direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Groenstrook Beinum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0221.BPL16005HBE-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Met het vaststellen van het bestemmingplan Beinum 2012 (26 juni 2013) is de bestemming van een perceel aan de Bingerdenseweg per abuis gewijzigd van 'Agrarisch' naar 'Groen'. Het gebruik van het perceel (grasland) is ongewijzigd gebleven. De gemeente is door de eigenaar van het perceel hierop gewezen waarna voorliggend bestemmingsplan is opgesteld.

Om de oorspronkelijke bestemming ter plaatse te herstellen dient het vigerende bestemmingsplan gewijzigd te worden. Via voorliggend document wordt gemotiveerd waarom medewerking wordt verleend en waarom dat kan volgens de Wet ruimtelijke ordening (Wro).

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied is gelegen nabij de kruising van de Bingerdenseweg met de N338 in Doesburg. De betreffende percelen liggen ten westen van de wijk Beinum, tegen rivier de IJssel. Op onderstaande afbeelding is een luchtfoto van het plangebied en de omgeving te zien.

afbeelding "i_NL.IMRO.0221.BPL16005HBE-VA01_0002.jpg"

Luchtfoto plangebied (ruimtelijke plannen)

1.3 Vigerend bestemmingsplan

Het plangebied maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan ''Beinum 2012”, vastgesteld op 26 juni 2013. Binnen dit bestemmingsplan heeft de locatie de bestemming 'Groen' en de dubbelbestemming 'Waarde-EHS'.

De gronden met bestemming 'Groen' zijn bestemd voor: plantsoenen, groenstroken, (fiets-)paden, uitritten, bermen met beplanting, waterpartijen en speelvoorzieningen, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, en onbebouwde gronden.

De voor 'Waarde-EHS' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het ontwikkelen en instandhouden van de natuur- en landschapswaarden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0221.BPL16005HBE-VA01_0003.jpg"

Uitsnede bestemmingsplan "Beinum 2012" (ruimtelijke plannen)

1.4 Planopzet

Het bestemmingsplan is een bindend plan voor zowel overheid als burgers. In een bestemmingsplan wordt de bestemming, ofwel de functie van de grond aangewezen. Ook geeft het bestemmingsplan regels over het gebruik van de grond en wat daarop gebouwd mag worden. Omgevingsvergunningen moeten worden getoetst aan het bestemmingsplan, alvorens ze worden verleend. Dit bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, een verbeelding en planregels. De omvang van dit plan is beperkt, omdat het initiatief geen ruimtelijke impact heeft. Er verandert niets aan de situatie ter plaatse.

Verbeelding

De verbeelding, een kaart, geeft de bestemming van de grond aan met daarbij eventuele aanduidingen zoals bouwvlakken. Door op de verbeelding te kijken is te zien welke bestemmingen en mogelijke aanduidingen er gelden. De verbeelding omvat de laatste afspraken over InformatieModel Ruimtelijke Ordening (IMRO) en Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP) 2012.

Planregels

De planregels geven de gebruiksmogelijkheden aan van de grond en vaak ook op welke wijze de gronden bebouwd mogen worden. Bij het opstellen van de planregels van dit bestemmingsplan is aangesloten bij de regels van het bestemmingsplan "Beinum 2012", omdat dit plan uit dat bestemmingsplan voortvloeit.

Hoofdstuk 2 Beleid

Bij voorliggend initiatief is sprake van een bestemmingsherziening. In het geldend bestemmingsplan is voor het perceel een groenbestemming toegekend wat een agrarische bestemming moest zijn. Omdat het plangebied daarnaast in bestemmingsplan 'Beinum 2012' deels de dubbelbestemming 'Waarde - EHS' heeft gekregen, wordt in navolgende alinea's met name ingegaan op de gebiedsbescherming met betrekking tot natuurwaarden.

Rijksbeleid

Gebiedsgericht

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) benoemt een aantal aspecten van nationaal ruimtelijk belang. Het betreft de bescherming van onder andere de ecologische hoofdstructuur.

In het Barro heeft het Rijk voor deze onderwerpen regels opgesteld waarmee de SVIR juridisch verankerd is richting lagere overheden. Via het Besluit ruimtelijke ordening en het Besluit omgevingsrecht zijn deze regels aanvullend vastgelegd.

