 microgram per m3) een 'betekenend' negatief effect hebben op de luchtkwaliteit. 'Kleine' projecten die minder dan 3 procent bijdragen, kunnen doorgaan zonder toetsing. Dat betekent bijvoorbeeld dat lokale overheden een woonwijk van minder dan 1.500 huizen niet hoeven te toetsen aan de normen voor luchtkwaliteit. Deze kwantitatieve vertaling naar verschillende functies is neergelegd in de Regeling 'niet in betekenende mate bijdragen'.
Een belangrijk onderdeel van het instrumentarium is het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwali-teit (NSL), die sinds 1 augustus 2009 in werking is. Binnen het NSL werken het Rijk, de provincies en gemeenten samen om de Europese eisen voor luchtkwaliteit te realiseren. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de Wet milieubeheer geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als:
In het kader van het opstellen van een bestemmingsplan moeten er derhalve doorgaans twee aspecten in beeld worden gebracht. Ten eerste of de luchtkwaliteit de nieuwe functie toelaat. Ten tweede moet blijken of het project is aan te merken als een NIBM-project en dus niet zal leiden tot een verslechterde luchtkwali-teit.
 
Besluit gevoelige bestemmingen
Op 16 januari 2009 is het Besluit gevoelige bestemmingen in werking getreden. Met deze AMvB wordt de vestiging van zogeheten 'gevoelige bestemmingen' in de nabijheid van provinciale- en rijkswegen beperkt. Dit heeft consequenties voor de ruimtelijke ordening. Het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) is gebaseerd op artikel 5.16a van de Wet milieubeheer, dat via een amendement van de Tweede Kamer in de Wm is opgenomen.
 
Het besluit is gericht op bescherming van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2), in het bijzonder kinderen, ouderen en zieken. Indien een project betrekking heeft op een gevoelige bestemming en geheel of gedeeltelijk is gelegen op een afstand van: 300 meter aan weerszijden van rijkswegen en 50 meter langs provinciale wegen, gemeten vanaf de rand van de weg en waar overschrijding van de grenswaarden voor PM10 of NO2 (dreigen te) plaatsvindt, mag het totaal aantal mensen dat hoort bij een gevoelige bestemming niet toenemen.
 
De volgende gebouwen met de bijbehorende terreinen zijn aangemerkt als gevoelige bestemming: scholen, kinderdagverblijven, en verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen. Het gaat hierbij niet om bestemmingen in de meest enge zin van het woord, maar om alle vergelijkbare functies, ongeacht de exacte aanduiding ervan in bestemmingsplannen en andere besluiten. In casu gaat dus het om een gevoelige bestemming. Deze bestemming is echter niet binnen de 50 meter van een provinciale weg of 300 meter van een rijksweg gelegen. Met andere woorden vanuit het aspect luchtkwaliteit bestaat er vanuit de omgeving geen belemmering voor de realisering van het project.
 
Op 10 juli 2009 heeft het kabinet het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) vastge-steld. Het NSL bestaat uit een (landelijk) maatregelenpakket om de luchtkwaliteit te verbeteren en be-schrijft wel en niet in betekenende mate projecten (IBM). Uit oogpunt van luchtkwaliteit vormt het NSL de ruimtelijke onderbouwing voor (N)IBM projecten. Daarnaast stelt het NSL een aantal instrumenten ter beschikking, zoals de saneringstool. De saneringstool geeft informatie over de locale luchtkwaliteit.
Uit de saneringstool blijkt dat de luchtkwaliteit in de omgeving van het plangebied en de Klinkenbergerweg in orde is. Voor de huidige situatie en de komende jaren (inclusief onderhavige planwijziging) geldt dat er geen sprake is van het overschrijden van de grenswaarden van (hoofdstuk 5) van de Wet milieuhebeer.
 
Conclusie
Ten aanzien van de luchtkwaliteit moet beoordeeld worden of de gewenste functie in de omgeving past en of de beoogde functie de normen van luchtkwaliteit niet overschrijdt. Voor de beoordeling is de rapportage luchtkwaliteit 2006 van de gemeente Ede geraadpleegd. Dit rapport concludeert dat er geen problemen bestaan voor de nieuwbouw op deze locatie. Tevens is het project aan te merken als een NIBM-project en zal dus niet in betekenis zijnde mate bijdragen aan verslechtering van de luchtkwaliteit. Vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit bestaat dan ook geen belemmering voor het project.