Plan: | Achterstehoek 2 te Duiven |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0226.BPDUIVENZUID003-VS01 |
Alvorens een bestemmingsplan te kunnen opstellen is het noodzakelijk te bekijken welke beleidslijnen zowel de gemeente als ook andere overheden uitgezet hebben. In deze paragraaf wordt kort ingegaan op het relevante rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid.
Nota Ruimte
De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Het kabinet schept ruimte voor ontwikkeling, uitgaande van het motto „decentraal wat kan, centraal wat moet" en verschuift het accent van het stellen van ruimtelijke beperkingen naar het stimuleren van gewenste ontwikkelingen. De Nota Ruimte ondersteunt gebiedsgerichte ontwikkeling, waarin alle betrokken partijen kunnen participeren. Het Rijk richt zijn aandacht met name op de Nationale ruimtelijke hoofdstructuur. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om versterking van de dynamiek in de Nationale stedelijke netwerken en om waarborging van de kwaliteit van de ecologische hoofdstructuur en de Nationale landschappen.
De centrale doelstellingen van de Nota Ruimte zijn: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, de borging en ontwikkeling van belangrijke (inter-)nationale waarden en de borging van veiligheid. Deze vier doelen worden in onderlinge samenhang nagestreefd en zijn een uitdrukking van de voornaamste ruimtelijke beleidsopgaven die het kabinet ziet voor de kortere en langere termijn.
Toets
De beleidsuitspraken in de Nota Ruimte zijn van algemene aard. Gesteld kan worden dat onderhavig plan een dusdanig beperkte omvang heeft dat het rijksbeleid hierop niet van toepassing is.
Streekplan Gelderland 2005
In het Streekplan Gelderland (vastgesteld d.d. 29 juni 2005) is het beleid van de provincie Gelderland opgenomen voor de periode 2005-2015. Na de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening heeft het streekplan de status van structuurvisie gekregen. Hoofddoel van het streekplanbeleid is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlakte. In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen bestaand bebouwd gebied en stedelijke uitbreiding.
Het plangebied is op grond van het streekplan aangewezen als bestaand bebouwd gebied binnen het stedelijk netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen (SAN).
Het Gelders kwalitatief woonbeleid richt zich zowel op bestaand bebouwd gebied (herstructurering, transformatie) als op nieuw stedelijk gebied (uitbreiding). Een belangrijk ruimtelijk beleidsaccent is het aanbod aan woningen en woonmilieus dat beter moet aansluiten bij de voorkeuren van bewoners. Om deze reden bevordert de provincie vooral de realisatie van woningen voor ouderen en starters en van de woonmilieus centrumstedelijk en landelijk wonen.
Voorts wil de provincie een versnelling bevorderen van de herstructurering en transformatie van bestaand bebouwd gebied, het aanpakken van de stagnerende (nieuwbouw)productie, het vergroten van het aanbod aan levensloopbestendige woningen en wijken en het versterken van verscheidenheid en identiteit.
Toets
Onderhavig plan betreft een inbreiding binnen bestaand stedelijk gebied. Op het terrein bij een historische villa wordt een enkele nieuwe woning gerealiseerd. Dit past binnen het provinciale beleid.
Woonvisie Gelderland, kwalitatief woonprogramma 2010-2019
Het Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 (vastgesteld d.d. 12 januari 2010) is in formele zin een uitwerking van het Streekplan Gelderland 2005. Samen met de onderdelen Woonbeleid met Kwaliteit (deel A) en Anders Wonen in de regio (deel B) vormt het Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 deel C (KWP3), de woonvisie Gelderland, 'Keuzevrijheid en Identiteit'.
Het KWP3 heeft als doel het woningaanbod op regionaal niveau, zowel kwantitatief als kwalitatief, zo goed mogelijk af te stemmen op de behoefte (de vraag) aan woningen. Het KWP3 beschrijft per regio de programmatische opgave op basis van de geconstateerde regionale woningbehoefte en is daarmee het richtpunt voor woningbouwbeleid van gemeenten in de regio. De afspraken per regio staan weergegeven in een afsprakenkader.
Toets
Het initiatief past binnen het beleidskader van het kwalitatief woonprogramma. Het woningbouwprogramma 2010-2019 kent voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen (vooralsnog) een netto aantal aan de woningvoorraad toe te voegen woningen van 26.000. Het plangebied maakt onderdeel uit van de beschikbare (harde) plancapaciteit van de gemeente Duiven.
