direct naar inhoud van Regels
Plan: Partiële herziening Molenveld en De Ooi
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0221.BPL22001HMO-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan ''Partiële herziening Molenveld en De Ooi'' met identificatienummer NL.IMRO.0221.BPL22001HMO-VA01 van de gemeente Doesburg;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij horende bijlagen.

1.3 bestemmingsplan ''Molenveld en De Ooi''

het bestemmingsplan ''Molenveld en De Ooi'', met identificatienummer NL.IMRO.0221.BPL16002HMO-VA02, vastgesteld op 30 maart 2017 door de raad van de gemeente Doesburg;

1.4 overige begrippen

op dit bestemmingsplan zijn overeenkomstig de begrippen van het bestemmingsplan ''Molenveld en De Ooi'' van toepassing. Deze begrippen zijn te raadplegen via:

bestemmingsplan ''Molenveld en De Ooi'':
https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0221.BPL16002HMO-VA02/r_NL.IMRO.0221.BPL1600 2HMO-VA02.html#_1_Begrippen

Artikel 2 Wijze van meten

Voor de wijze van meten zijn de overeenkomstige bepalingen van het bestemmingsplan ''Molenveld en De Ooi'' van toepassing. Deze zijn te raadplegen via:

https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0221.BPL16002HMO-VA02/r_NL.IMRO.0221.BPL1600 2HMO-VA02.html#_2_Wijzevanmeten

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Voor de bestemmingsregels zijn de overeenkomstige bepalingen van het bestemmingsplan 'Molenveld en De Ooi' van toepassing. Deze regels zijn te raadplegen via:

https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0221.BPL16002HMO-VA02/r_NL.IMRO.0221.BPL1600 2HMO-VA02.html#_2_Bestemmingsregels

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Voor de algemene regels zijn de overeenkomstige bepalingen van het bestemmingsplan Molenveld en De Ooi' van toepassing. Deze regels zijn te raadplegen via:

https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0221.BPL16002HMO-VA02/r_NL.IMRO.0221.BPL1600 2HMO-VA02.html#_3_Algemeneregels

waarbij artikel 26 'Algemene wijzigingsregels' als volgt wordt aangepast:

Artikel 26 Algemene wijzigingsregels

26.1 Algemene wijzigingen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in art. 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen ten behoeve van:

  • a. het in geringe mate aanpassen van het plan, teneinde enig onderdeel van het plan, zoals een bestemmingsgrens of een bouwgrens te veranderen, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in het belang van een juiste verwezenlijking van het plan gewenst of noodzakelijk is en de bestemmingsgrens niet meer dan 5 m en de bouwgrens niet meer dan 10 m worden verschoven;
  • b. het oprichten van gebouwen van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes en gemaalgebouwtjes met een inhoud van maximaal 100 m3 en een goothoogte van maximaal 4 m;
  • c. het enigszins anders situeren en/of begrenzen van bouwvlakken, indien dit ten behoeve van de uitvoering van een bouwplan nodig mocht blijken, een en ander, mits de vorm slechts in geringe mate wordt gewijzigd en de oppervlakte van het desbetreffende bouwvlak met niet meer dan 20% afwijkt.

26.2 Herstructurering De Ooi
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in art. 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemmingen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone – wijzigingsgebied' te wijzigen ten behoeve van herstructurering van woningen, waarbij in de nieuwe situatie zowel grondgebonden als gestapelde woningen zijn toegestaan. De uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet daarbij zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden:

  • a. dat het wijzigingsplan past binnen de op 21 april 2022 door de gemeenteraad vastgestelde stedenbouwkundige kaders 'Ruimtelijke verkenning Herstructureringslocaties De Ooi, december 2021' van Buro SRO, welke in bijlage 1 van de toelichting is opgenomen;
  • b. dat de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • c. dat het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • d. dat het wijzigingsplan milieutechnisch aanvaardbaar is;
  • e. dat het wijzigingsplan past in een goede waterhuishouding;
  • f. dat het wijzigingsplan inpasbaar is in het volkshuisvestingsprogramma;
  • g. dat het wijzigingsplan economisch uitvoerbaar is.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 3 Overgangsrecht

3.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het eerste lid onder artikel 3.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  • 3. Het eerste lid onder artikel 3.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
3.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid onder artikel 3.2, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid onder artikel 3.2, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • 4. Het eerste lid onder artikel 3.2 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 4 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Partiële herziening Molenveld en De Ooi'.