3.1 Planmethodiek
Het bestemmingsplan is opgebouwd uit een toelichting, planregels en een bijbehorende verbeelding. De planregels beschrijven wat toegestaan is in het gebied. Op de verbeelding is af te lezen welke functie waar geografisch gesitueerd is. De planregels en verbeelding zijn juridisch bindend, de toelichting is dat niet en is vooral verklarend voor de gemaakte keuzes in het plan. De opzet van het plan is dat het een ontwikkelingsgericht bestemmingsplan is. De beoogde functies zijn in het plan opgenomen en daardoor planologisch verankerd. De verankering legt de rechten van de toekomstige gebruikers vast. Het vastleggen geeft ook de omwonenden en andere belanghebbenden inzicht in het toelaatbaar gebruik van het gebied. Dit met het oog op het beperken van ongewenste activiteiten en de overlast die dat met zich mee kan brengen. Als leidraad voor het plan is variant 1 uit het masterplan Bethanië gebruikt. Het bestemmingsplan is daarmee gericht op deze specifieke herontwikkeling.