Planspecifiek

Het plangebied, inclusief de N338, heeft in het geldend bestemmingsplan de dubbelbestemming 'Waarde-EHS' gekregen. Na het raadplegen van de navolgende kaart, waarop de EHS (groen) en de Natura2000 gebieden (rood) zijn aangegeven, kan worden geconcludeerd dat de EHS niet in het plangebied is gelegen. In voorliggend plan zal de dubbelbestemming worden aangepast.

afbeelding "i_NL.IMRO.0221.BPL16005HBE-VA01_0004.jpg"

Bron: Synbios Alterra

Provinciaal beleid

Omgevingsvisie Gelderland Op 9 juli 2014 hebben Provinciale Staten de Omgevingsvisie Gelderland vastgesteld. In de Omgevingsvisie 'Gelderland anders' zijn twee hoofddoelen benoemd: een duurzame economische structuur en het borgen van de kwaliteit en veiligheid van de leefomgeving. Naast de Omgevingsvisie is een Omgevingsverordening opgesteld, waarin de beleidsuitgangspunten uit de Omgevingsvisie zijn vertaald in concrete regels die van toepassing zijn op gemeentelijke bestemmingsplannen. De provinciale hoofddoelen zijn vertaald in provinciale ambities, met als hoofdthema's:

  • Divers Gelderland - regionale verschillen en regionale identiteit;
  • Dynamisch Gelderland - ambities op ruimtelijk-economisch vlak, waaronder wonen, werken en mobiliteit;
  • Mooi Gelderland - bescherming en ontwikkeling van Gelderse kwaliteiten als cultuurhistorie, natuur, water en ondergrond.

Planspecifiek

Het plangebied maakt deel uit van het Gelders Natuurnetwerk (GNN) en de Groene Ontwikkelzone (GO). Op navolgende kaart is dit te zien (lichtgroen betreft GO, donkergroen GNN).

De bescherming van bos en natuur buiten het Gelders Natuurnetwerk (GNN) en de Groene Ontwikkelzone (GO) is een verantwoordelijkheid van gemeenten. Het GNN bevat alle terreinen met een natuurbestemming binnen de voormalige ecologische hoofdstructuur (EHS) en een zoekgebied van 7.300 hectare voor 5.300 hectare nog te realiseren natuur (doel: 2025). In de GO is ruimte voor verdere economische ontwikkeling (van passende functies) in combinatie met een (substantiële) versterking van de samenhang tussen aangrenzende en inliggende natuurgebieden.

Om deze natuurwaarden te beschermen wordt de dubbelbestemming 'Waarde – Natuur en landschap' en de bestemming 'Bos' opgenomen in voorliggend bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0221.BPL16005HBE-VA01_0005.jpg"

Bron: Ruimtelijke plannen.nl

Gemeentelijk beleid
Zoals reeds in paragraaf 1.3 is beschreven maakt het plangebied maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan ''Beinum 2012”. Binnen dit bestemmingsplan is geen wijzigingsmogelijkheid opgenomen om de bestemming 'Groen' te wijzigen in 'Agrarisch' en 'Bos'. Om deze reden wordt voorliggende planherziening opgesteld.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet als gevolg van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) aangetoond worden (artikel 3.1.6 van het Bro). Daaronder valt zowel de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijk relevante aspecten (geluid, bodem, etc.) als ook de economische uitvoerbaarheid van het plan. Onderstaande punten tonen de uitvoerbaarheid van het plan met betrekking tot de ruimtelijk relevante aspecten aan:

