Type plan: |
bestemmingsplan |
Naam van het plan: |
Peppelensteeg |
Status: |
vastgesteld |
Plan identificatie: |
NL.IMRO.0228.BP2009PEPP0001-0301 |
Paragraaf 4.5 Flora en fauna
In het kader van een bestemmingsplanwijziging moet worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige beschermde soorten zoals de Flora- en faunawet die geeft. Als hiervan sprake is, moet ontheffing of vrijstelling worden aangevraagd. Voorts moet bekeken worden of er effecten zijn op aangewezen gebieden zoals Vogel- en/of Habitatrichtlijngebieden.
Paragraaf 4.5.1 Ligging ten opzichte van habitat- of vogelrichtlijngebieden
Voor de beoordeling of het gebied gelegen is in een beschermd gebied is het natuurloket.nl geraadpleegd. Het projectgebied is niet direct gelegen in of nabij een gebied waarop de habitatrichtlijn, vogelrichtlijn en/of natuurbeschermingswet van kracht is. Gezien de ligging is gebiedsbescherming in het kader van de Natuurbeschermingwet dan ook niet aan de orde.
Paragraaf 4.5.2 Soorten bescherming
Sinds 1 april 2002 regelt de Flora- en faunawet de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. De wet richt zich vooral op het in stand houden van populaties van soorten die bescherming behoeven. Sinds de inwerkingtreding van de AMvB (2005) worden er drie categorieën beschermingsniveaus onderscheiden waarop het ontheffingsregime is gebaseerd. Wanneer plannen worden ontwikkeld voor ruimtelijke ingrepen of voornemens ontstaan om werkzaamheden uit te voeren, dient vooraf te worden beoordeeld of er mogelijke nadelige consequenties voor beschermde inheemse soorten zijn.
Voor een eerste indicatie voor de aanwezigheid van beschermde diersoorten zijn de relevante kilometerhokken op www.Natuurloket.nl geraadpleegd. In de kilometerhokken zijn beschermde soorten aanwezig.
Op basis van de kilometerhokken wordt aangetoond dat in het gebied een aantal beschermde soorten aanwezig zijn. Mits er wijzigingen in het plangebied plaats vinden die van invloed zijn op de aanwezige soorten is ecologisch onderzoek nodig om de gevolgen in beeld te brengen.
conclusie
Het plangebied betreft een hoofdzakelijk consoliderend bestemmingsplan. De bestemmingen in het gebied blijven gelijk en er wordt fysiek in het plangebied zeer beperkt gewijzigd. De wijzigingen omvatten het omzetten van volkstuinen in 2 voetbalvelden, het uitbreiden van twee clubgebouwen en een sporthal. En het mogelijk maken van een bouwvolume ter plaatse van de voormalige bebouwing voor de dak- en thuislozen.
Op basis van de natuurtoets (Peppelensteeg Ede; Natuurtoets – Fase 2), zoals uitgevoerd door Arcadis in 2005, is op te maken dat er of geen ontheffing nodig is of dat er in ieder geval uitzicht bestaat op een ontheffing in het kader van de flora- en faunawet.
Belangrijke aandachtspunten en voorwaarden, die in de natuurtoets benoemd worden, zijn:
Bij ontwikkeling van de sportvelden ter plaatse van de volkstuinen is het uitgangspunt dat de aanwezige houtwal gespaard blijft.
Bestaande landschapselementen handhaven, ook bij herinrichting, en beschermen door vastlegging in bestemmingsplan.
Het beheer van de ingezaaide bloemrijke bermen, zoals langs de Koekeltse Boslaan, voortzetten voor wilde bijen en andere ongewervelden. Uitbreiding van het beheer naar andere bermen vergroot de kansen voor wilde bijen en dagvlinders.
Andere belangrijke punten zijn:
Handhaving van het populierenbos ten noordwesten van de volkstuinen dat als slaapplaats voor kauwen fungeert.
Landschapselementen en bomenrijen dienen vaak als migratieroute voor vleermuizen, daarnaast is de instandhouding van belang voor allerlei andere diersoorten als vogels, zoogdieren, amfibieën en ongewervelden. Indien verwijdering nodig is voor een ruimtelijke ontwikkeling dient er gecompenseerd te worden, daarbij rekening houdend dat het oude landschapselement een hogere kwaliteit vertegenwoordigt dan het nieuwe.
De bebouwingsuitbreidingen vinden plaats op grasveld of bestaande betegelde terrassen. Hiervoor hoeven geen bomen gekapt, sloten gedempt en of houtwallen geruimd te worden. Dit geldt ook voor het omzetten van de volkstuinen in 2 voetbalvelden. De beperkte ontwikkelingen hebben zodoende geen invloed op de bestaande Flora en Fauna in het gebied. Er is derhalve geen ecologisch onderzoek noodzakelijk.