direct naar inhoud van Regels
Plan: Parapluherziening Externe veiligheid - 2020
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R70B013A-0002

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Reikwijdte

De 'Parapluherziening Externe veiligheid - 2020' heeft betrekking op de beheersverordeningen en bestemmingsplannen die zijn opgenomen in de als bijlage 1 bij de regels gevoegde Lijst van geldende beheersverordeningen en bestemmingsplannen.

Artikel 2 Begrippen

Onderstaande begrippen worden toegevoegd aan de bestemmingsplannen en beheersverordeningen waarop de 'Parapluherziening Externe veiligheid - 2020' van toepassing is. Als begrippen al in de plannen voorkomen, worden zij - in geval zij niet gelijkluidend zijn - vervangen door de begrippen in dit artikel.

2.1 plan

het plan 'Parapluherziening Externe veiligheid - 2020' met identificatienummer NL.IMRO.0222.R70B013A-0002 van de gemeente Doetinchem;

2.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

2.3 beheersverordening

een beheerregeling voor een gebied waarin geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien.

2.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

2.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

2.6 beperkt kwetsbaar object

object zoals gedefinieerd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);

2.7 bestaand

op het moment van inwerkingtreding van de parapluherziening legaal aanwezig of op grond van een vergunning toegestaan;

2.8 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

2.9 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

2.10 bronmaatregel

maatregel om de oorzaak van het probleem weg te nemen;

2.11 externe veiligheid

de kans om buiten een inrichting te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is;

2.12 gevaarlijke stof

stof zoals gedefinieerd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);

2.13 groepsrisico

de cumulatieve kans per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is;

2.14 kwetsbaar object

object zoals gedefinieerd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);

2.15 plaatsgebonden risico (PR)

risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is;

2.16 plaatsgebonden risicocontour 10-6

plaatsgebonden risicocontour waarbinnen de kans 1 op de 1.000.000 per jaar is dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is;

2.17 risicobron
  • 1. inrichtingen bij welke ingevolge het 'Bevi' een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten en/of;
  • 2. inrichtingen waar opslag, overslag en/of het gebruik van gevaarlijke stoffen plaatsvindt én die behoren tot een categorie van inrichtingen als bedoeld in bijlage 1 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer én waarvan het invloedsgebied tot over de eigen perceelsgrens reikt en/of;
  • 3. inrichtingen waarvoor, krachtens artikel 3.12, 3.17, 3.18, 3.28, 4.1, 4.3, 4.4, 4.5, 4.7 of 4.81 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, regels gelden bij de opslag, overslag en / of het gebruik van gevaarlijke stoffen met betrekking tot minimaal aan te houden afstanden ten aanzien van (beperkt) kwetsbare objecten en/of;
  • 4. een inrichting waarin meer dan 1.000 kilogram consumentenvuurwerk als bedoeld in het Vuurwerkbesluit of waarin professioneel vuurwerk als bedoeld in het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen of bewerkt of;
  • 5. inrichtingen die niet onder 1 tot en met 4 vallen en waarvan de plaatsgebonden risicocontour 10-6 per jaar voor het plaatsgebonden risico is gelegen buiten de eigen perceelsgrens;
  • 6. Transporten van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor die vallen per 1 april 2015 onder het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt);
  • 7. Transportleidingen voor gas, olie en chemicaliën (buisleidingen) die vallen onder het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).
2.18 risicocontour

denkbeeldige contour rondom een object (een bedrijf, buisleiding of weg), waarbinnen in geval van een calamiteit de bevolking ongewenste risico's loopt in de zin van doden en gewonden;

2.19 verantwoording groepsrisico

het afleggen van verantwoording over het genomen besluit om toename van het groepsrisico toe te staan. Hierbij moet aandacht worden besteed aan mogelijke alternatieven en risico reducerende maatregelen en het belichten van de mogelijkheid voor rampenbestrijding en hulpverlening.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Onderstaande bepalingen worden toegevoegd aan de bestemmingsplannen en beheersverordeningen waarop de 'Parapluherziening Externe veiligheid - 2020' van toepassing is.

Artikel 3 Aanduidingsregel risicobronnen

3.1 Overige zone - nieuwe risicobronnen uitgesloten
3.1.1 Algemeen

Het is, al dan niet in afwijking van de regels van de bestemmingsplannen en beheersverordeningen zoals genoemd in bijlage 1 (Lijst van geldende beheersverordeningen en bestemmingsplannen), ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - nieuwe risicobronnen uitgesloten' verboden om;

  • a. een nieuwe risicobron te vestigen;
  • b. een bestaande risicobron uit te breiden.
3.1.2 Afwijking van het vestigings- en uitbreidingsverbod voor risicobronnen (alleen voor bestemmingsplannen)

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1.1 en de vestiging van een nieuwe of uitbreiding van een bestaande risicobron toestaan, onder voorwaarden dat:

  • a. de risicobron zich niet binnen het gebiedstype 'woongebieden' bevindt;
  • b. uit onderzoek blijkt dat er geen kwetsbare objecten in de plaatsgebonden risicocontour 10-6 liggen; beperkt kwetsbare objecten zijn toegestaan indien er zwaarwegende redenen voor zijn;
  • c. wordt voldaan aan minimale veiligheidsafstanden op grond van wet- en regelgeving;
  • d. ingeval de nieuw te vestigen of uit te breiden risicobron een risicovolle inrichting betreft moet de plaatsgebonden risicocontour 10-6 van de inrichting gelegen zijn binnen de inrichtingsgrens van de inrichting;
  • e. de nieuwvestiging of uitbreiding in overeenstemming is met de geldende bestemming;
  • f. het groepsrisico is verantwoord;
  • g. advies is ingewonnen bij de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland.
3.2 Overige zone - nieuwe risicobronnen toegestaan

Vestiging van nieuwe of uitbreiding van bestaande risicobronnen is alleen mogelijk ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - nieuwe risicobronnen toegestaan', onder voorwaarden dat:

  • a. uit onderzoek blijkt dat er geen kwetsbare objecten in de plaatsgebonden risicocontour 10-6 liggen; beperkt kwetsbare objecten zijn toegestaan indien er zwaarwegende redenen voor zijn;
  • b. wordt voldaan aan minimale veiligheidsafstanden op grond van wet- en regelgeving;
  • c. toegepaste bronmaatregelen bij de risicobron het invloedsgebied zo veel mogelijk beperken/verkleinen;
  • d. de nieuwvestiging of uitbreiding in overeenstemming is met de geldende bestemming;
  • e. het groepsrisico is verantwoord;
  • f. advies is ingewonnen bij de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland.

Artikel 4 Algemene wijzigingsregels (alleen voor bestemmingsplannen)

Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de parapluherziening wijzigen voor het in geringe mate aanpassen van een gebiedsaanduidingsgrens of een begrenzing van een gebiedstype als bij definitieve uitmeting, verkaveling of de situatie in de praktijk blijkt dat deze aanpassing meer recht doet aan het beoogde doel van de regeling.

Artikel 5 Overige regels

Waar in dit plan wordt verwezen naar wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals zij luidden op het tijdstip van vaststelling van de parapluherziening.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van de 'Parapluherziening Externe veiligheid - 2020'.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Doetinchem in de openbare raadsvergadering 25 februari 2021.

de griffier, de voorzitter,