  • 1. Geluid (wegverkeer): Er wordt geen nieuwe geluidgevoelige functie toegevoegd. Het aspect geluid vormt derhalve geen belemmering voor dit initiatief. Bedrijfsgeluid komt aan bod onder 'Bedrijf en milieuzonering'.
  • 2. Luchtkwaliteit: Er vinden geen ruimtelijke ontwikkelingen plaats. Dit initiatief draagt 'niet in betekenende mate' bij aan verslechtering van de luchtkwaliteit.
  • 3. Externe veiligheid: De situatie in het plangebied blijft onveranderd. Het plan is uitvoerbaar met betrekking tot het aspect externe veiligheid.
  • 4. Bodem: Er vinden geen bodemingrepen in het plangebied plaats, het aspect bodem vormt geen belemmering voor het initiatief.
  • 5. Bedrijf en milieuzonering: De herziening van de groenbestemming naar een agrarische bestemming en een bosbestemming betreft geen verandering naar een milieugevoelige bestemming. Vanuit dit aspect zijn er geen belemmeringen.
  • 6. Water: Er wordt geen verharding in het plangebied toegevoegd, de situatie blijft onveranderd. Het plan is uitvoerbaar op het gebied van water.
  • 7. Geur: De herziening van de groenbestemming naar een agrarische bestemming betreft geen verandering naar een geurgevoelige bestemming. Daarnaast zijn binnen de agrarische bestemming enkel grondgebonden agrarische bedrijven toegestaan, waardoor de kwaliteit van het woon- en leefklimaat in de omgeving niet in gevaar komt. Het aspect geur vormt geen belemmering voor het initiatief.
  • 8. Cultuurhistorie en archeologie: Er vinden geen bodemingrepen plaats die eventueel aanwezige waarden kunnen aantasten. Dit aspect vormt geen belemmering.
  • 9. Verkeer en parkeren: De verkeer- en parkeer situatie blijft gelijk. Met betrekking tot dit aspect zijn er geen belemmeringen.
  • 10. Flora en fauna: Het plangebied maakt deel uit van het Gelders Natuurnetwerk (GNN) en de Groene Ontwikkelzone (GO). Om deze natuurwaarden te beschermen wordt de dubbelbestemming 'Waarde – Natuur en landschap' opgenomen in voorliggend bestemmingsplan. Daarnaast worden de twee bosjes in het plangebied beschermd door de bosbestemming. Het plan voorziet niet in ruimtelijke ontwikkelingen. De aanwezige natuurwaarden zullen niet worden aangetast.
  • 11. Economische uitvoerbaarheid: Plankosten zijn voor rekening van de gemeente. Hiermee is de economische uitvoerbaarheid zeker gesteld.

Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving

Wijze van bestemmen

Voorliggend bestemminsplan sluit aan op de regels van het moederplan ''Beinum 2012”. In voorliggend plan wordt de dubbelbestemming ''Waarde - Natuur en landschap" toegevoegd ter vervanging van de dubbelbestemming "Waarde - EHS" in het plangebied.

Daarnaast is de bestemming "Bos" toegevoegd ter plaatse van de bestaande bomenrijen op het perceel. Met deze wijziging wordt tegemoet gekomen aan de wens van de eigenaren van het perceel, zoals te lezen in bijlage 1. Met het herbestemmen tot "Bos" wordt een duurzaam bestaande situatie planologisch bestendigd. Het herbestemmen van het perceel aan de IJssel (van natuur naar agrarisch) wordt in de toekomst onderzocht. Op dit moment is dit niet direct noodzakelijk omdat agrarisch gebruik reeds is toegestaan binnen de natuurbestemming. Dit is afgestemd met de eigenaar van het perceel.

Met dit hoofdstuk is voldaan aan artikel 3.1.3 van het Bro.

Hoofdstuk 5 Procedure

Algemeen

Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro. Op basis van het eerste lid van dit artikel wordt overleg gevoerd met waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Voor wat kleinere plannen kan afgezien worden van dit overleg. Voorliggend bestemmingsplan is als zodanig te beschouwen waardoor overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro achterwege kan blijven.

Een bestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken als ontwerp ter inzage gelegd te worden. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Na vaststelling door de College wordt het besluit bekend gemaakt. Het plan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid beroep in te dienen. Het plan treedt vervolgens daags na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er beroep ingesteld dan treedt het plan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Inspraak

Het plan is van zeer beperkte omvang en reeds bekend bij de omwonenden. Een inspraakprocedure blijft daarom achterwege.

Vooroverleg

In het kader van het overleg op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerp toegestuurd aan de Provincie Gelderland. Het plan is in overeenstemming met de uitgangspunten van het provinciaal beleid. De provincie adviseert positief over het plan.

Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 29 december 2016 tot 9 februari 2017 ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen op het plan ingediend.