Regionaal Plan 2005-2020 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Het Regionaal Plan heeft de formele status van 'Regionaal Structuurplan'. Dit Regionaal Plan wordt door de provincie Gelderland beschouwd als uitwerking van het Streekplan Gelderland (voor de periode) 2005-2015 en geldt daarmee als toetsingskader voor lokale plannen en is de opvolger van het Regionaal Structuurplan KAN 1995-2005.
Het Regionaal Plan is richtinggevend voor het handelen van de vaststellende overheden, waaronder de gemeente Duiven. Het plan bevat echter geen juridisch bindende uitspraken in de vorm van 'concrete beleidsbeslissingen'. Wel zijn essentiële beleidsuitspraken opgenomen die door de gemeenten bij de uitwerking van gemeentelijke plannen moeten worden toegepast. De tijdshorizon hiervan is 2015.
Het Regionaal Plan zet in op het versnellen van herstructurering en transformatie van bestaand bebouwd gebied, het versnellen van de woningproductie, het vergroten van het aanbod levensloopbestendige woningen en het versterken van verscheidenheid en identiteit. Ten aanzien van cultuurhistorie geldt de doelstelling 'behoud door ontwikkeling'. Het plangebied bevindt zich binnen de in het regionaal plan opgenomen woningbouwcontour. Binnen deze contour bepalen gemeenten zelf de te ontwikkelen locaties en aantallen woningen.
Toets
Het initiatief past binnen het beleidskader van het Regionaal Plan. Er is sprake van transformatie binnen het bestaande bebouwde gebied en woningbouwcontour, waarbij in aansluiting op inbreidingslocatie De Achterstehoek een nieuwe woning wordt aangeboden. De aanwezige cultuurhistorische waarden blijven behouden.
Visie 'Van koers naar keuze' (verstedelijkingsvisie stadsregio Arnhem Nijmegen)
De visie 'Van Koers naar Keuze' (vastgesteld d.d. 30 juni 2011) is een nadere uitwerking van de uitgangspunten van het Regionaal Plan 2005-2020 van de Stadsregio Arnhem Nijmegen. In deze visie geeft de stadsregio een nadere uitwerking van de regionale verstedelijkingsopgave voor de periode 2010-2020.
Met het Rijk heeft de Stadsregio Arnhem Nijmegen afgesproken om in de periode 2010-2020 circa 26.000 woningen te bouwen. Dit is tevens het uitgangspunt in de afspraken met de provincie Gelderland in het kader van het Kwalitatief WoonProgramma 3. De verstedelijkingsvisie vormt een integraal kader voor de uitwerking en investeringen op het gebied van wonen, werken en mobiliteit.
Het doel van de visie is te werken aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat van de regio Arnhem-Nijmegen voor haar inwoners, ondernemers en bezoekers. Dit is mogelijk door de toekomstige woonopgave nadrukkelijk te richten op de kwaliteit die de burgers vragen, het uitbouwen van de sterke en brede basiseconomie en te zorgen voor een goede bereikbaarheid.
Beleidskader Wonen
De woningmarkt is van een aanbodmarkt veranderd in een vraagmarkt. De stadsregio zet de woonconsument centraal en maakt zich sterk voor de ontwikkeling van een grotere diversiteit van woonmilieus die aansluiten bij de verschillende levensstijlen van inwoners. Op grond hiervan gelden de volgende strategische beleidsuitgangspunten:
Subregionaal bouwen naar behoefte
Locaties
Betaalbaar bouwen
Toets
Het initiatief maakt onderdeel uit van de huidige beschikbare plancapaciteit van de gemeente Duiven. Het gaat hierbij om een particulier initiatief waarbij de te bouwen woning wordt afgestemd op de vraag van de koper. Het plan past daarmee binnen het beleidskader Wonen.
Bestuursovereenkomst Verstedelijking en Mobiliteit in de subregio De Liemers
Op 30 juni 2011 hebben de gemeenten in de stadsregio gezamenlijke hoofdlijnen voor ruimtelijk en mobiliteitsbeleid vastgelegd in de Verstedelijkingsvisie. In aanvulling hierop is met de stadsregio Arnhem Nijmegen een bestuursovereenkomst afgesloten waarin verdere afspraken tussen de stadsregio en gemeenten over de uitvoering van de Verstedelijkingsvisie staan uitgewerkt. Deze afspraken betreffen zowel wonen, werken als mobiliteit. De afspraken zijn wenselijk om het abstracte niveau van de visie op een aantal punten concreet te maken en de afspraken die tijdens het proces van de verstedelijkingsvisie zijn gemaakt te borgen. Daarnaast was voor het onderdeel wonen een aanvulling nodig, omdat de provincie niet akkoord is met het woningbouwprogramma zoals dat is opgenomen in deel C van de Verstedelijkingsvisie. De gemaakte afspraken hebben een looptijd van 2 jaar.
De bestuursovereenkomst bestaat uit een regiobreed gedeelte en een deel voor de subregio De Liemers. De afspraken op subregionaal niveau beschrijven hoe de gemeenten in de Liemers de komende 2 jaar de afspraken uit de Verstedelijkingsvisie nader gaan invullen. De gemeenten dienen in de periode van 1 juli 2012 tot 1 januari 2014 terughoudend te zijn in het vaststellen van bestemmingsplannen en mogen alleen plannen vaststellen die passen binnen een nog nader te bepalen bandbreedte op subregionaal niveau dit geldt overigens alleen voor plannen waarbij nieuwe, harde plancapaciteit wordt toegevoegd.
Toets
Het plan is reeds opgenomen in de harde plancapaciteit van de gemeente Duiven. Het gaat hier derhalve niet om toevoeging van nieuwe, harde plancapaciteit. Het plan voldoet daarmee aan de bestuursovereenkomst.
Structuurvisie Duiven 2010-2020
Een belangrijk gemeentelijk toetsingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen is de Structuurvisie Duiven, vastgesteld door de gemeenteraad op 14 december 2009. De structuurvisie geeft de ontwikkelingsrichting van de gemeente aan voor de periode tot aan 2020. De uitgangspunten voor de visie zijn gebaseerd op de begrippen kwaliteit en duurzaamheid. Dit betekent dat specifieke kwaliteiten moeten worden behouden en benut en dat is uitgegaan van de (on)mogelijkheden van het gebied en niet van het functionele programma.
Gekeken naar het aspect volkshuisvesting ligt er voor de periode tot 2020 voor de verschillende doelgroepen en woningtypen nog een kwantitatieve én kwalitatieve opgave, zo blijkt uit het woningbehoefteonderzoek (WBO) uit 2007. Het is inmiddels duidelijk dat het aantal inwoners niet meer toeneemt. Hoogstens is er sprake van stabilisatie. Wel neemt als gevolg van de vergrijzing en de gezinsverdunning het aantal huishoudens nog aanzienlijk toe waardoor er nog steeds behoefte is aan nieuw te bouwen woningen.
Gelet op de steeds kritischer wordende woonconsument is het van groot belang dat de nieuwbouw kwalitatief goede woningen oplevert met een prettige woonomgeving. Veelal zal het in Duiven, Groessen en Loo gaan om verantwoorde 'dorpse' uitbreidingen en inbreidingen die landschappelijk, cultuurhistorisch en duurzaam ingebed en ingericht moeten worden.
Toets
Het plan, dat voorziet in een inbreiding in bestaand stedelijk gebied, is in overeenstemming met de uitgangspunten van de structuurvisie Duiven.
Notitie nieuwbouwplannen gemeente Duiven 2012-2020
Op 12 maart 2012 heeft de raad van Duiven de 'Notitie nieuwbouwplannen gemeente Duiven 2012-2020' vastgesteld. De nog voortdurende crisis op de woningbouwmarkt is ook aan de gemeente Duiven niet voorbij gegaan. Dit heeft ertoe geleid de huidige woningbouwopgaven van de gemeente Duiven tot 2020 nogmaals kritisch te bekijken en te komen tot een prioritering en fasering van woningbouwplannen. De raad heeft het beleid van prioritering en fasering opgenomen in de notitie nieuwbouwplannen gemeente Duiven 2012-2020. Het beleid kent de volgende uitgangspunten:
Toets
Het plangebied behoort tot de vastgestelde harde plancapaciteit van de gemeente Duiven voor de periode 2012-2020. In totaal bestaat de harde plancapaciteit 2012-2020 uit 556 woningen. Hierin zijn voor de kern Duiven 32 woningen opgenomen onder de noemer kleinschalige inbreiding. De Achterstehoek 2 wordt hierbij expliciet genoemd. Dit plan leidt dan ook niet tot toevoeging van nieuwe, harde plancapaciteit. Het gaat hier om een plan ten aanzien waarvan reeds bestuurlijk is besloten in principe en onder voorwaarden medewerking te verlenen. Met het opstellen van dit bestemmingsplan is aan de voorwaarden voldaan.